Doorgaan naar hoofdcontent

Schoolnovelle - H44

Bas blijft in het ziekenhuis tot hij bij haar mag. Ze ligt plat op haar rug in bed. In de kamer hangt de typische ziekenhuislucht, een mengsel van ontsmettingsmiddelen en medicijnen. Er staat nog één ander bed dat nu leeg is, maar op het tafeltje naast het bed staat een glas sinaasappelsap met een rietje erin, een doos tissues en er liggen wat tijdschriften. Boven het bed hangen tientallen kaarten en tekeningen. Uit een kamer verderop in de gang klinkt gekreun. Hij gaat op een stoel naast het bed van Sylvia zitten en buigt zich naar haar toe.
      “Wat is er gebeurd, Syl? Heb ik dit gedaan?”
      Ze vertelt wat er is voorgevallen. De ruzie, haar portemonnee, de sinaasappel.
      “Het is dus mijn schuld.” Hij vloekt, barst in tranen uit. Het snot loopt over zijn bovenlip. “Ik weet niet meer wie ik ben, Syl. Als ik in de spiegel kijk, herken ik mezelf niet. Als ik praat, herken ik mijn stem niet. Ik doe dingen die niet bij me horen. Alles om me heen is naar de kloten. Mijn baan, het honkballen, ons huwelijk.”
      Ze kijkt naar hem, heeft met hem te doen, weet niets te zeggen. Ze steekt haar hand naar hem uit. Hij pakt die en weer barst hij in tranen uit. “Hou je nog van me, Syl?”
     “Ik hou van Bas, ik haat Basilio.”
     “Hoe gaat het nu verder?”
     “Eerst de operatie, daarna zien we wel.”
     “Ik kan je niet missen, Syl. Ik hou ontzettend veel van je.”
     “Dat weet ik.”

Sylvia is uit het ziekenhuis ontslagen. Er wacht haar nog een lange periode van revalideren. Voorlopig blijven zij en Noortje bij haar ouders wonen. Ze schrijft zich in bij WoningNet in de hoop op grond van urgentie snel een huurwoning toegewezen te krijgen. De balletschool en het huis zijn binnen een maand verkocht en zelfs voor zo’n bedrag dat ze hun schulden helemaal hebben afgelost.

Bas begrijpt dat hij aan zichzelf moet werken. Hij wil Sylvia en Noortje niet verliezen. Zijn behandelend psychiater schreef medicijnen voor, die zijn geest inmiddels gekalmeerd hebben: hij is veel minder impulsief en verdraagt onrust om zich heen beter. Nu bezoekt hij wekelijks een psycholoog, die hem helpt greep op zijn bestaan te krijgen en houden.
     Zijn heesheid is verdwenen, het Italiaanse accent zo goed als.
     De boeken- en platenzooi laat hij door een opkoper ophalen. Het is een potige kerel van middelbare leeftijd. Hij draagt een schipperstrui met opgetrokken mouwen, een corduroybroek en crocs. Het ontblote deel van zijn armen is helemaal vol getatoeëerd. Op zijn hoofd heeft hij een zwart leren schipperspet. Om hem heen hangt een penetrante zweet- en rooklucht.
     “Ouwe meuk, meneer. ‘Oud’ is in 99 van de 100 gevallen ook gewoon oud, en dat is niet hetzelfde als ‘waardevol’. Die fout maken veel mensen. Ze ruimen oma’s huis op, vinden achter in een kassie een stapeltje ouwe ‘Donald Duckies’ en denken de jackpot te hebben.” Hij moet er smakelijk om lachen en kijkt of Bas het ook zo leuk vindt. Die staat er bedremmeld bij. “Beperkte oplages of persingen, gesigneerde werken, grote namen, dat is andere koek. Veel van deze boeken stinken, omdat ze uit vochtige ruimtes komen.” Hij vist een boek uit een van de dozen. “‘Oki en Doki maken pret’, 1977. De helft van de plaatjes zijn met kleurpotlood bekrast. Kijk, op deze bladzijde zit nog een vlek ook. Chocola in het beste geval.” Uit een andere doos grijpt hij een langspeelplaat. “Gert en Hermien, ‘Geniet van het leven’. De hoes is hartstikke vervaagd, heeft natuurlijk in de zon gelegen. De plaat is waarschijnlijk kromgetrokken.” Hij doet een volgende greep, nu weer in een boekendoos. “‘De avonden’, 1947, Gerard Reve. Die heeft z’n naam er ook nog in gekrabbeld, jammer. En wat staat hier?” Hij draait het boek naar het raam en knijpt zijn ogen tot spleetjes. “‘Voor mijn broer Karel’. Waarom doet iemand zoiets? Volkomen achterhaalde schrijver trouwens, geen enkele vraag meer naar. U mag blij zijn dat u mij heeft gebeld: bij een ander had u moeten betalen om de reut af te laten voeren. Het meeste gaat linea recta de papiercontainer in. Ik weet het goed gemaakt: Ik geef u € 50,00 en u helpt me de reut in te laden. Ik ben bang dat ik er op toe leg, maar oké, ik vind het sneu voor u.”
     Ze zijn drie kwartier bezig alle dozen in de bestelwagen te zetten.

Na drie maanden krijgt Sylvia een sociale huurwoning in de buurt van de houthavens aangeboden. Het gedrag van Bas is zo vooruitgegaan dat ze het aandurft opnieuw met hem samen te wonen. De inrichting van het huis houden ze sober. De muren zijn gesaust met bleekgroene tinten. Op de grond kiezen ze voor zwavelgeel marmoleum en het bankstel is bremgeel; allemaal rustgevende kleuren. In de keuken hangt een plan- bord. Sylvia noteert alle afspraken, verjaardagen, vakanties en dergelijke om Bas te helpen overzicht te houden.
      Van zichzelf hebben ze weinig te besteden. Gelukkig helpen de wederzijdse ouders hen royaal.
     Ze hopen allebei binnen niet al te lange tijd een baan te vinden. Haar kaarten zijn kansrijker dan die van hem. Gelukkig weten ze tegenwoordig wat het belangrijkste is in het leven.

Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

VOLGEND HOOFDSTUK >
Info - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60

Reacties