Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Weg uit de boma - 5 Geen weg terug



5. Geen weg terug

Zij doen intussen wat ze kunnen om Benny te helpen met het maken van die broodnodige aansluiting. Maar dat is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Vlak voor het zomerverlof van zijn eerste schooljaar wordt Marijke geveld door een ernstige hepatitis infectie. De spanning en onzekerheid over de onvoorbereide verantwoordelijkheid voor de zorg over een onbekend kind. Het dagelijkse werk dat gewoon doorgaat. Het is allemaal te veel en ze is werkelijk doodziek. Het enige uitzicht op spoedig herstel is repatriëring. Er zit niets anders op dan terugreizen naar Nederland. Benny achterlaten bij de familie Goldstein is geen optie. Na maanden bij Pieter en Marijke te hebben gewoond zou hem dat opnieuw te veel verwarren. Zo is de overweging. Hij moet ook mee naar Nederland. Daar kan hij gelijk goed onderzocht worden door een medisch specialist. Vanuit het kantoor in de grote stad op het vasteland wordt alles zo snel mogelijk geregeld. Als zij daar met een inderhaast gecharterde privé vlucht landen, kunnen zij de volgende dag op de rechtstreekse KLM-vlucht naar Amsterdam stappen.

De zorg voor Marijke zo goed mogelijk organiseren. Reisbagage inpakken. Gesprekken met Benny’s schoolleiding om uit te leggen waarom zij hem geheel onverwacht meenemen naar Nederland, ook al weten zij niet hoelang dat zal duren. Het moet allemaal in nog geen twee dagen georganiseerd worden. Tussen alle bedrijvigheid door probeert Pieter aan Benny zo goed mogelijk uit te leggen wat er nu weer boven zijn hoofd hangt. Maar of de kleine jongen dat allemaal goed kan overzien? Op een rustig moment, terwijl Marijke uitgeteld op bed ligt, is er een uurtje voor kleine Benny en hem samen. “Shall we make pancakes?” stelt hij voor. Waarschijnlijk weet Benny op dat moment niet wat pancakes zijn, maar hij knikt dat hij dat wel wil. Een mooi beslag van meel, melk en eieren is zo gemaakt. De koekenpan voorverwarmen op de elektrische kookplaat en daar gaat het eerste beslag in de pan. Dat werkt goed. Benny ziet wat er gebeurt en die eerste pannenkoek ruikt lekker. Als Pieter vraag of hij ook wil proberen om de tweede pannenkoek te bakken pakt hij, voordat Pieter hem kan tegenhouden, de gloeiendhete pan met zijn volle hand beet om die naar hem toe te halen voor het opgieten van het beslag.

Pieter wil hem nog waarschuwen maar het is te laat. Benny begint vreselijk te schreeuwen als zijn hand bijna vastschroeit aan de pan. Hij kan niets anders doen dan die hand direct onder de koude kraan met stromend water af te laten koelen. Maar het laat een lelijke brandwond achter.
Benny schreeuwt zo hard van de pijn dat Pieter er bijna van in paniek raak. Hij doet iets met verband en wondzalf en nog meer afkoelen onder de kraan. Het arme joch wist natuurlijk niet dat de pan gloeiend heet was. Als rondkruipende peuter bij een kampvuur is hem ongetwijfeld snel geleerd om weg te blijven van gloeiendheet houtvuur. Dat zagen zijn ogen en hij voelde de uitstralende warmte van de vlammen. Maar een stalen plaat met daarop een ijzeren pan waar zomaar iets lekkers uitkomt? Minutenlang schreeuwt hij het uit van de verzengende eerste pijn.
Bij de traditionele behandeling van zijn beenwond is ooit ook vuur gebruikt, zo hoorden zij dokter Ben vertellen in Lodwar.

