Doorgaan naar hoofdcontent

Schoolnovelle - H41

Het gaat een aantal dagen goed, nooit lang. Steeds ontstaat er weer bonje.
      Vrijdagmiddag. Bas zit op de grond voor de bank waarop tientallen langspeelplaten liggen. Naast hem ligt een stapel die al op titel gealfabetiseerd is. Noortje leest aan de eettafel in het fijne sprookjesboek met de kleurplaten van een bladzijde groot. Het boek dat ze kreeg van opa en oma voor haar achtste verjaardag. Op de tafel om haar heen liggen stapels grammofoonplaten.
     Ze ziet mama met de fiets in één hand de achtertuin in komen. In haar andere hand draagt ze een groot pak wc-papier. Ze worstelt met haar fiets. De zijtassen puilen uit en ook de grote mand voorop zit boordevol boodschappen. Snel gaat Noortje naar buiten om haar te helpen. Papa kijkt verstoord op, pakt dan een volgend album van de bank. Als alle tassen in de keuken op de grond voor het aanrecht staan, komt hij overeind. Hij rommelt zwijgend tussen de boodschappen.
      “Wat zoek je, schat?”
      “Bier.”
      “Dat kon ik echt niet meer meenemen. Dit was al geen doen.”
      Hij vloekt een paar keer en trapt tegen een van de tassen. Er rollen enkele sinaasappels uit.
      “Bas, doe eens rustig. Ik heb gevraagd of je met me meeging, daar had je geen zin in.”
      “Geen zin in, geen zin in ... Ik ben verdomme hartstikke druk met het aan de gang krijgen van mijn bedrijf. Mijn keel en longen zitten dicht van het stof. Wat drinken lijkt mij geen onmatige eis.”
      “Neem lekker een glas koud water. Lest de dorst en is beter voor je gezondheid. Sluit ook meer bij je budget aan.”
      “Als ik hier niks te zuipen krijg, zal ik naar het café moeten.”
      Hij loopt in de richting van haar handtas om een greep in haar portemonnee te doen. Ze probeert hem voor te zijn, stapt op een sinaas- appel, verliest haar evenwicht en valt met de zijkant van haar ribbenkast op de punt van de eikenhouten salontafel. Triomfantelijk lachend haalt hij een paar biljetten uit haar portemonnee en verlaat het huis.
      Noortje rent overstuur naar mama. Die kreunt en hapt naar adem. Ze hoest. Helderrood schuimend bloed loopt uit haar mond. Haar ogen zijn gesloten.
      Ik moet opa bellen. Ze holt naar de telefoon. Het duurt even voor er iemand opneemt.
      “Hoi Sylvia,” zegt opa, die op het scherm al gezien heeft, dat het zijn dochter is die belt.
      “Opa, opa, mama... mama bloedt... ligt op de grond. Ze kreunt... doet haar ogen niet open... geeft geen antwoord,” schreeuwt Noortje in de hoorn.
      “Wat is er gebeurd, Noor?’ vraagt opa hoorbaar geschrokken.
      Opa zegt altijd Noor, zij is zijn grote meid, met de nadruk op grote.
     “Ruzie... papa... gevallen. Ze lijkt een beetje dood al.”
      Opa vloekt een paar keer. “Blijf tegen haar praten, Noor. Ik bel de ziekenwagen.” Hij verbreekt de verbinding. Noortje gaat gauw terug naar moeder, die reutelend ademt. Nog steeds schuimt helder bloed uit haar van pijn verwrongen mond. Noortje streelt haar haar en praat onafgebro-ken.
      Ik moet mama wakker houden. Ik ga vertellen over de prins en prinses die verliefd op elkaar zijn. Dat vindt ze vast leuk.
      Een sirene nadert. Een minuut later ziet ze door de vitrage blauwe zwaailichten. Autodeuren knallen dicht. Het geluid van de deurbel klinkt op.

Bas komt die nacht terug in een verlaten huis.
     Wat stinkt het hier! Het lijkt de apotheek wel. Ik zal blij zijn als ik in mijn nest lig. Ik barst van de koppijn. Verrek, het bed is leeg. Waar is ze?
      Hij loopt door alle kamers, kijkt in de wc, in de doucheruimte, zelfs in de tuin.
      Misschien ligt ze bij Noortje in bed. Krijg nou tieten: ook leeg. Wat is hier verdomme aan de hand? Effe bellen. O ja, die staat uit, ik had geen zin in gezeik aan mijn kop. Eh... de pincode 1-4-6... nee, 1-6-4-1... fuck, 1-4-1-6, ja. Vier gemiste oproepen en een sms-je van mijn schoonvader. Wat moet die nou?

Syl in zkh. Bel me.

Wat ziekenhuis? Hoe dan? Wat is dat voor gelul? Onmiddellijk belt hij zijn schoonvader.             “Eindelijk. Waar zit je man? Syl is opgenomen.”
      “Wát? Hoezo?”
      “Ze is thuis ongelukkig op de tafelrand gevallen. Een rib door haar long. Haar benen zijn gevoelloos.”
      “Jezus! Wat vreselijk. Oh nee, nee. Ik kom er meteen aan. En Noortje?”
      “Die is hier bij ons.”
      “Goddank. Welk ziekenhuis?”

Vijf minuten later scheurt hij in Syls Panda de straat uit. Als ze maar niet verlamd is. Straks moet ze misschien met één long verder. Dan kan ze het balletten verder wel vergeten. Wat vreselijk. Heb ik hier iets mee te maken gehad? Wat is er gebeurd? Hadden we ruzie voor ik naar het café ging? Ik herinner me helemaal niks, verdomme.



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

VOLGEND HOOFDSTUK >
Info - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60

Reacties