Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Perron 7, kwart voor elf 's avonds. Haar stem snijdt tussen de reizigers door als een koude windvlaag onder je kraag. Hij, een vijftiger met een houtje-touwtjejas, kijkt over haar hoofd heen naar de klok. Zij, haar lippen nog donkerrood van de avond uit, het eyeliner-streepje bij haar rechteroog licht uitgelopen, kijkt hem strak aan.
'Ik vraag alleen maar of je het écht leuk vond,' zegt de vrouw. Haar armen zijn strak over elkaar geklemd, handtas onder de oksel. 'Dat concert betekende veel voor me.'
'En ik zei "Ja"!' De man steekt zijn handen omhoog, open, alsof ze hem onder schot houdt. 'Wat wÃl je dat ik zeg? Dat ik het kut vond?'
'Je keek de hele tijd op je telefoon tijdens het tweede deel, Thomas.'
Hij zucht. 'Ik moest iets checken voor morgen. Dat betekent niet dat ik het niet mooi vond.'
De trein naar Roosendaal rijdt binnen. Mensen schuifelen naar voren. De twee blijven staan, net achter de gele lijn.
De vrouw snuift. 'Het zou leuk zijn geweest als je iets uit jezelf had gezegd. Iets over de pianiste, over de akoestiek, over hoe mooi het klonk. Iets wat laat zien dat je er écht was.'
Hij zucht, diep. Zijn schouders zakken. 'Dat is oneerlijk. Ik ben nou eenmaal geen muziekkenner zoals jij.'
'Lekker makkelijk weer.'
Een oudere man kucht een paar keer. Hij wil instappen. Ze stappen opzij.
'Schat,' zegt de man, zachter nu, zijn wijsvinger over het litteken op zijn kin wrijvend, 'kunnen we dit straks doen?'
'Nee,' zegt ze, terwijl ze met haar trouwring speelt. 'Ik wil het er nu over hebben'
Haar verfijnde handen, die ooit piano speelden, ballen zich tot vuisten. Hij friemelt aan een sluiting van zijn jas.
Ik bekijk het vanaf een afstandje; beschouw ze als acteurs in een toneelstuk, en wij, de wachtende reizigers, zijn het publiek zonder kaartje.
'Waarom hebben die meneer en mevrouw ruzie, mama?' vraagt een peuter naast me.
'Ze maken geen ruzie, schat,' zegt de moeder. 'Ze praten gewoon een beetje hard. Misschien is die meneer een beetje doof. Kom maar, lieverd.' Ze trekt hem mee.
De mopperende vrouw kijkt even naar ons, heel even. Was ze vergeten dat er mensen om hen heen staan? Al snel kijkt ze weer naar hem.
'Je had ook gewoon kunnen zeggen dat je - weer - liever thuis was gebleven.'
Hij knikt. Eén keer. 'Misschien had ik dat moeten doen.'
Zij lacht, kort. 'Eindelijk eerlijk.'
Ze stappen niet in. De deuren sluiten. De trein rijdt weg. Ze lopen weg, zij voorop, hij erachteraan.
Ik blijf staan, vraag me af of dit vaker zo gaat. Of ze morgenochtend aan een keukentafel zitten, zwijgend, en hij dan iets over zijn werk zegt en zij "Mhmm" zegt zonder op te kijken.
Waarom voel ik me hier nu verdrietig om? Waarom voelt het alsof ik iets verloren heb dat nooit van mij geweest is?
Reacties
Een reactie posten