In de hectiek van de noodzakelijke repatriëring van Marijke zijn ze niet goed voorbereid op het vertrek naar een land buiten de landen zone van Oost-Afrika. Tot dusver reisden zij altijd met z’n tweeën, allebei in bezit van een over de hele wereld erkend EU-paspoort. Dat was zo’n vanzelfsprekend comfortabel gevoel dat ze er nooit bij stilstonden hoe bevoorrecht zij daardoor waren. Nu jagen zij, in de vroege avond en met een 5-jarig ventje aan de hand met hier en daar een verband op zijn lijf, door de vertrekhal van een half verlaten vliegveld.
Marijke kan nauwelijks alleen voort. Pieter ontlast haar zo goed mogelijk door alle handbagage te dragen. Ze hebben nog een goed kwartier voordat KLM zal opstijgen naar Amsterdam en ze zijn nog niet door de douane. Alle passagiers zijn al ingecheckt en de motoren bulderen in de startstand. Ze zijn de laatste vertrekkende passagiers bij de balie van de douane. Hun eigen reispapieren zijn natuurlijk in orde. Maar wie is dat kleine ventje daar aan uw hand? Zo leest hij de fronsende blik van de douanebeambte.
Anatoka wapi mtoto huyu?” (Waar komt dat kind vandaan?)
Het enige reisdocument dat ze voor Benny hebben is een handgeschreven laissez passer dat voldoende is om hem als kind onder begeleiding binnen de douane-unie tussen de oostafrikaanse landen op en neer te laten reizen. En nog wat incomplete documenten die wijzen op de tijdelijke, verzorgende rol die zij voor Benny vervullen. Een erg zwakke onderbouwing voor een Europees echtpaar dat in grote haast probeert in een vliegtuig te geraken, met een zwart jongetje aan de hand, holderdebolder op weg naar Amsterdam. Marijke mag gelukkig doorlopen en Pieter gebaart haar om snel het vliegtuig binnen te gaan.
Hij moet zich hieruit zien te redden in zijn beste Swahili en Engels. Hoe komt dit ventje onder hun hoede in hun woonplaats op het eiland? Wat is zijn achtergrond? Weet zijn familie hiervan? Waarom heeft het kind geen geldige reispapieren?
Te veel vragen om in enkele zinnen te beantwoorden. Hij begint te beseffen dat hij heel zwak staat in de pakweg tien minuten die ze nog hebben, voordat het vliegtuig zal opstijgen. “Njoo hapa nyuma, bwana” (Komt u even mee naar achteren). De moed zakt Pieter in de schoenen.
Hoe redt hij zich hieruit? Hoe komt hij veilig, met Benny aan zijn hand, nog in het vliegtuig naast de doodzieke Marijke? Wat als de douanebeambte besluit om hen vast te houden, op verdenking van ontvoering? Er schiet hem het krantenartikel te binnen uit een lokale krant. Een Italiaans echtpaar was op het vliegveld aangehouden wegens illegale adoptie van een kind. Weet de douanebeambte van dit voorval? Zijn de douanediensten nu ook extra alert?

Achter in het kantoortje slaat de sfeer om. “Una kitu kidogo?” (Heb u nog een extraatje voor mij?)
Plotseling begrijpt Pieter waarom hij naar achteren werd geroepen. Inwendig slaakt hij een zucht van verlichting terwijl hij een biljet van 10 dollar tussen de reispapieren vindt en dit discreet aan de beambte toeschuift. Ze mogen doorlopen en even later ploft hij uitgeput neer in de vliegtuigstoel. Ze stijgen veilig op. Tijdens de vlucht heeft kleine Benny de tijd van zijn leven. Voor het eerst in een groot verkeersvliegtuig met nog een paar honderd andere mensen. Zonder dat hij het beseft vliegt dat grote ding straks langs de sterrenhemel over het grote woestijnmeer omringd door geitenkuddes, op weg naar het verre Europa. Een stewardess babbelt wat met hem en vraagt of hij misschien even in de cockpit wil kijken bij de piloot. Opgelucht proberen zij nog wat nachtrust te krijgen, voordat zij in de vroege ochtend veilig landen in Amsterdam.



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties