Ze zijn stekeblind. Ik lig hier maar. De pijn pulseert door mijn lichaam iedere keer dat iemand me trapt of op me staat.
Een jongen met gemillimeterd haar en een lichtroze overhemd steekt zijn hand naar me uit en ik gebruik mijn laatste energie om zijn hand vast te pakken.
Geef me verdomme rook. Een avondbries is voor saaie mensen, voor losers. We zitten tegen een lantaarnpaal die een schemerig licht schijnt. Ik probeer me uit de greep van de jongen te wurmen, maar zijn armen zijn als een berenklem. Of ik ben te zwak, dat kan ook. Ik voel een six-pack door zijn overhemd heen. Vast zo iemand die niets beters te doen heeft dan de hele dag in de sportschool te staan. En als hij dan een keer uitgaat, besluit hij de moraalridder uit te hangen! Ik was heus wel opgestaan. Als hij me nu één minuut had gegeven.
Het bevalt me zijn hartslag te voelen en dat bevalt me niet. De warmte tussen zijn armen vervloek ik; ik vervloek dat ik in geen tijden iets beters heb gevoeld. Hij zegt niets. Wanneer is hij van plan me los te laten? Gaat hij zich voorstellen? Zal ik aan zijn stem horen hoeveel exen hij heeft?
Wat als ik begin met een onschuldige vraag?
Ik krijg de woorden niet over mijn lippen, het is alsof mijn tong bevroren is. Zijn hart blijft in hetzelfde, rustige, ritme kloppen, terwijl die van mij zich langzaam door mijn keel naar boven perst.
Zijn houtige, poederachtige geur doet me denken aan mijn vader. Dacht je dit nu echt, een toekomst met een kopie van je vader? Zo'n veel te hardwerkende gozer die alles afzeikt? Idioot. Dat dacht ik niet. Wel. Een beetje. Nee, je staat op het punt je hart uit te kotsen.
Hij laat me met één arm los en grijpt me met de andere steviger beet. Elke beweging die hij maakt, geeft me een tintelend gevoel in mijn onderbuik. Uit zijn zak haalt hij een aansteker en een sigaret. Hij klemt de sigaret tussen zijn lippen en houdt de aansteker erbij. Verdomme. Mijn vader had een pesthekel aan rokers. Viespeuken en bovendien grote aso's. De jongen blaast de rook langzaam uit op mijn achterhoofd. Geef me meer. Ik wil de bijtende geur en de droogte. Ik heb namelijk ook een pesthekel aan jou, papa.
Ik kan hem ook aantikken. Heel misschien. Een heel licht tikje op zijn dijbeen. Het tikje verandert in vastpakken, in knijpen. Hij grijpt mijn arm en draait hem om. Ik voel geen pijn. Breek mijn arm maar. De tintelingen overwinnen alles.
De lucht om ons heen verandert langzaam in een waas van vochtige rook. Ik haat vochtige rook. Mijn truien hadden een kreukeltje en hij haalde zijn strijkplank er al bij. De vochtige stoom die van het strijkijzer kwam, terwijl hij mijn trui hardhandig streek. Mijn vriendjes wachtten buiten op me; ik schaamde me.
Ineens voel ik mijn ogen dichtvallen. Ik probeer tegen mezelf te vechten, maar besef dat we allebei even zwak zijn.
Ik word wakker tussen zijdezachte dekens. Naast het bed zweeft geurige, citrusachtige rook. Ik wend mijn hoofd opzij. Een mok waarop "You woke up, awesome!' staat. Waar ben ik in vredesnaam?
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Hoi Shamar,
BeantwoordenVerwijderenIk begin je verhalen steeds beter te leren kennen en zie terugkerende thema’s als geweld, jeugdtrauma en seksualiteit. Ik vind het sterk dat je je met zulke intense onderwerpen bezighoudt, maar ik denk dat dit verhaal nog aan kracht zou winnen met iets meer helderheid en diepgang.
Ik lees dit als een verhaal over een jongen die zich aangetrokken voelt tot iemand, deels vanwege het roken (iets waar zijn vader een hekel aan had). Dat is een interessante psychologische dynamiek. Maar ik vraag me af: waarom is die relatie met de vader zo geladen? Waarom heeft de verteller zulke extreme gewelddadige gedachten tijdens het uitgaan? Wat maakt dat hij zich zo snel een toekomst met deze jongen voorstelt? En hoe speelt de link tussen rook en het strijkijzer precies mee: waarom is die herinnering zo pijnlijk en actueel? Als deze elementen net iets verder worden uitgewerkt, zouden ze de emotionele impact nog groter maken.
Aan de ene kant begrijp ik als lezer dat de gedachtenstroom springerig is (misschien is de verteller onder invloed of gewoon overweldigd door de situatie?). Dat kan werken. Maar op dit moment voelt het soms té fragmentarisch, waardoor ik moeite heb om zijn innerlijke wereld echt te volgen. Misschien helpt het om hier en daar net iets meer context of emotionele uitwerking toe te voegen.
Qua taalgebruik zie ik zinnen die voor mij nog iets sterker kunnen. Bijvoorbeeld: "Zal ik aan zijn stem horen hoeveel exen hij heeft?" Dit roept een interessant idee op, maar blijft een beetje zweven. Een andere zin: "Het bevalt me zijn hartslag te voelen en dat bevalt me niet." Ik begrijp dat hij twee gevoelens tegelijkertijd heeft, maar de zin klinkt vreemd.
Wat ik wél heel krachtig vind, is hoe je fysieke gewaarwordingen gebruikt om emotie over te brengen. De hitte van de ander, de geur, de rook: dat maakt het verhaal zintuiglijk en intens.
Kortom: ik vind het verhaal thematisch sterk en er zit veel potentie in. Met iets meer focus en uitwerking van bepaalde gedachten en herinneringen zou het nog sterker kunnen resoneren. Ik ben benieuwd hoe je dit verder ontwikkelt!
Wat wil dit verhaal zeggen? Geen verhaallijn, geen karakterontwikkeling en geen aardige protagonist vertellen mij dat jij nog een lange weg hebt te gaan als schrijver.
VerwijderenIk vind de reactie van Anoniem onnodig hard. Als je kritiek hebt, onderbouw hem dan.
VerwijderenWat mij betreft, blijf vooral schrijven, Shamar. Je bent een orignele stem aan het verkennen. Deze site kan bij uitstek helpen om hem verder te verfijnen.