Hij parkeert op de oprit naast zijn vaders huis.
Als ze uitgestapt zijn, zegt de vader, steunend op de rand van het portier: 'Heerlijk. Thuis.'
De zoon kijkt naar hem. Hij ziet een breekbare man, de huid strak over zijn schedel, gelig. De net gekregen uitslag van de ziekenhuisonderzoeken is hem aan te zien.
'Koffie. Goeie koffie. Niet zo'n automatenbak,' zegt de vader. Hij prutst met de huissleutel bij het slot.
Binnen hangen ze hun jassen op. Even later zitten ze in de leunstoelen bij het raam.
"Eerder een kwestie van weken dan maanden" herhaalt de dokter in het hoofd van de zoon. Zijn vader roert, net even onstuimiger dan nodig is, in het kopje dat op de armleuning van zijn stoel staat. Hij kijkt met een grimas om zijn mond de straat in.
'De buurman gaat boodschappen doen,' zegt hij. 'Altijd op vrijdagmiddag.'
'Hoe voel je je?' vraagt de zoon.
'Goed,' zegt de vader zonder zijn blik van de buurman los te maken. 'Hoezo?'
'Nou ja, de uitslag. Ik bedoel ...'
'Oh, dat.' Hij snuift. 'Ik voel me prima.' Hij tilt zijn kopje op en zet het aan zijn mond. 'Ahh, wat een genot. De uitvinder van koffie verdient een stoel in de hemel.'
De zoon kijkt zijn vader strak aan, maar die kijkt hoe de buurman achteruit de openbare weg oprijdt.
'Iedere vrijdagmiddag,' zegt hij. 'Een man van gewoontes.'
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Een fragment in weinig woorden. Ik hanteer echter sinds kort een methode, waarmee je nog dichterbij je lezer kunt schrijven. Een methode die misschien streng klinkt, maar zodra je haar kent, wil je niet meer anders zien. Ik zie het als show don’t tell, maar dan bij zinsstructuur. Misschien kun je er iets mee, ik zweer er namelijk bij: gebruik geen andere voegwoorden dan en, geen onvoltooide deelwoorden. Als je deze woorden namelijk wel gebruikt, kauw je de zinnen voor je lezer voor.
BeantwoordenVerwijderenBijvoorbeeld: “Als ze uitgestapt zijn, zegt de vader, steunend op de rand van het portier: 'Heerlijk. Thuis.'” -> Ze stappen uit. De vader steunt op de rand van het portier. ‘Eindelijk. thuis”
Ook vind ik dat je actiever om moet gaan met tijdsaanduidingen. Dat kan namelijk al snel te verslagend klinken. “Even later zitten ze in de leunstoelen bij het raam.” -> Ze nemen plaats in de leunstoelen bij het raam.
Deze zin is zo niet nodig: “Zijn vader roert, net even onstuimiger dan nodig is, in het kopje dat op de armleuning van zijn stoel staat.”. Schrijf gewoon -> Zijn vader roert in het kopje op de armleuning. Het lepeltje schraapt luid tegen het keramiek.
Hoi Shamar, Bedankt voor je ideeën. Ik zie wat het doet in de tekst. Waardevol. Wat is de bron van deze tips, of ben jij dat zelf?
BeantwoordenVerwijderenOp meerdere plekken roepen ze wel dat je bepaalde woorden niet moet gebruiken. Op blogposts zoals Schrijfvis staan hele lijsten. John Gardner liet in het boek “The art of fiction”, dat Maarten heeft aangeraden, zien hoe krachtig het weglaten van onvoltooide deelwoorden is. Als je zelf gaat experimenteren met deze ‘vaste regels’, kom je eruit wat werkt en wat niet. Ik vind dat zulke woorden weglaten je tekst actiever maakt.
VerwijderenDat is ook zo in jouw voorbeelden. Anderzijds moet het ritme niet vervallen in staccato. Door het strenge toelatingsbeleid van 'voegwoorden' dreigt dat wel.
BeantwoordenVerwijderen