Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Weg uit de boma - 4 Met een rugzak naar school

Deel 4 - Met een rugzak naar school


Aan het begin van de jaren negentig verkeert het eiland in deplorabele staat. Met de val van het IJzeren Gordijn is abrupt alle financiële steun vanuit de communistische broederlanden weggevallen. Na jaren van geleide staatseconomie is de publieke infrastructuur er slecht aan toe. Wegen, ziekenhuis, schoolgebouwen. Alles lijdt onder achterstallig onderhoud. Verval is de alledaagse aanblik van het straatleven in de havenstad en de omliggende dorpen. Het van koraalsteen gebouwde oude centrum van de Arabische handelsstad is er het ergst aan toe en staat hier en daar op instorten. Betrouwbare verbindingen met de zeehaven op het vasteland zijn er nauwelijks of functioneren slecht. Het eiland en zijn bewoners lijken in een zware identiteitscrisis terecht te zijn gekomen. Heel voorzichtig worden de eerste schreden gezet naar een open economie. Fondsen van ngo’s en private investeringen komen stap voor stap op gang. Zo starten Marijke en Pieter hun werk aan het einde van 1990. Ze zijn getuige van een langzame wederopstanding van dit idyllische eiland voor de oostkust van Afrika.
Er zijn kilometerslange, parelwitte stranden met hier en daar een loom vissersdorpje onder de zacht ruisende palmbomen. Het platte strandtoerisme zoals het inmiddels is ontstaan aan de kust van het vasteland, aan de overkant van de zeestraat, is nog nergens te bekennen. Hier en daar biedt een ijverige lokale ondernemer wat bescheiden kamers aan met een bed en stoel voor de nacht. Ze kunnen dan nog niet bevroeden dat binnen amper tien jaar alles op het eiland in dienst komt te staan van het toestromende massatoerisme.
Na een jaar of twee zijn ze allebei redelijk ingeburgerd in de lokale gemeenschap. Ze spreken goed Engels en over het bezigen van de lokale taal krijgen ze complimentjes van een marktkoopman of anders wel van de taallerares waar zij gedurende ruim een jaar privé taallessen volgen. Het scheelt enorm dat zij niet lang daarvoor, hun eerste werkervaring hebben opgedaan elders in Afrika. Halverwege de jaren tachtig werkten ze allebei drie jaren in West-Afrika. Jonge broekies waren ze toen, van ergens in de twintig. Net getrouwd, ijverig werken aan hun voorbereidingstraining voor een werkperiode in de tropen en intussen hoopvol in afwachting van een fijn gezin.

Vanaf de eerste dag dat zij verantwoordelijk zijn voor de verzorging van kleine Benny nemen zij direct actie om voor hem een goede school te vinden. Daarin is de keuze snel gemaakt. Er is maar één internationale school op het eiland die voldoende aansluiting biedt met modern westers onderwijs. Die school is klein en gehuisvest in een eenvoudig gemetseld gebouwtje met twee klaslokalen en een bescheiden kantoorruimte aan de rand van de stad, niet ver van het strand. Daaromheen een flink terrein met wat groen voor de buitenactiviteiten. De schoolorganisatie is pas enkele jaren daarvoor opgericht. Een groep expats op het eiland heeft geld bij elkaar gebracht en gezorgd voor de nodige startmiddelen om goed onderwijs van de grond te krijgen. Er zijn enkele onderwijskrachten gerekruteerd uit Europa om het Britse onderwijssysteem volgens het National Curriculum vorm te geven. Het totaal aantal leerlingen bestaat uit niet meer dan een dertigtal kinderen van allerlei achtergrond. Overwegend Europese kinderen met vaders of moeders die tijdelijk op het eiland werken voor een internationale organisatie. Maar ook kinderen van welgestelde lokale middenstanders die geen vertrouwen hebben in het gratis lokale onderwijs. Een charmant mengelmoesje van culturen en nationaliteiten in zo’n klein groepje kinderen lijkt een goede start voor kleine Benny.

