Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Who the f*** is Tom?
Ik ga zitten op de enige lege barkruk. De man rechts van me zet zijn glas neer en staart me aan. Zijn gezicht betrekt, maar klaart meteen daarna weer op. In zijn ogen lees ik een mengeling van opluchting en ongeloof.
'Godallemachtig. Tom??'
Ik zie mezelf door zijn ogen: een man met een gezicht waar zorgen en vermoeidheid diepe lijnen in hebben getrokken. Tom. Het zou kunnen.
'Ja,' zeg ik.
Zijn hand grijpt de mijne. 'Je leeft nog, man. En dat niet alleen: Je zit gewoon hÃer.'
Hij trekt me naar zich toe, een geur van alcohol en tabak wasemt over me heen. Mijn hersenen ratelen. Tom is blijkbaar afwezig geweest. Dood gewaand? Misschien gevlucht.
'Ja,' zeg ik nog eens, 'ik leef nog.'
De man veegt met een trillende hand over zijn mond. 'Niemand wist waar je was, Tom. Niemand.' Hij lacht. Zijn schouders ontspannen. 'En nu zit je hier gewoon.'
'Hier zit ik,' zeg ik.
Ik realiseer me dat ik koord dans boven een ravijn. Eén verkeerde zin en het net onder me verdwijnt.
'Je hebt geen idee hoeveel vragen er zijn,' zegt hij.
Ik knik, neem een slok van het bier dat de barman ongevraagd voor me heeft neergezet.
Mijn keel is droog; snel neem ik een paar flinke slokken.
'En je komt gewoon terug, zonder iets te zeggen. Jezus.'
Hij blijft me aankijken. Ik denk dat hij wacht op een bekentenis, een verontschuldiging. Ik glimlach, schud mijn hoofd. Laat hem zelf maar invullen waarom.
'En nu?' vraagt hij.
Ja, en nu? Mijn hart bonkt. Ik neem nog een slok en leg mijn pakje shag en aansteker op de bar, ontspannen, alsof ik hier thuishoor. Misschien is dat ook zo. Misschien is dit een kans.
'Nu drink ik mijn bier,' zeg ik.
Ik zie hoe zijn ogen even flitsen naar de deur, hoe hij zijn rug een fractie rechter trekt.
'Je hebt lef, man,' zegt hij. 'Terugkomen. Na alles.' Hij schudt zijn hoofd.
"Alles". Dat woord blijft hangen in mijn hoofd, zwaar en onheilspellend. Mijn vingers klemmen zich om het glas. Ik knik, probeer de stilte te laten spreken. Hij haalt diep adem.
'Ze gaan je vinden, dat weet je, toch?'
Mijn maag krimpt samen. Dit is niet zomaar een oude vriend die me mist.
'Wie?' vraag ik, zo kalm mogelijk.
'Kom op, Tom. We hoeven dat spelletje niet te spelen. Niet jij en ik.' Hij kijkt me doordringend aan. 'Heb je het geld nog?'
Ik heb uiteraard geen idee waar hij het over heeft, maar betreur zo langzamerhand dat ik het misverstand niet meteen opgelost heb. Wat bezielde me? Hij denkt dat ik "het" geld heb. Zal geen geld uit oma's erfenis zijn.
Achter me kraakt de deur. Ik zie hoe zijn blik ernaartoe schiet. Hoe zijn mond verstijft.
'Te laat, Tom,' fluistert hij.
Ik draai me om.
Hoi Jan, er kunnen geen sterretjes in de titel. Sorry.
BeantwoordenVerwijderen