De vegetarische paardenslager
is een celibataire hoerenloper
die masturberende nonnen
en dames met roestwerende
vagina's wil bekeren.
Onbezoldigd smeedt hij
gebruikte kromme spijkers om
tot ongeslepen diamanten.
Hij is bevlogen van zijn roeping
en zijn linker tussen de deur voet
is chronisch opgezwollen.
Op een van zijn missies,
is hij gevallen voor een
rode schoonheid met bleke wangen.
Hij slooft zich voor haar uit
en vergeet zijn idealen.
De slager is bij haar thuis aan het behangen
Na drie maanden van groot geluk,
blijkt zij een laag-bij-de-grondse antichrist
besmeurd met het zaad
van een afvallige trappist.
Teleurgesteld vervloekt hij de goden
en schendt in gedachte de engelen.
Hij heeft het leven afgezegd
en gebruikt zijn laatste geld,
aan zuipen en spuiten,
waarna hij eindigt op de vuilnisbelt.
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Aan de ene kant lijkt het gedicht een kruisiging van idealisme, of beter: een aanklacht tegen de onmogelijkheid om idealen zuiver te houden in een wereld vol verleiding, hypocrisie en verval. De "slager" eindigt (hoe passend) op de vuilnisbelt, zijn idealen letterlijk en figuurlijk weggegooid. De absurde en sardonische manier waarop je dit schrijft is niet slecht geschreven.
BeantwoordenVerwijderenMaar aan de andere kant: inhoudelijk is het erg pessimistisch. Het personage wordt neergezet als een mislukkeling, een clown, een tragische karikatuur. Er is geen verlossing, geen leerproces, geen moment van innerlijke helderheid. Alleen verval. Het gedicht oordeelt hard over zijn personages, maar zonder zelf morele verantwoordelijkheid te nemen. Het kijkt toe hoe alles kapotgaat en doet daar een beetje lacherig over, in plaats van het tragische serieus te nemen. Dat kan leeg of zelfs koud overkomen. Dit pessimisme kun je zien als oprecht, maar ook als een manier om geen risico te hoeven nemen: om niet echt iets persoonlijks of oprechts te tonen.
Het stuk gebruik daarnaast onnodig veel provocerende uitspraken. Het leidt vooral heel erg af. Er zit een grens tussen ironie en gratuit effectbejag en hier lijkt het meer choqueren dan bevragen. Stukken over de roodharige vrouw als verleidelijke trope zijn wel zΓ³ achterhaald dat ze op zichzelf het stuk al flink omhaag lagen.
Krasslanky
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor het interessante commentaar.