Doorgaan naar hoofdcontent

Smeltend ijs - Jan Schuuring

De martini is lauw geworden. Ze draait het glas rond tussen haar vingers. Kijkt hoe de vloeistof rondtolt en hoe de olijf meebeweegt als afwaswater in een gootsteenputje.
'Hoe lang al?'
Hij staart naar de fruitschaal. Op de perziken begint schimmel te groeien.
'Sinds deze winter.'
Ze lacht. 'O ja? Winter? En die foto's dan? Dat strand, dat ijsje?'
Zijn schouders verstrakken. 'Je hebt op mijn telefoon gekeken.'
'Je had je telefoon in de badkamer laten liggen. Hij lichtte op toen ik binnenkwam. Hoe lang al? Een jaar?'
Hij zucht en masseert zijn slapen. 'Wat wil je dat ik zeg?'
'De waarheid. Maar dat heb je nooit gekund.'
Ze neemt een slok, proeft niets. Alleen de bitterheid blijft hangen.
Hij reageert niet. Zijn vingers tikken zachtjes op het tafelblad.
'Ik zag jullie,' zegt ze.
Zijn blik flitst naar de deur achter haar. 'Waar?' vraagt hij schor.
'Op dat terras. Wijk aan Zee. Ik had een afspraak in de buurt. Liep er toevallig langs. Jij, zij, allebei een hoorntje ijs in jullie hand.' Ze knijpt haar ogen even dicht. 'Ik dacht eerst: dat kan hij niet zijn. Maar toen zag ik je hand,' fluistert ze.
Zijn tong strijkt over zijn onderlip. Hij knippert.
'Je veegde met je duim langs je ijs, voordat je haar liet proeven. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was.'
Hij kijkt weg van haar.
'Dat doe je altijd,' zegt ze.
Onder het balkon van hun hotelkamer passeert een groepje toeristen. Hun stemmen sterven langzaam weg in de verte.
Ze draait haar ring om haar vinger. Een gewoonte die ze af zal moeten leren.
'Ik dacht dat we hier waren om het te redden,' zegt ze.
Hij schraapt zijn keel. 'Ik wist niet hoe ik het moest zeggen.' Zonder ernaar te kijken, vouwt hij een papieren servet een aantal keren dubbel. Zijn handen trillen.
'Ik wíst het al.'
Ze kijkt naar de fruitschaal. De perziken die ze vorige week heeft gekocht, hebben bruine, natte plekken in hun schil. Ze had ze niet meer aangeraakt. Net als hem.
Hij schuift zijn stoel naar achteren.
'Het ijs smolt,' zegt hij zacht.
Ze knikt. Natuurlijk, het ijs smolt … En alles wat zij gehoopt had te kunnen bewaren.



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. Imke Stofkoper4/4/25 09:41

    Een strakke scène, precies lang genoeg met goed gedoseerde beeldspraak. Alles zit erin. Mooi. Alleen dat allerlaatste zinnetje vond ik jammer, maar dat zal persoonlijke voorkeur zijn. Sommige lezers houden ervan om bevestigd te worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Anneke de Jong4/4/25 10:06

    Echt heel goed geschreven. Alleen de laatste zin mag van mij weg.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Thomas Vilt4/4/25 10:20

    Heel goed stuk. Complimenten! De zinnen voelen natuurlijk en pijnlijk herkenbaar. Je gebruikt korte replieken die veel zeggen zonder uitleg. De smaak die uitblijft, het zachte tikken op tafel, het servet dat dubbelgevouwen wordt: zulke kleine observaties zorgen ervoor dat de scène écht tot leven komt.

    Ik ben het wel eens met Imke en Anneke. De laatste zin voelt te 'af'.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Jan Schuuring4/4/25 11:13

    Dank voor jullie reacties. Wat betreft het laatste zinnetje: Jullie hebben daar 100% gelijk in. In mijn manuscript gaat het eruit. Goed van jullie: zo heb je wat aan elkaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Shamar Devan4/4/25 15:16

    Goed! Je trekt me met beeldende beschrijvingen meteen het verhaal in. Het enige wat ik ongeloofwaardig vind, is het dialoog over de gebeurtenissen op het terras. De vrouw legt erover uit alsof de man zelf niet weet wat daar is gebeurd: een “informatiedump” dus. Bovendien, is het wel natuurlijk je zo onomwonden uit te spreken in zo’n situatie over zo’n gebeurtenis? Min of meer kan het, maar misschien niet zonder stotteren en stiltes of ontkenningen van de man.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Jan Schuuring4/4/25 18:23

    Bedankt voor je reactie, Shamar.
    "Wat is het? Een infodump is een negatieve term voor een schrijfwijze waarbij de personages, karaktereigenschappen, geschiedenis of de wereld uitgebreid wordt verteld. De schrijver 'dumpt' de informatie op de lezer, vaak in lange alinea's of zelfs in een hele pagina, in plaats van dat de lezer het meemaakt." (Schrijven Online)

    'Op dat terras. Wijk aan Zee. Ik had een afspraak in de buurt. Liep er toevallig langs. Jij, zij, allebei een hoorntje ijs in jullie hand.' Ze knijpt haar ogen even dicht. 'Ik dacht eerst: dat kan hij niet zijn. Maar toen zag ik je hand,' fluistert ze.
    'Je veegde met je duim langs je ijs, voordat je haar liet proeven. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was.'

