Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Het laatste woord
Inzending schrijfopdracht Bevrijding
Hosman schuift zijn stoel wat naar achteren. De mannen zitten zoals elke zaterdagmiddag in zijn kleine bakkerij achter de winkel. Er wordt druk gepraat. Alleen hij zwijgt. Hij houdt niet van deze middagen, van deze mannen met hun geheimen. Sinds Hansen hem betrapte toen hij het officierscafé uitkwam komen ze bij hem. 's-Avonds waren ze zijn bakkerij binnengedrongen en noemden hem een verrader. Ze hadden gedreigd hem na de oorlog aan te zullen geven, de Canadezen waren tenslotte al dichtbij, Rondom de grote beslagmachine scheppen ze op over hun verzetsdaden. Arnoldus, de ritselaar, Bongers van de machinefabriek, die beweert de vijand slechte waar te hebben geleverd, en Hansen, koster, polisverkoper en volgens eigen zeggen, koerier van het verzet. Hun heldendaden worden grootser naarmate de bevrijder nadert. Vanavond al zullen ze mogelijk al met hun tanks het dorp in rijden en de vijand laadt zijn laatste spullen in, klaar om te vertrekken. Bij sommige dorpelingen staat de vlag al in de gang en men kijkt brutaal naar de laatste bezetters. Hosman wil dat ze gaan, deze mannen, hij wil alleen zijn, in de warme bakkerij, en zoals altijd aan het einde van de week, de broodblikken met zoutzuur schoonmaken. Arnoldus haalt sigaren tevoorschijn, steekt er een op en houdt Hansen en Bongers de doos voor. 'Deze hebben we nu verdiend mannen, echte tabak, ze liggen al een tijd te wachten.' 'Hosman, ga eens wat te drinken halen man, je hebt vast nog wel wat jenever in de kelder staan?' zegt Bongers en veegt de zweetdruppels van zijn voorhoofd.
Hosman had zich destijds niet tegen de beschuldigingen kunnen verweren. Praten deed hij toch al weinig en hij kon niet ontkennen dat hij met de kerst "Wehnachtsbrot" aan de Wehrmacht had geleverd. Het was alsof de woorden verdampten voordat ze zijn mond verlieten. Als hij zijn stem verhief kwam er niet meer dan een ijle piep. 'Ja Hosman, doe eens wat voor ons, je was zo gastvrij het laatste jaar, een bevrijdingsborrel, voor ons dan', Arnoldus, kijkt hem grijnzend aan. 'Op je laatste dag in vrijheid bakkertje'. 'Bakkertje gaat hangen' zegt Hansen die zoals altijd pas wat zegt na een goedkeurend knikje van Arnoldus.
Hosman staat op en loopt naar de kelder, op het houten schap in de schemerige ruimte staan het zoutzuur en de jenever. Hij pakt de fles en loopt naar boven. De mannen gaan staan, 'Jij drinkt toch niet, hè bakkertje?' Hosman schenkt de glaasjes vol. 'Op de overwinning' 'Ad fundum' klinkt het uit een mond. Dan sluit Hosman de bakkerij en hangt de vlag uit. Het geluid van de schreeuwende mannen wordt overstemd door het geratel de binnenrijdende tanks.
Reacties
Een reactie posten