Het eerste wat ons opvalt is dat je niet alles beschrijft, maar ervoor hebt gekozen de dingen te beschrijven die iets toevoegen aan de haveloze sfeer. Dat maakt enerzijds de beschrijvingen veelzeggender en voorkomt anderzijds eindeloze opsommingen. Iemand die door een kamer loopt registreert aanvankelijk ook alleen dat wat hem opvalt. Je verhaal is ook mooi rond. Het begint met de muffe lucht en het eindigt met het open raam. We zien een moeder met een archetypische puberzoon voor ons en applaudisseren.
Cijfer: 9
Overige deelnemers:
Simone de Graaff
De beschrijving roept beelden op, we zien de kamer voor ons. Daar blijft het echter niet bij. We kunnen de ruimte ook ruiken en zelfs horen. De opengeslagen bundel maakt er een momentopname van en de slotzinnen geven de inrichting betekenis. De tikkende pendule is in tegenspraak met de titel. Misschien ‘Elegante rust’? Een geslaagde weergave van een tijdcapsule.
Cijfer: 8
Suzanne Schuijt
Een minutieuze beschrijving waarin de lezer verdwaalt omdat je niet vertelt waar binnen de kamer de spullen zich bevinden. Zo is het onduidelijk of het raam met oude gordijntjes hetzelfde raam is als het grote raam dat later wordt genoemd. Op deze manier is het enkel een gedetailleerde opsomming van dingen die niet meer met elkaar te maken hebben dan dat ze in dezelfde ruimte staan. Neem de lezer mee door de ruimte met woorden als rechts, er tegenover en ernaast. Goed is dat je veel zintuigen gebruikt, de individuele beschrijvingen beeldend zijn en dat je ook de tijd – in alle vroegte – er bij betrekt.
Cijfer: 7
Jan
Een beschrijving van een verloren tijd. Het ‘nog steeds’ en het ‘nog’ in de eerste zinnen maken de lezer zich daarvan direct bewust. Weemoed en dierbaar zijn woorden die ons te binnen schieten. Als je dat bij lezers op kunt wekken met wat eigenlijk niet meer is dan een beschrijving van een kamer met muziekinstrumenten ben je een schrijver. Tenslotte sneuvelt het ‘nog steeds’ op Marktplaats. Vier keer het werkwoord ‘worden’ in de tweede alinea is wat veel.
Cijfer: 8,5
Jan Schuuring
Schrijvers vragen om beschrijvingen zonder dat ze er verhalen van maken is een illusie. Zo ook hier. Een incompleet verhaal zonder begin en zonder einde, maar met genoeg informatie om de lezer er zijn eigen verhaal van te laten maken. Dat de aanwezigen de ruimte definiëren is een gedachte waarmee je een boek zou kunnen vullen. Minpunten: de ik-figuur is er pas een paar minuten en kan dus nog niet weten dat de lamp continu brandt. Er komt hier een alwetende verteller om de hoek kijken. En twee keer ‘vrees’ in de laatste zinnen.
Cijfer: 8
Anneke de Jong
Antropomorfisme in optima forma. De inboedel die het de bewoner – hij, zij? – kwalijk neemt dat die zo lang is weggebleven en tot de aanval overgaat. De bewoner die dit trotseert en doorgaat met waar die voor is gekomen: het stof wegwassen dat tijdens de afwezigheid op de meubels is neergedaald. Een realistisch verteld, geloofwaardig sprookje. Toch een paar aanmerkingen. De lodderige ogen in de eerste zin zijn vermoedelijk slaperige, dromerige ogen. Dat zulke ogen later ronduit vijandig kunnen kijken lijkt ons onwaarschijnlijk. We vermoeden dat de schemerlamp geen kleine hond op de bewoner afstuurt maar de bewoner tackelt. En we vinden het jammer dat de titel de slotzin verklapt.
Cijfer: 7,5
Sterre van Amerongen
Het atelier van de schilder is een voormalige kantoorruimte waarover hij zijn eigen laag heeft gelegd. De beschrijving van die ruimte klopt, tot en met de ramen op het noorden. We twijfelen aan het gebruik van de verleden tijd bij de citaten. Het zijn overigens wel goede citaten. Als je het over ‘de hoek’ hebt, zeg je eigenlijk dat de ruimte slechts één hoek heeft. Waarom heeft de schilder geen naam? Een inkijkje in een atelier van, vermoedelijk, een gekwelde kunstenaar.