    Infodumping, infodumping ... 😏

    Als ik het niet op deze manier had laten 'zien', had er een scene aan gewijd moeten worden, bijvoorbeeld in het begin. Bovendien is wat zij daar zag erg kwetsend geweest: iemand zo van je ijs te laten proeven heeft iets vertrouwds, intiems bijna. Ze zal het daarna nog vaak in gedachten voor zich gezien hebben. Nu gooit ze hem juist die beelden voor de voeten.

    Ze confronteert haar man er inderdaad behoorlijk onderkoeld mee. Daar heb je een goed punt. Ik zal er emotie in gaan verwerken.

    👍

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Shaman Devan4/4/25 18:29

      Ik vind niet dat die extra scène nodig is hoor. In een boek over het schrijven van dialoog werd de term “informatiedumpen” echter wel in deze context genoemd, vandaar dat ik die gebruikte. Sorry voor de verwarring.

      Verwijderen
  7. Dewi Broerse4/4/25 18:49

    Deze vind ik erg mooi. Ik voel hem, ook al heb ik de situatie nooit meegemaakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Jan Schuuring4/4/25 19:04

    Je boft maar, Dewi. 😉

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Jan Schuuring4/4/25 21:35

    Smeltend ijs (versie 2).

    De martini is lauw geworden. Ze draait het glas rond tussen haar vingers. Kijkt hoe de vloeistof rondtolt en hoe de olijf meebeweegt als afwaswater in een gootsteenputje.
    ‘Hoe lang al?’
    Hij staart naar de fruitschaal. Op de perziken begint schimmel te groeien.
    ‘Sinds deze winter.’
    Ze lacht. ‘O ja? Winter? En die foto’s dan? Dat strand, dat ijsje?’
    Zijn schouders verstrakken. ‘Je hebt op mijn telefoon gekeken.’
    ‘Je had je telefoon in de badkamer laten liggen. Hij lichtte op toen ik binnenkwam. Hoe lang al? Een jaar?’
    Hij zucht en masseert zijn slapen. ‘Wat wil je dat ik zeg?’
    ‘De waarheid. Maar dat heb je nooit gekund.’
    Ze neemt een slok, proeft niets. Alleen de bitterheid blijft hangen.
    Hij reageert niet. Zijn vingers tikken zachtjes op het tafelblad.
    ‘Ik zag jullie,’ zegt ze.
    Zijn blik flitst naar de deur achter haar. ‘Waar?’ vraagt hij schor.
    ‘Op dat terras. Wijk aan Zee. Ik had een afspraak in de buurt. Liep er toevallig langs. Jij, zij, allebei een hoorntje ijs in jullie hand.’ Ze knijpt haar ogen even dicht. ‘Ik dacht eerst: dat kan hij niet zijn. Maar toen zag ik je hand,’ fluistert ze.
    Zijn tong strijkt over zijn onderlip. Hij knippert.
    ‘Je veegde met je duim langs je ijs, voordat je haar liet proeven. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was.’
    Hij kijkt weg van haar.
    ‘Dat doe je altijd,’ zegt ze.
    Onder hun hotelkamer overlegt een groepje toeristen. Even later sterven hun stemmen langzaam weg. Ze vist de olijf uit haar glas, legt hem op haar servet en drinkt haar glas leeg. Als ze haar glas terugzet, rolt de olijf op de grond. Ze draait haar ring om en om haar vinger. Een gewoonte die ze zal moeten afleren.
    Hij staart naar de vliegenvanger die aan de lamp boven de tafel hangt. Op de kleefband telt hij negen vliegen, waarvan er twee nog bewegen. Langzaam dringt het tot hem door dat zij huilt. Hij schraapt zijn keel.
    ‘Ik wist niet hoe ik het moest zeggen.’
    Ze perst haar lippen op elkaar en krast met haar nagel over een oneffenheid op de tafel. Hij wendt zijn blik van haar af. Zonder ernaar te kijken, begint hij een papieren servet een aantal keren dubbel te vouwen. Zijn handen trillen.
    ‘Ik wíst het al,’ zegt ze met een gebroken stem. ‘Ik wíst het al.’
    Ze kijkt niet naar hem, maar naar de fruitschaal. De perziken die ze vorige week heeft gekocht, hebben bruine, natte plekken in hun schil. Ze had ze niet meer aangeraakt. Net als hem.
    Hij schuift zijn stoel naar achteren en staat op. Als hij langs haar loopt, blijft hij even staan. Hij legt een hand op haar schouder, maar zij schudt hem af door driftig met haar bovenlijf te draaien.
    ‘Het ijs smolt,’ zegt hij zacht.
    Ze knikt. Natuurlijk, het ijs smolt …





    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten