Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Ze wachten bij het kruispunt. Rood voetgangerslicht. De regen is net gestopt. Hij veegt zijn bril droog met een hoek van zijn sjaal. Zij kijkt naar een winkel met bruidsjurken.
Het licht springt op groen. Ze steken over, bijna synchroon. Aan de overkant blijft zij staan. Hij loopt achter haar langs, raakt bijna haar elleboog. Zegt niets.
Later, in een museum, staan ze opeens naast elkaar. Hij voor een foto van een lege fabriekshal. Zij voor een scherm met een oude vrouw die in een onbekende taal praat tegen een stoel. Ze leunt iets opzij, dichter naar hem toe. Hun jassen raken elkaar kort. Hij kijkt op. Zij ook. Er is oogcontact. Hij glimlacht, nauwelijks zichtbaar. Ze kijkt weg, maar niet meteen.
Een telefoon trilt. Niet de zijne. Ze draait zich om en loopt naar de uitgang.
Zijn blauwe rugzak kraakt als hij zich omdraait. Zij neemt de roltrap, hij de trap.
Buiten, op het plein, kruisen hun blikken opnieuw. Ze zegt niets. Hij ook niet.
Even later in een café veegt zij met haar mouw een wak in het beslagen raam. Buiten, bij de bushalte, staat hij. Opgetrokken schouders, zijn rug naar het café. Rood-wit tape aan zijn hak.
Hij pakt een notitieboek uit zijn jaszak. Een papiertje glijdt eruit, dwarrelt weg. Hij schrijft iets.
Ze is weer buiten en staat bij een straatmuzikant. Accordeon. Ze gooit wat muntgeld in zijn doos. De man buigt. Zij knikt.
In een ondergrondse gang zitten ze elk aan een andere zijde van de doorgang.
Hij leest een pocket. Zij eet een broodje. Ze vindt de draad aan haar jas, wikkelt hem rond haar vinger, trekt. Hij klapt het boek dicht. Krabbelt iets op het voorblad.
Als zij opstaat, blijft haar servet achter onder de bank. Als hij opstaat, blijft het boek liggen.
Ze verlaten tegelijkertijd de passage. Buiten jaagt de stad.
Gassen. Geklingel. Fietsers losgezongen van alle regels.
Ze kijken niet op. Niet naar elkaar.
Hij slaat linksaf. Zij verdwijnt naar rechts.
Hun silhouetten lossen op.
Beste schrijver, dank je wel voor je bijdrage. Zou je svp op de verhalen van de andere inzenders kunnen reageren? We kunnen allemaal leren van jouw commentaar en inzicht. Alvast bedankt! -- Maarten
BeantwoordenVerwijderenEen hele mooie kleine tekst.
BeantwoordenVerwijderenMooi dat vergankelijkheid zo door de tekst heen speelt. Het niet-gezegde, de onvoltooide gebaren en de voorbijgaande blikken suggereren een romantiek die niet in vaste vormen wordt gegoten, maar in de vluchtigheid van de tijd waarin deze mensen leven.
Twijfels: Waarom de witregel tussen "Hij schrijft iets" en "Ze is weer buiten...". Dit is toch één scene? Wat is die ondergrondse gang? Een metro? Waarom houd je die vaag en andere locaties specifiek?
Hoi Thomas, Dank voor je reactie.
BeantwoordenVerwijderenIn mijn tekst staat geen enkele witregel, maar dit is hoe het geplaatst wordt.
Ik dacht aan een winkelpassage (banken, roltrap). Geen overwogen reden om dit vaag te houden.