Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Het was hem lang een onduidelijk waarom dit gevoel hem steeds opnieuw overviel. Er waren geen voortekenen die aankondigden dat het eraan zou komen. Het kon gebeuren op een zonnig terrasje in de stad, of tijdens een wandelvakantie in de bergen. De tussenperioden varieerden van enkele dagen tot enkele jaren en soms leken ze zo lang te duren dat hij meende er voorgoed vanaf te zijn. De laatste ervaring was deze zomer aan een zandafgraving aan de rand van de stad. Hij lag met gesloten ogen in de schaduw van een wilg waarvan de bewegende bladeren licht rode vlekken schilderde aan de binnenkant van zijn oogleden. Het was heet die dag en een zweetdruppel gleed aan de binnenkant van zijn dij naar beneden en het was precies op die plek waar de sensatie begon die eindigde in wanhoop. Het was op dit strandje dat hij begon te beseffen wat al die eerdere momenten van walging, van afkeer, van misselijkheid met elkaar verbond. Met een schok drong het tot hem door dat de teerling voor dit gevoel van afkeer, van overrompelende weerzin, lang geleden was geworpen. De kleur van het gevoel was paars. Het was het paars van het koorhemd van de pastoor dat onder de mouw van zijn kazuifel was uitgekomen. Het was het paars van de ring om de vinger waarmee die zich een weg had begaand onder de binnenkant van zijn korte broek. Het was het paars van het kalotje dat hij zag toen de man zijn dikke lippen drukte op de binnenkant van zijn dij. De linker dij.
Het is nu drie maanden nadat hij op het strandje werd overvallen door de herinneringen uit zijn jeugd, aan zijn tijd als misdienaar. Al bijna tien dagen ligt hij in bed, eerst geveld door de griep, later door angstdromen en paniek. De dromen gaan over het plekje aan de binnenkant van zijn dij, het plekje is een brandwond geworden in zijn nachtmerries die wordt geblust door een natte kus van de dikke lippen van de pastoor. Keer op keer keren ze terug, hij begint het script te herkennen. Hij ontdekt dat hij de brand aan de binnenkant van zijn dij kan blussen, dat hij in zijn droom een handelend persoon kan worden. Op een nacht zuigt hij zich, In het diepst van zijn nachtmerrie, vast aan de vlezige lippen van de pastoor bijt deze af, en spuugt ze in zijn vlezige gezicht. Wanneer hij zich weer onder de mensen beweegt wat later voelt hij zich sterker dan ooit. Het weet dat hij zijn demonen niet voor eeuwig verslagen heeft, maar wel dat sterk genoeg is om de strijd aan te gaan.
Beste schrijver, dank je wel voor je bijdrage. Zou je svp op de verhalen van de andere inzenders kunnen reageren? We kunnen allemaal leren van jouw commentaar en inzicht. Alvast bedankt! -- Maarten
BeantwoordenVerwijderenIntens verhaal dat ondanks dat toch klein blijft. Het is knap hoe je zintuigelijke gevoelens opschrijft van een oude pijn.
BeantwoordenVerwijderenIk vind het jammer dat de taal her en der wat rommelig is. Lees een zin als deze nog eens na: "Wanneer hij zich weer onder de mensen beweegt wat later voelt hij zich sterker". Er staan meer zinnen in die niet goed lopen.
Bedankt voor het delen!
Dank je Thomas, Slordigheid zit in mijn DNA lijkt het wel. Een reden om kritisch te herlezen.
BeantwoordenVerwijderenMooie beeldtaal! Het leest fijn, ondanks inderdaad wat foutjes hier en daar. Ik had het stuk misschien sterker gevonden als het eindigde bij de terugkomende herinneringen / het sterker wordende besef. Nu gebeurt er ineens heel veel in de laatste alinea, terwijl het mij een trauma lijkt dat enorm veel tijd zou kosten om überhaupt te accepteren, laat staan overkomen.
BeantwoordenVerwijderenDe eerste zin klopt niet en dat nodigt niet uit om verder te lezen.
BeantwoordenVerwijderenDit verhaal pakt een zwaar thema aan, maar schiet volgens mij veel te veel door in dramatiek (het paars-motief), onhandige zinsbouw (te langdradig) en karikaturale beschrijvingen (de pastoor als cliché-villain). De droomscène voelt als een goedkope wraakfantasie in plaats van geloofwaardige verwerking. Aanraders: subtieler symbolisme, strakkere zinnen en meer psychologische diepgang in de catharsis.
BeantwoordenVerwijderen