Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Het zand voelt warm aan mijn voeten als ik naar de zee ren. Mama roept dat ik uit moet kijken. De golven spatten tegen mijn zwembroek. Ik gil. Het water is kouder dan ik dacht. Papa tilt me op en draait me rond. Ik word duizelig en lach.
Als ik nu de zee ruik, voel ik nog zijn handen, als echo's in mijn huid. Wat me raakt is hoe volkomen veilig ik me voelde. Omringd door zorgeloosheid. Ik weet nu dat mijn ouders daar misschien wel hun zorgen hadden, maar voor mij waren ze simpelweg papa en mama. Het geeft me een zacht soort weemoed.
Ik bouw een kasteel vlak bij de vloedlijn. Mama helpt met de torens. Ze graaft voorzichtig met haar vingers in het natte zand. Mijn broertje gooit schelpen op de muren. Ik gil dat hij alles kapotmaakt, maar eigenlijk vind ik het grappig. De zon brandt op mijn schouders en ik ruik zonnebrand en zout.
Als volwassene zie ik het tafereel voor me als een foto: de gebogen ruggen, de schaduw van een parasol, het schitteren van het zand in het scherpe zonlicht. De dag strekte zich uit zonder einde. Nu begrijp ik dat dit de momenten zijn waar ouders zich aan vastklampen. Niet de grote gebeurtenissen, maar de kleine, verstilde vreugdes: de manier waarop mijn handen het zand kneedden, de concentratie op mijn gezicht bij het bouwen van die torens, mijn juichkreet toen de kasteelgracht zich vulde met opkomend water.
Ik voel dankbaarheid als ik terugkijk. En een knoopje in mijn keel, omdat ik weet hoe vluchtig die zomers waren. We speelden zonder te beseffen hoe kostbaar dat spelen was.
We kopen ijsjes bij het houten hokje met het rode dak. Ik kies een bolletje citroen en een bolletje aardbei. Papa moet lachen als ik een lik neem en mijn neus onder het ijs zit. De bolletjes van mijn broertje vallen in het zand. Hij krijst. Mama duwt haar chocoladebolletje in zijn oubliehoorntje.
Als ik nu aan dat ijsje denk, proef ik het haast weer. Dat zoete en koude op mijn warme tong. De vanzelfsprekend waarmee mijn moeder de helft van haar ijs aan mijn broertje gaf. Het verbaast me niet, het ontroert me. Die vanzelfsprekendheid is iets wat je als kind niet opmerkt. Wat me nu ook opvalt, is hoe klein de rampen van kinderen zijn. Een gevallen ijsje lijkt even het einde van de wereld, maar is snel voorbij. En wat heerlijk dat ouders die kleine, voor even onvolmaakte werelden steeds herstellen.
We liggen op handdoeken in de zon, ik op mama's buik. Haar hart klopt onder mijn oor. De wind ritselt in de parasol. Papa en mijn broertje graven naar een 'schat' in het zand. Mijn huid prikt een beetje. Ik wil nog lang niet naar huis.
Als ik dat beeld oproep, bedenk ik dat mijn leven daarna nooit meer zo simpel is geweest. De warmte van een moeder, het gerommel van stemmen op de achtergrond, de geur van zonnebrand. Het is een soort paradijs dat je pas herkent als je het kwijt bent. Toen ik mijn zoontje in de vorige zomer net zo op zijn oma's buik zag liggen, besefte ik plots dat daar drie generaties verenigd waren, in dezelfde warmte die ik als kind gekend had.
Wat ik bewonder aan kinderen is hoe volledig ze in zo'n moment verdwijnen. Terwijl ik nu, tijdens de vakantie met mijn eigen kinderen, voortdurend mijn smartphone check. Of ik denk aan die deadline van volgende week. Mijn dochter van vijf staart al minutenlang naar een krabbetje in een poeltje, zonder enige gedachte aan tijd. Ik kijk ernaar met een mengsel van ontzag en melancholie. En ik besef dat wat ik toen niet wilde - naar huis gaan - nu nog is wat ik niet wil. Ik wil niet dat het geluk ophoudt.
Het verhaal roept een mooi en herkenbaar beeld en gevoel op. Hoe groot en oneindig de wereld als kind is. De stukken tussendoor waar de verteller als volwassene spreekt vind ik eigenlijk zonde. Het legt een beetje teveel de gevoelens uit die eigenlijk vanzelf al opkomen bij de herinneringen als kind op het strand. Ik zou dan wellicht eerder daar een aparte scène tussendoor van maken waarin de verteller niet in het moment leeft. Dat zegt gelijk genoeg denk ik..
BeantwoordenVerwijderenDit brengt me terug naar vorige week, naar Texel, naar het strand bij de vuurtoren. Waar we zaten te kijken naar onze twee jongens, de ene in de derde van de middelbare, de andere die over zeven weken de basisschool afsluit. In de branding bouwden ze een reusachtig fort. Gierend van het lachen als het water de gracht bereikt. Ik heb wel twintig foto’s gemaakt om dat moment voor altijd vast te leggen. Ik zei lachend tegen de oudste, drie gymnasium zit je toch hè. En hij antwoordde lachend, dit is gewoon natuurkunde hè mama.
BeantwoordenVerwijderenIk boekte meteen een nieuwe week naar Texel, want wat gun ik ze nog veel momenten als deze ☺️