Hello Benny. Welcome! So nice to have you with us on our first schoolday.” zegt de schooldirecteur als zij Benny op zijn eerste schooldag afzetten bij het schoolterrein. Even verschijnt er een beleefde glimlach op zijn gezicht, maar verder kijkt hij gespannen om zich heen in deze nieuwe omgeving. Vanaf dan bepaalt het volgen van de dagelijkse lessen zijn nieuwe, strakke dagritme. Gehaald en gebracht door twee nog steeds wildvreemde mensen die ’s morgens voor het vertrek zijn rugzakje inpakken. Dan in de auto over die lange rechte asfaltweg naar het schoolterrein, een paar kilometer verderop. Nog niet goed hersteld van zijn beenwond en slechts een paar zinnen Engels machtig moet hij zijn uiterste best doen om aansluiting te vinden in de gemêleerde groep met kinderen. Alle kinderen hebben al een voorgeschiedenis met klassikaal onderwijs. Netjes rechtop zitten. Armen over elkaar en braaf luisteren naar een juf die iets verteld. Niet door elkaar praten in een groepsgesprek en stilte tijdens de lessen. Zo niet Benny. Zijn jonge leventje speelde zich tot voor kort nog af in de boma, temidden van zijn grootfamilie en tussen de geiten op de eindeloze zandvlakte.
Nu moet hij zich schrap zetten voor de aanpassing aan het westers onderwijssysteem. Maar het ontbreekt hem bij die start aan basale didactische vaardigheden. In de boma had nog nooit iemand hem voorgelezen uit een plaatjesboek. Wat is de tekstuele betekenis van een afbeelding? En hoe hou je een potlood vast om iets op papier te zetten? En wat is dat eigenlijk, papier? Bij het aankleden na het opstaan en klaarmaken voor school is het aantrekken van zijn schoenen nog elke dag een probleem. Zijn hele korte leven barrevoets door het woestijnzand en geitekeutels lopen en dan, van de ene dag op de andere, van die zware en stugge omhulsels om de voeten. Het is hem een gruwel en het eerste dat hij doet na thuiskomst uit school, is die schoenen uit en in een hoek smijten.

In die eerste schoolse maanden buitelen de verschillende talen over elkaar heen. In het grote familiehuis bij Ben en Liz wordt af en toe nog wat van zijn lokale taal gesproken door de huishoudelijke staf. Swahili is de lokale taal van de buurjongetjes waar hij mee speelt. Op school is Engels de voertaal. In zijn thuisomgeving bij zijn nieuwe verzorgers rond de tafel wordt voorlopig ook Engels gebruikt als omgangstaal.
Er is geen twijfel over de achterstand van zijn schoolse vaardigheden. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn psycho-sociale vaardigheden. Hij lijkt een haarfijne antenne te hebben om op het juiste moment contact te maken met iemand anders. Een klasgenootje, een buurjongetje om mee te spelen. Maar ook volwassenen, op school of uit de huiselijke kennissenkring benadert hij op een open en toegankelijke manier. Het meedoen in de groep en daar zijn juiste plek in vinden gaat hem opvallend goed af. Hij weet die ander snel voor zich te winnen door een natuurlijke charme. Dat moet zijn emotionele bagage zijn uit de boma. Zijn scherpe opmerkingszin valt ook op bij het monteren van de eerste Lego bouwdoosjes die hij krijgt. De eenvoudige logica van het bijgesloten stappenplan voor het in elkaar zetten van de ziekenwagen, met zwaailicht op het dak en een heus brancard in de achterklep, doorziet hij direct, ook al heeft hij nog nooit een echte ziekenwagen gezien. Dat het kleine knopje in de wand van zijn slaapkamer dient om ’s avonds het ligt aan en uit te doen snapt hij zonder uitleg. Maar hoe hij handelt als blijkt dat hij nog net te klein is om dat knopje aan te raken verbaast hen. Hij aarzelt geen moment en maakt de beoordeling dat een lege wasmand naast hem volstaat. Hij pakt die zonder aarzelen met beide handen op en met een goed gecontroleerde tik weet hij daarmee de schakelaar te bedienen alsof hij nooit anders heeft gedaan. Voor een kind van zijn leeftijd en met een flinke taalhandicap past hij zich met een vanzelfsprekend gemak aan, aan zijn nieuwe omgeving. Intuïtief lijkt hij aan te voelen dat zijn verdere leven daarvan afhangt.

Maar op een goede dag, nadat kleine Benny alweer enkele maanden bij hen woont, komt de schooljuf op bezoek om over zijn vorderingen te praten. Of liever gezegd, het is het achterblijven van die vorderingen dat haar zorgen baart.
Want tsja…..als je bijna zes jaar bent moet je toch zo zoetjesaan je eigen naam wel op papier kunnen schrijven. Of zelfstandig uit kunnen rekenen – op papier – dat twee maal drie zes is. Daar struikelt Benny nog te veel over. De juf weet eigenlijk niet zo goed wat zij aan moet met een leerling die drie talen door elkaar spreekt en niet voldoet aan de eisen van het curriculum. Het ongemakkelijke gesprek tussen een goedbedoelende schooljuffrouw en twee onervaren, aspirant, adoptiefouders komt niet goed op gang . “Let’s give him a chance” besluit de juf het gesprek. Dat is vooral een beleefde opmerking om een lastig gesprek netjes af te ronden.



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties