"Je gaat niet een hoofdstuk 'De grootinquisiteur' noemen hoor, Fink," zei zijn vrouw.
Fink schopte zacht tegen een stel blauw-gele schoenen dat op de kasseien stond in het felle zonlicht. "Die dan?"
Zijn zoon leunde tegen zijn schouder, legde zijn hoofd ertegenaan. Zijn lange haren veegden over Finks blote arm, Fink had zijn jas en zijn overhemd uitgedaan', zo warm was het.
Zijn vrouw stond achter hen en boog over een mandje met antieke prullaria. Ze haalde er een kammetje uit en hield het omhoog. Het kammetje was aan twee kanten dicht. "Het is blasé," zei ze, "het is overdreven en leeg. Het is aanstellerig en bovendien: wie weet tegenwoordig nog wat dat is, die grootinquisiteur?"
"Ik vraag me altijd af of dat nou van de Nikè van Samothrace komt. Die vleugel is toch precies de vleugel van de Nikè?"
Het rook er naar frituurvet, oude boeken, spuitbussen en leren jasjes. Soms kwam iemand langslopen met een sterke wietgeur om zich heen. Meeuwen scheerden over de luifels van de kraampjes. Een man sleutelde aan een fiets. Een zwarte man met een pokdalig gezicht hield een stel schoenen omhoog en vroeg om de prijs, maar kreeg van niemand antwoord. Er werd gelachen en gegniffeld. Een groepje tienermeiden liep met rode gezichten langs.
"Misschien ben je ook gewoon blasé," mompelde zijn vrouw, "hoeveel is deze?"
De vrouw achter het kraampje stak vijf vingers op.
"Ik weet het niet hoor, ze zijn helemaal vies," zei Finks zoon, kijk ze zijn ook versleten. Het schuim komt naar buiten op de tong."
"Wil je liever geen tweedehands? We kunnen ook gewoon naar een winkel he, als je dat liever wilt."
"Kan deze in je tas?" zijn vrouw kwam bij hen staan.
"Ik moet poepen," zei de kleinste die aan haar been geplakt zat.
Fink en Iris keken elkaar aan.
"Volgens mij ben jij aan de beurt."
"Iris alsjeblieft, ik..."
"Ik moet poepen."
Ze kneep in zijn arm. "Noem het niet zo. Je hebt nu iets moois staan, het is gevoelig en fijnzinnig en speels. Maar hiermee maak je het kapot. Zoals je altijd doet. Je denkt teveel na. En bovendien, wie denk je helemaal dat je bent?"
"Onze namen beginnen allebei met een F."
"Jezus, daar gaat ie weer."
"En we schrijven allebei over personen die lijden onder hun hartstocht. En ik wil er gewoon een essay indoen. Een essay dat de tekst een diepere laag geeft. Snap je? Dat betekenis geeft aan de relatie met Bram. Duiding. Dat laat zien waar hun relatie eigenlijk over gaat, want dat staat nog nergens. Alleen dat ze elkaar in de ogen staren. Maar nergens staat wat ze zíen." Hij legde de nadruk op het laatste woord.
"Papa." Zijn oudste zoon hield zijn telefoon voor zich.
"Ik moet heel erg nodig," kreunde de jongste.
"Lieve schat, je kán schrijven. De mensen zijn enthousiast. Waarom moet je dingen duiden? Dat is toch helemaal niet je taak als schrijver?"
"Noem me geen schrijver. Mensen die zich schrijver noemen, die zijn... die zijn... Het is potsierlijk."
"Papa."
"Het is valse bescheidenheid van je. Heb je daar wel eens over gepraat met hoe heet ze, de psy, over die valse bescheidenheid?"
Fink stopte ondertussen de kam die aan twee kanten dicht was in zijn tas. "Tanja. Een essay over iemand die iets tegenkomt dat groter is dan zijn leven, snap je, net als de grootinquisiteur. Hij komt fucking het grootste tegen dat hij kan tegenkomen. Iets dat zijn hele leven betekenis geeft."
"Ga je Bram dan ook aan het kruis nagelen?"
"Hij werd toch op de brandstapel gegooid? Volgens mij werd hij op de brandstapel gegooid."
"Ik moet poepen."
"Volgens mij wil je Bram aan je eigen kruis nagelen."
"Iris, alsjeblieft."
"Papa!"
Ze draaiden zich allebei naar hun oudste zoon.
"Het heette eerst Blue Ribbon Sports."
"Wat?" zeiden beide ouders. "Waar heb je het over?"
Z. lachte zijn smalle lachje, stak een vinger op en las op van zijn telefoon: "Vanaf 1978 voerde het bedrijf de naam Nike Inc, naar de Griekse godin van de overwinning, Nikè."
"Dus toch! Zie je wel! Ik moet gewoon naar mezelf luisteren."
"Geef me even de doekjes, ik denk dat we naar het Rembrandthuis gaan, dat is het dichtstbij."
Fink rommelde in zijn tas en haalde een blauw pakje tevoorschijn dat hij haar overhandigde. "Wat is dat eigenlijk voor kam?" zei hij.
"Een weefkam schatje, een weefkam. Om te weven. Ik zie je straks." Ze kusten elkaar. "Gaan jullie maar schoenen halen. Anders moet je nog even naar de Kalvertoren, ok? Je weet wel, bij die outlet."
"Hebben ze daar ook een speurtocht?"
"Papa, moet je kijken die jas."
Fink en zijn zoon liepen naar een kraampje waar een gele leren jas over een paspop hing.
"Mooi jasje he, heren," zei de verkoper, een surinamer met een baardje, "het is de laatste die ik heb, is ook niet meer te krijgen. Moet je een spiegel hebben? Kijk hier."
Finks zoon ging voor de spiegel staan. Hij draaide half om en keek naar zijn schouders.
Fink stond stil naar hem te kijken er realiseerde zich exact op dat moment dat zijn zoon volwassen werd. "Hoeveel kost ie, meneer?"
"Honderdvijftig euro."
"Wil je hem hebben?"
Zijn zoon voelde in de binnenzak. Daarna deed hij de rits dicht en draaide nogmaals voor de spiegel waar een barst overheen liep en die vol vlekken zat. Zijn blonde vlashaar glom in de zon.
Fink schopte zacht tegen een stel blauw-gele schoenen dat op de kasseien stond in het felle zonlicht. "Die dan?"
Zijn zoon leunde tegen zijn schouder, legde zijn hoofd ertegenaan. Zijn lange haren veegden over Finks blote arm, Fink had zijn jas en zijn overhemd uitgedaan', zo warm was het.
Zijn vrouw stond achter hen en boog over een mandje met antieke prullaria. Ze haalde er een kammetje uit en hield het omhoog. Het kammetje was aan twee kanten dicht. "Het is blasé," zei ze, "het is overdreven en leeg. Het is aanstellerig en bovendien: wie weet tegenwoordig nog wat dat is, die grootinquisiteur?"
"Ik vraag me altijd af of dat nou van de Nikè van Samothrace komt. Die vleugel is toch precies de vleugel van de Nikè?"
Het rook er naar frituurvet, oude boeken, spuitbussen en leren jasjes. Soms kwam iemand langslopen met een sterke wietgeur om zich heen. Meeuwen scheerden over de luifels van de kraampjes. Een man sleutelde aan een fiets. Een zwarte man met een pokdalig gezicht hield een stel schoenen omhoog en vroeg om de prijs, maar kreeg van niemand antwoord. Er werd gelachen en gegniffeld. Een groepje tienermeiden liep met rode gezichten langs.
"Misschien ben je ook gewoon blasé," mompelde zijn vrouw, "hoeveel is deze?"
De vrouw achter het kraampje stak vijf vingers op.
"Ik weet het niet hoor, ze zijn helemaal vies," zei Finks zoon, kijk ze zijn ook versleten. Het schuim komt naar buiten op de tong."
"Wil je liever geen tweedehands? We kunnen ook gewoon naar een winkel he, als je dat liever wilt."
"Kan deze in je tas?" zijn vrouw kwam bij hen staan.
"Ik moet poepen," zei de kleinste die aan haar been geplakt zat.
Fink en Iris keken elkaar aan.
"Volgens mij ben jij aan de beurt."
"Iris alsjeblieft, ik..."
"Ik moet poepen."
Ze kneep in zijn arm. "Noem het niet zo. Je hebt nu iets moois staan, het is gevoelig en fijnzinnig en speels. Maar hiermee maak je het kapot. Zoals je altijd doet. Je denkt teveel na. En bovendien, wie denk je helemaal dat je bent?"
"Onze namen beginnen allebei met een F."
"Jezus, daar gaat ie weer."
"En we schrijven allebei over personen die lijden onder hun hartstocht. En ik wil er gewoon een essay indoen. Een essay dat de tekst een diepere laag geeft. Snap je? Dat betekenis geeft aan de relatie met Bram. Duiding. Dat laat zien waar hun relatie eigenlijk over gaat, want dat staat nog nergens. Alleen dat ze elkaar in de ogen staren. Maar nergens staat wat ze zíen." Hij legde de nadruk op het laatste woord.
"Papa." Zijn oudste zoon hield zijn telefoon voor zich.
"Ik moet heel erg nodig," kreunde de jongste.
"Lieve schat, je kán schrijven. De mensen zijn enthousiast. Waarom moet je dingen duiden? Dat is toch helemaal niet je taak als schrijver?"
"Noem me geen schrijver. Mensen die zich schrijver noemen, die zijn... die zijn... Het is potsierlijk."
"Papa."
"Het is valse bescheidenheid van je. Heb je daar wel eens over gepraat met hoe heet ze, de psy, over die valse bescheidenheid?"
Fink stopte ondertussen de kam die aan twee kanten dicht was in zijn tas. "Tanja. Een essay over iemand die iets tegenkomt dat groter is dan zijn leven, snap je, net als de grootinquisiteur. Hij komt fucking het grootste tegen dat hij kan tegenkomen. Iets dat zijn hele leven betekenis geeft."
"Ga je Bram dan ook aan het kruis nagelen?"
"Hij werd toch op de brandstapel gegooid? Volgens mij werd hij op de brandstapel gegooid."
"Ik moet poepen."
"Volgens mij wil je Bram aan je eigen kruis nagelen."
"Iris, alsjeblieft."
"Papa!"
Ze draaiden zich allebei naar hun oudste zoon.
"Het heette eerst Blue Ribbon Sports."
"Wat?" zeiden beide ouders. "Waar heb je het over?"
Z. lachte zijn smalle lachje, stak een vinger op en las op van zijn telefoon: "Vanaf 1978 voerde het bedrijf de naam Nike Inc, naar de Griekse godin van de overwinning, Nikè."
"Dus toch! Zie je wel! Ik moet gewoon naar mezelf luisteren."
"Geef me even de doekjes, ik denk dat we naar het Rembrandthuis gaan, dat is het dichtstbij."
Fink rommelde in zijn tas en haalde een blauw pakje tevoorschijn dat hij haar overhandigde. "Wat is dat eigenlijk voor kam?" zei hij.
"Een weefkam schatje, een weefkam. Om te weven. Ik zie je straks." Ze kusten elkaar. "Gaan jullie maar schoenen halen. Anders moet je nog even naar de Kalvertoren, ok? Je weet wel, bij die outlet."
"Hebben ze daar ook een speurtocht?"
"Papa, moet je kijken die jas."
Fink en zijn zoon liepen naar een kraampje waar een gele leren jas over een paspop hing.
"Mooi jasje he, heren," zei de verkoper, een surinamer met een baardje, "het is de laatste die ik heb, is ook niet meer te krijgen. Moet je een spiegel hebben? Kijk hier."
Finks zoon ging voor de spiegel staan. Hij draaide half om en keek naar zijn schouders.
Fink stond stil naar hem te kijken er realiseerde zich exact op dat moment dat zijn zoon volwassen werd. "Hoeveel kost ie, meneer?"
"Honderdvijftig euro."
"Wil je hem hebben?"
Zijn zoon voelde in de binnenzak. Daarna deed hij de rits dicht en draaide nogmaals voor de spiegel waar een barst overheen liep en die vol vlekken zat. Zijn blonde vlashaar glom in de zon.
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Wauw ja! Ik houd van het bombastische drama van de titel in combinatie met de luchtigheid van het hoofdstuk. Heel mooi. Jeetje wat schrijf je goed! Ik weet niet meer precies hoe het zat met de grootinquisiteur uiteindelijk werd hij gekust toch? Liefde als redding, is dat het?
BeantwoordenVerwijderenDank je wel! Ik weet eerlijk gezegd echt niet meer wat er gebeurt. Volgens wordt Hij gekruisigd.
VerwijderenDe ingetogen, observerende stijl van de vorige stukken is samengedrukt tot een kruitvat waarin van alles tegelijk gebeurt. De chaos van een normale dag in een gezinsleven? Het is nog steeds goed geschreven, dit had ook rommelig kunnen worden. Ik ben wel weer benieuwd hoe dit nu weer verder evolueert.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel! Haha, inderdaad zo is mijn gezinsleven 🙃
Verwijderen