Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Fietsavonturen - Jan Haasnoot

De oude dijkweg slingert zich door het lenteland. Het fluitenkruid staat uitbundig wit te zijn en wiegt op heuphoogte in de kronkelende bermkant tussen de eerste boterbloemen en paarse klaver. Het onverwacht vroeg zonnige voorjaar nodigt iedereen uit om op pad te gaan. Tussen het dagelijkse autoverkeer rijden nu steeds vaker ook tweewielers over de smalle en bochtige wegen zonder fietspad. Recreanten die met helm op rustig naast elkaar voort peddelen zonder acht te slaan op achteropkomend autoverkeer. Scholieren van de groenopleiding in het dorp die druk zijn met elkaar in plaats van op te letten op medeweggebruikers.
Geert is onderweg naar het dorp om daar zijn vrouw naar de trein te brengen. Hij weet; met dit onverwacht fraaie weer is het oppassen geblazen als automobilist, om niet in gevaarlijke situaties te komen met tweewielers.

Aan het einde van de dijkweg is een scherpe bocht, uitkomend op het rechte stuk weg langs het kanaal. Het zicht achter die bocht is lastig. De wilgen staan vol in het blad met aan hun wortels hoge brandnetelvelden, nu al op heuphoogte. Ze ontnemen een goede doorkijk naar het tegemoetkomend verkeer dat vanaf het rechte stuk de bocht inkomt. Het oer-Hollandse beeld van wind, water en groen wordt ruw verstoord door een jonge scholier op een accufiets. Hij hangt met zijn ellebogen over het stuur, met in zijn handen de onmisbare telefoon. Zijn blik is geheel gefixeerd op het beeldschermpje en met een koptelefoon tegen zijn oren roetsjt hij met veel te hoge snelheid de bocht uit achter de brandnetels vandaan, net over het midden van de smalle weg.
Geert schrikt en moet met een ruk aan het stuur uitwijken en vaart minderen. In een reflex claxonneert hij als waarschuwing naar de jongen. Het loopt goed af en met een slingerbeweging brengt die zijn fiets weer op koers. Hij ziet nog net dat de jongen verbaasd achteromkijkt. Naar wie toetert die automobilist? Zijn verbaasdheid lijkt op gemakzucht, onverschilligheid zelfs. De fietser lijkt zich niet bewust van zijn eigen roekeloze rijgedrag. Hij brengt anderen ermee in gevaar en jaagt die de stuipen op het lijf. Hollands welvaren vloog even uit de bocht.

“Verdorie! Ik schrik me rot. Het lijkt wel of je dit steeds vaker ziet. Niet opletten op medeweggebruikers en geheel opgaan in een eigen digitale bubbel. Levensgevaarlijk!” Zo verzucht Geert tegen zijn vrouw naast hem. Hij is geschrokken van zijn eigen onverwachte manoeuvre. Het vanzelfsprekend gemak waarmee de knul zijn ruimte opeist zonder rekening te houden met anderen stoort hem. Het is een alledaags beeld aan het worden in het moderne wegverkeer.
”Het zou mij niet verbazen als die knul straks thuis op de boerderij op zo’n 200PK tractor kruipt om met ditzelfde gedrag de wegen nog onveiliger te maken. Als ik hier op mijn fiets rondrijd duwen ze mij gewoon in de berm zonder dat ze dat door lijken te hebben. Die onverschilligheid kan ik mij zo over opwinden”.
“Ach, die jongens moeten toch hun werk doen?” probeert zijn vrouw z’n frustratie nog weg te sussen. “Laat het nu maar Geert. Je maakt je veel te druk. Wees blij dat het niet erger is afgelopen”.
Het blijft verder stil in de auto.

Even later komen ze aan in het dorp en Geert zet zijn vrouw af bij het station. Het is rustig op het kleine stationsplein. Een handjevol reizigers haast zich naar het enige perron. Er rijdt een streekbus weg, met wat studenten uit de grote stad, op weg naar huis. De basisschool aan de overkant van het plein laat haar kinderen los. Ze schieten alle kanten uit, het dorp in, joelend en spelend op weg naar huis.
Als zijn vrouw is uitgestapt rijdt Geert rustig de Stationslaan in, naast het schoolplein.
Stapvoets rijden en voorzichtig met de overal ronddartelende kinderen rekening houden. De sjieke laan is omzoomd met deftige boerenvilla’s en aan beide zijden geparkeerde auto’s.

Er fietsen twee jochies weg van het schoolplein. Allebei een jaar of zes, zeven. Zo te zien van oosterse afkomst. Afghanistan of Syrië? Samen op weg naar de AZC-locatie iets verderop buiten het dorp. Twee broertjes misschien, samen trots door de schilderachtige dorpsstraten met oudhollandse gemetselde siergevels, op weg naar hun tijdelijke onderkomen. Ze stralen op hun tweedehands fietsjes en kijken vrolijk in het rond. Het valt Geert direct op dat zij keurig bij elke bocht hun hand uitsteken, terwijl ze de bewegingen van zijn auto achter hen goed in de gaten houden. Hun olijke gezichten stralen ook onverbloemde trots uit.
Geert leest een denkbeeldig tekstballonnetje boven hun vrolijke hoofden. “Kijk ons hier eens rijden door de smalle, slingerende dorpsstraatjes in dit vreemde dorp. We hebben goed opgelet tijdens onze fietslessen in het AZC en die mevrouw die ons les gaf nam ook nog de fietsjes voor ons mee”.
Ze houden een goed oog op de haastig voorbijfietsende bakfietsmoeders en schoolgenootjes die links en rechts de straten oversteken. Het gaat ze zo te zien makkelijk af. Ze gedragen zich in dit korte, ongecontroleerd hectische verkeersmoment alsof zij jarenlang nooit anders hebben gedaan en behoedzaam koersen zij door de smalle slingerwegen van het oude plattelandsdorp.
De valstrik van een vuistgroot beeldscherm met oordoppen is hen nog niet bekend.

Geert blijft eerst voorzichtig stapvoets achter de jongens rijden. De dorpsstraat die naar de rand van het dorp leidt is nog te smal voor een inhaalmanoeuvre met de twee dappere fietsertjes.
De vrolijke onbezorgdheid van de twee jochies raakt hem. Door hun oplettende aandacht voor de overige weggebruikers wordt hij vanzelf deel van hun speels enthousiasme.
Als de weg wat meer ruimte biedt kan hij er toch langs. Behoedzaam haalt hij hen in en maakt heel even oogcontact met een van de jongens. Geert kan het niet laten om even zijn duim naar hem omhoog te steken, als compliment voor hun oppassende weggedrag.
Het ventje lacht nog breder en steekt zijn hand op naar hem, als een welgemeende groet op een dag die, ergens langs het fluitenkruid in de berm, verkeerd dreigde af te lopen.



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. Het plot is te eenvoudig. Het is geen verhaal waar ik ingezogen word en benieuwd ben hoe het afloopt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jan Schuuring25/5/25 07:51

    Een sympathiek verhaal dat zorgvuldig is opgebouwd en stilistisch verzorgd, maar te sterk leunt op het overbrengen van een boodschap. Het is eerder een beschouwend mini-essay dan een literair verhaal met emotionele gelaagdheid of narratieve spanning.
    Schrap de uitleggerige passages, geef ruimte aan het beeld, en vertrouw op de intelligentie van de lezer. Zo kan het verhaal aan kracht en gelaagdheid winnen.

    Voorbeelden van enkele uitleggerige passages:

    1. “Hij ziet nog net dat de jongen verbaasd achteromkijkt. Naar wie toetert die automobilist? Zijn verbaasdheid lijkt op gemakzucht, onverschilligheid zelfs. De fietser lijkt zich niet bewust van zijn eigen roekeloze rijgedrag. Hij brengt anderen ermee in gevaar en jaagt die de stuipen op het lijf.”

    Geerts gedachten worden hier te direct verwoord. De observatie wordt onmiddellijk van morele duiding voorzien. De lezer hoeft niets zelf te interpreteren; alles wordt voorgekauwd.

    Mogelijke, strakkere versie:

    "Hij ziet nog net hoe de jongen opkijkt. Verbaasd. Alsof híj verrast is. Alsof er niets aan de hand was. Dan rijdt hij alweer verder, nog altijd met zijn blik op het scherm."

    2. "Kijk ons hier eens rijden door de smalle, slingerende dorpsstraatjes in dit vreemde dorp. We hebben goed opgelet tijdens onze fietslessen in het AZC en die mevrouw die ons les gaf nam ook nog de fietsjes voor ons mee.”

    De ‘tekstballon’ verwoordt letterlijk wat je wil dat de lezer begrijpt over de kinderen: hun achtergrond, hun dankbaarheid, hun inspanning. Dit haalt de subtiliteit weg.
    Suggestie: "Ze steken bij elke bocht hun hand uit. Hun blikken schieten van links naar rechts, alert en beheerst. Eén van hen kijkt even om, glimlacht. Het stuur wiebelt, maar hij herstelt snel."

    3. “Het vanzelfsprekend gemak waarmee de knul zijn ruimte opeist zonder rekening te houden met anderen stoort hem. Het is een alledaags beeld aan het worden in het moderne wegverkeer.”

    Deze zinnen geven een beschouwende samenvatting van Geerts ergernis. De lezer voelt die ergernis al; deze expliciete herhaling is overbodig.

    Suggestie:
    "Geert knijpt zijn vingers om het stuur. Zijn voet zoekt de rem, al is dat niet meer nodig. “Ze kijken niet meer op of om," mompelt hij.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik vind het oprecht jammer dat Jan zoveel moeite steekt om zo uitgebreid commentaar te geven en dat er dan geen reactie komt van de schrijver.

      Verwijderen
  3. jan haasnoot27/5/25 16:47

    Hier ben ik toch nog. Slordig momentje. Ik meende stellig al gereageerd te hebben, maar niet dus. Een paar daagjes er tussenuit aan strand enzo...
    Bedankt ook Ineke voor de aansporing. Terecht.

    (Nogmaals) dank je wel Jan. Ik waardeer het zeer dat je er zoveel aandacht aan hebt besteed. Het sterkt en helpt mij om mijzelf te verbeteren.
    Gek genoeg kreeg ik, tijdens het schrijven, het gevoel dat het verhaal niet sterk in de steigers stond. Uiteindelijk miste ik zelf toch ook spanning. Een persoonlijke ervaring dramatiseren en voorzien van een sterk plot valt niet altijd mee. Dat blijkt maar weer.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Jan Schuuring27/5/25 18:10

    Dank je, Ineke. Jij ook, Jan.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten