Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Door de luxaflex scheen gestreept zonlicht op het matras dat naast het kinderbed op de plankenvloer was gelegd en op het hemelblauwe dekbed met eenhoorns erop. De tientallen identieke eenhoorns hadden regenboogkleurig haar.
"Ze is niet echt ruimdenkend he, je moeder," zei Bram.
Ze lagen met hun kleren aan onder de eenhoorns. Fink voelde de sleutels in zijn zak in zijn dijbeen prikken, maar hij liet het zo. Met zijn hand wreef hij door de haartjes op Brams buik.
Het matras lag naast een roze geverfd ladenkastje. Er lag een hoopje vieze sokken en sportkleren in een hoek. Op de schrootjes van het plafond plakten glow-in-the-dark sterren.
Van beneden klonk wat gestommel en Fink richtte zijn hoofd op.
"Wat is er?"
"Ik hoorde wat."
"Dat is bij de buren."
"Weet je zeker dat ze niet terugkomen?"
Bram trok hem terug naar beneden. "Vertel nou eens over die ruimdenkende moeder van je."
Fink legde zijn hoofd op Brams schouder en ging door met aaien. Een kristal dat aan een nylon draadje bij het raam hing legde gekleurde vlekjes in de kamer die vooral goed zichtbaar waren in de schaduwstrepen van de luxaflex. Soms schitterde er een kleurtje in Finks oog: roze, blauw of paars.
"Als je vrouw opeens komt, moet ik dan buiten aan het raam gaan hangen?"
"Hahaha, en je moeder?"
"Ja ach, mijn moeder. Ze denkt zelf dat ze heel ruimdenkend is. Dat ze artistiek is en zo. Maar ze is alleen ruimdenkend voor mensen die hetzelfde denken als zij."
"Ze zijn grevo's toch?"
"Hmhm... Vandaar dat ik zo verknipt ben." Hij ging met zijn hand iets naar beneden en wreef over Brams onderbuik, zijn vingers een stukje onder de broekrand. "Is dit ok voor je?"
Bram staarde naar het plafond en knikte. "Het is raar, ik voel je."
"Je voelt me?"
"Ssst..."
Fink aaide een poosje door. Toen raakten de toppen van zijn vingers Brams pik.
Er ging een schok door Bram en hij draaide zich van hem af. "Sorry, ik moet even stoppen."
Fink keek naar de welving van de hals vlak bij zijn gezicht. Blonde haartjes vormden een soort kam vanaf zijn haargrens tot aan de kraag van zijn t-shirt. Met enige fantasie kon je denken dat het een duin met geel helmgras was.
Bram draaide zich terug en ging weer op zijn rug liggen. "Sorry, sorry, ik ben echt zo'n kluns. Ga door alsjeblieft."
"Met aaien?"
En dus aaide Fink Brams warme huid, ging over zijn moedervlekken die bultig waren en bleef even hangen bij zijn navel waar hij een stofje uitpulkte.
"Waarom wil je dat ze het weten, je ouders? Van ons bedoel ik, waarom wil je dat ze het weten?"
Het aaien stopte. Ergens buiten klonk het geluid van een grasmaaier. Een houtduif koerde ergens in een hoge boom in het parkje achter het huis.
Fink sloot zijn ogen. Zijn hand lag doodstil tegen Brams broekrand aan. En Bram merkte het niet, maar Finks pik zakte slap naar beneden in zijn broek. "Mijn ouders hebben mijn bestaan altijd ontkend," fluisterde hij. "Van de buitenkant zien we er als een heel gelukkige familie uit. Zoals we op de camping zijn met de jongens. En iedereen vertelt me altijd wat een leuke vader en moeder ik heb. Maar het is een laagje chroom. Mijn ouders kunnen alleen van me houden als ik doe wat ze willen. Ze haten wie ik echt ben. Het is een diep, diep gewortelde haat. Zoals nu. Ik zég hen dat ik van je hou, dat je belangrijk voor me bent en ze zwijgen je dood. Ze zeggen gewoon helemaal niks. Dat is toch niet ok? Dat is toch niet ok?"
"Lief toch."
Fink opende zijn ogen en keek naar Brams blonde stoppels. Hij had in Frankrijk eens een zeewering gezien die er zo uitzag. "Ik wil dat ze ons erkennen. Ik wil bestaan. Ik wil bestaan met jou."
Bram draaide zijn hoofd opzij. Ze keken elkaar in de ogen en weer vielen zij stil, de beide mannen. Het duurde misschien wel een minuut, dit staren. Het kristal liet hun irissen af en toe regenboogkleurig vonken. En de houtduif die nu blijkbaar op het dakje boven hen zat liet zijn geroekoe over hen dwarrelen.
"Wij bestaan al. Dit gaat nooit meer kapot."
"Ik wil dat de wereld het erkent. Ik wil het afdwingen dat ik met jou mag bestaan. Wij mogen dit."
"Ze zijn bang. Ze zijn bang voor zichzelf."
Bram glimlachte en wreef over Finks wang.
Fink draaide zich op zijn rug. "Weet je wat ik heb bedacht? Dat ik Pynchon misschien toch geen goede schrijver vind."
"Wat?"
"Ja, ik snap het nu. Kijk, hij heeft les gehad van Nabokov op Cornell, ja? En Nabokov vind ik wel een goede schrijver. Maar Pynchon is van een andere lineage. Hij is van de lineage van Joyce cum suis en daar wil ik gewoon niks mee te maken hebben. Snap je? Snap je?"
"Lineage? Is dat wat er door je hoofd gaat al je bij mij in bed ligt?"
Fink lachte. "Ik méén het. Ik snap het opeens. En ik snap ook dat het niet erg is. Ik ben een Faulkneriaan, net als Claus."
"Jezus." Bram draaide zich naar hem toe en begon aan zijn riem te frunniken. Het matras kraakte.
Ha, Brams haartjes zijn terug! Ik vind het vreemd dat hier geen racties op kwamen. Waarom ik zelf niet reageerde dan? Tja, geen idee. Het poëtische aspect is terug. De schrijversverwijzingen en de titel snap ik niet goed genoeg, maar ik heb ook niet het gevoel dat ik daardoor de strekking verlies. Je zal maar met een schrijver in bed liggen ....
BeantwoordenVerwijderenJeetje ja, je zal maar met een schrijver in bed liggen. Blijkbaar vindt Bram die Faulkner erg opwindend. Ik zal de beste man eens googlen. Misschien kan ik ook een schrijver worden...
Verwijderen