Cijfer: 7
Suzanne Schuijt
Dit verhaal voldoet slechts zijdelings aan de opdracht. Toch is het een geslaagde poging om in het hoofd te kruipen van een klein meisje dat na het openen van de achterdeur een enorm roze huis ziet waar eerst de eetkamertafel stond. Twee aanmerkingen. De zin ‘ Ik vergeet mijn jas uit te doen en merk niet dat mama alle spullen laat vallen om de kleine poes te vangen en haar met spullen en al haastig naar binnen gooit en de deur achter zich sluit.’ is onmogelijk als je in de tegenwoordige tijd het ik-perspectief gebruikt. Als ze het niet merkt, kan ze er niet over vertellen. Dat geldt ook voor de kitten die ongemerkt naar buiten glipt. De twee keer ‘even’ zijn overbodig.
Cijfer: 7
Simone de Graaff
De kamer van haar (?*) ouders die eens verboden terrein was en dat nu niet meer is zonder dat ze het moment van die overgang heeft geregistreerd. De inrichting van de slaapkamer wordt goed beschreven, we kunnen tijdens het lezen de meubels in de kamer plaatsen. De laatste zin wijst op een verhuizing en is de slotstap in het proces van de demystificatie van de slaapkamer. De tegenstelling tussen de beleving van het kind en de hedendaagse nuchterheid wordt mooi gekarakteriseerd. Was ‘terwijl mama op zijn werk was en papa me af en toe kwam checken’ eerst ‘terwijl papa op zijn werk was en mama me af en toe kwam checken’? Het zou de vreemde fout verklaren.
Cijfer: 8
*De rode draad bij de verhalen van deze opdracht is dat de ik-figuur vaak geslachtloos is. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de opdracht. Ga er toch bij het schrijven niet van uit dat de lezer wel zal begrijpen dat de ik-figuur de schrijver is. Schrijvers kunnen ook over een ik-figuur schrijven van het andere geslacht.
Mike Brouwer
Een redactielid moest lachen om de boeken die op kleur staan. Hij heeft namelijk iemand gekend die zijn paperbacks nooit las omdat gladde ruggen mooier stonden in zijn boekenkast. De inrichting van de kamer wordt uitputtend beschreven. Wel valt het ons op dat je bij de beschrijvingen vrijwel altijd terugvalt op kleuren en dat je nauwelijks beschrijft waar de meubels in de kamer staan. De derde geslachtsloze ik-figuur, al doet de slotzin vermoeden dat hij een man is. Het woord noorden heeft geen beginkapitaal.
Cijfer: 7
Mathis Bronck
We juichen het toe dat je een toilet hebt gekozen om te beschrijven. In veel boeken gaan de personages nooit naar het toilet, lijkt daarover zelfs een taboe te bestaan. Ook zijn we gecharmeerd van de ‘we’ als verteller. De bewoners die vertellen waarom ze hun toilet zo hebben ingericht, waardoor de lezer ze beter leert kennen dan ze zouden willen. Jammer dat je met ‘Of hebben ze hier bewust over nagedacht?’ dat perspectief per ongeluk verlaat. De beschrijvingen zijn veelzeggend, we zouden de inrichting na kunnen tekenen. Wel twijfelen we over de titel.
Cijfer: 8
Ineke
De beschrijvingen dienen de plot maar zijn daardoor niet minder sterk. Net als Marge maak je keuzes en beschrijf je alleen wat de ik-figuur opvalt. Sterk vinden we hoe je beschrijft wat er ontbreekt: de missende bobbel in de stoel, de cirkels op de grond, het lege bijzettafeltje. Ook goed is dat je niet vertelt hoe opa is gestorven. Daar gaat dit verhaal niet over. Een tragisch verhaal met een hoopvolle start en optimistisch slot. ‘Monumentale vakwerkhuisje’ is een contradictio in terminis. Voor ‘deze kennis’ zien we liever een punt.
Cijfer: 8,5
Lien
Een beschrijving van een hal van een woning. Bij de beschrijvingen ben je je voortdurend bewust van de lezer. We zien dat doordat je niet alleen vertelt wat er in de hal staat of ligt, maar ook waar zich dat bevindt. De beschrijvingen zijn af en toe wel wat ongelukkig geformuleerd – twee keer ‘eerste treden’, ‘dichtst tegen de jassen aan’ – en geven de lezer weinig details. Waar veelal kritiek wordt geleverd op het gebruik van te veel bijvoeglijke naamwoorden vinden we dat er hier te spaarzaam gebruik van is gemaakt: we tellen er vier. Een goede, wat karige beschrijving.
Cijfer: 7,5
Jaap
De schrijvers in ons brengen tijdens het lezen onwillekeurig veranderingen aan, wat aangeeft hoe betrokken wij raken bij deze tekst. We hebben het bewust over veranderingen en niet over verbeteringen, want daarvoor is er nauwelijks ruimte. De Punumaskers vormen het centrum waaromheen de woonkamer is gebouwd: er zijn zeven ramen omdat er zes maskers tussen hangen, er zijn zes pilaren omdat er zes maskers aan moeten hangen, er is een wandkast omdat daar een masker op moet staan. Inrichting ten dienste van maskers. De karakterbeschrijvingen van de maskers hadden gekunsteld kunnen zijn, zijn dat echter niet. Zouden wij ons thuis voelen in de woonkamer van Jaap? Vermoedelijk niet. Zouden wij daar eens willen rondkijken? Ja graag!
Cijfer: 8,5
Simon Versteeg
Je beschrijft niet alleen dingen maar ook hun functie. De mand is voor lege flessen, de kapotte kachel draagt een fruitschaal en in het vogelhuisje bewaar je je haar. Daardoor breng je een extra laag aan, een extra inhoud die de dingen tot leven brengt. Daarnaast plaats je de kamer in een omgeving door te vertellen wat je ziet als je uit het raam kijkt en wat je hoort als er een eekhoorn over het dak loopt. We weten dat de kamer bestaat, daarvan zijn we overtuigd. De ‘je’ in het verhaal is een dierbare vriend, wat blijkt uit dat zijn/haar haar er ook nog wel bij past en uit de verbanddoos, de enige inhoud van de grijze kast die je specifiek noemt. We hebben het eerder erover gehad dat je niet alleen de inrichting moet beschrijven, maar ook de locatie van de inrichting binnen de ruimte. Jij doet dat allebei maar met drie keer ‘daarnaast’ en drie keer ‘naast’ krijgt de locatiebepaling toch iets geforceerds. Desalniettemin een bijzondere beschrijving van een bijzondere kamer van een bijzonder mens.
Cijfer: 8
Dewi Broerse
Schrootjes. We kunnen geen betere samenvatting vinden van deze mismoedige schets. De slaapkamer, het beddengoed, het schemerlicht weerspiegelen de malheur van haar geestelijke toestand. De enige majeurtonen zijn het stoepkrijt en de geuren die haar door de kieren van de deur bereiken, die ze echter negeert omdat ze soelaas vindt in de vergetelheid van het slapen. De ruimte is een verlengstuk van haar geworden, een verlengstuk dat ze alleen slapend kan ontwijken. Wie is hij? We vinden het misschien wat eenzijdig, wat vlak, zo veel onbepaalde ellende zonder oorzaak en zonder dat we haar leren kennen.
Cijfer: 7,5
Hester van Duyn
Het onze in Onze slaapkamer krijgt een extra betekenis na het lezen van deze scène. Een stel dat uit elkaar gaat en de spullen verdeelt die ze hebben gedeeld en daarbij zichzelf – nog een laatste keer? – delen. We herkennen het verhaal, vermoeden echter dat er meer uit te halen valt dan vieze tinten en plakkerige schuifdeuren. Een gemiste kans? Het ‘altijd’ in ‘Ze hebben het altijd zo gelaten’ is overbodig.
Cijfer: 7
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Gefeliciteerd, Marge!
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd! Lag het niveau echt zo hoog of willen jullie niet te veel afschrikken?
BeantwoordenVerwijderenIk kan ook leven met een lager cijfer en hoge lat :)!
We proberen inderdaad bij onze beoordelingen ook altijd iets positief te zeggen over de teksten. In dit geval vonden we echter het gemiddelde niveau echt erg hoog liggen.
VerwijderenGefeliciteerd, Marge!
BeantwoordenVerwijderen'Zouden wij ons thuis voelen in de woonkamer van Jaap? Vermoedelijk niet.'
Nou, dat valt altijd erg mee, hoor. Jullie zouden de eersten zijn. Van harte welkom!
Gefeliciteerd Marge!
BeantwoordenVerwijderenEn jury, wederom bedankt!
Gefeliciteerd aan Marge :) en bedankt voor de feedback, erg fijn en vooral leerzaam.
BeantwoordenVerwijderenIk vergeet mijn naam, Dewi dus haha.
VerwijderenBedankt allemaal!
BeantwoordenVerwijderenMarge