Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Over echte vrienden - Ineke


Hij kon zich niet herinneren ooit vrienden te hebben gehad. Zelfs niet in de kleuterklas. Hij was altijd anders geweest dan de rest. Hij was altijd groter, sterker en slimmer geweest, vooral slimmer. In de kleuterklas hielden zijn klasgenootjes zich bezig met het leren van kleuren en het alfabet, hij las toen al wiskundeboeken en was bezig met het ontrafelen van de stelling van Pythagoras. Zijn juf had meerdere gesprekken gevoerd met zijn ouders om hem een paar klassen over te laten slaan zodat hij bij kinderen terecht zou komen met hetzelfde denkniveau, maar zijn ouders wilden daar niets van weten. Ze wilden dat hij een normale basisschooltijd zou hebben. Het zou toch niets uitgemaakt hebben, om mensen om zich heen te hebben met hetzelfde denkniveau had hij door moeten stromen naar de middelbare school. Maar ondanks het feit dat leeftijdsgenootjes altijd een soort van holbewoners waren in zijn ogen, deed het hem toch verdriet dat hij geen vrienden had, zelfs niet één. Eenzaam worstelde hij zich door die basisschooljaren heen, in de hoop dat het Gymnasium anders zou zijn.

Maar ook dat viel tegen. Hoewel zijn klasgenoten meer in de buurt kwamen van zijn intellect dan op de basisschool, zaten er toch nog zo’n vijfenveertig IQ punten verschil tussen hem en de rest. Weer was hij die vreemde vogel die door niemand begrepen werd, die lange slungelige gozer die zich niet alleen geen raad wist met zijn ledematen, maar ook niet met zijn houding ten opzichte van leeftijdsgenoten. Zijn gemeten IQ mocht dan wel tien punten boven dat van Albert Einstein liggen, maar hij wist zich absoluut geen raad met sociale situaties. Hij lachte altijd net te hard om de grappen van de leraren, hij wees altijd net iets te nadrukkelijk op de puistjes bij de meisjes, hij riep altijd net iets te hard dat hij weer een tien had en hij had net iets te hard geroepen hoe dom het was om te roken. Al die dingen bij elkaar maakten dat zijn klasgenoten hem negeerden. Het was niet dat ze een gruwelijke hekel aan hem hadden, dat zou later pas komen, maar ze werden wel ongemakkelijk door hem. En zo bracht hij die eerste jaren op het gymnasium door met niet meer gezelschap dan dat van zijn boeken. In de gymles werd hij altijd als laatste gekozen, behalve bij basketbal natuurlijk vanwege zijn lengte. De pauzes bracht hij in zijn eentje door, met zijn neus in een of ander wiskundeboek. Hij fietste altijd alleen naar huis, ook al woonden drie jongens uit zijn klas in dezelfde straat. Zelfs groepsopdrachten maakte hij vaak alleen, ook al wisten klasgenoten dat als ze met hem samen zouden werken, ze gegarandeerd een tien zouden scoren.

En toen was daar Gijs. Een jochie dat drie jaar jonger was dan de rest van de klas. Zijn ouders hadden hem wel een paar klassen over laten slaan en zo kwam hij in hun klas terecht. Gijs was ook anders dan de rest, maar dan op een positieve manier. Iedereen vond hem aardig, echt iedereen. Zelfs die valse meiden uit de klas die met niks anders bezig waren dan hun make-up en de nieuwste mode, ja zelfs die waren vertederd door Gijs. Ze kregen een soort van moederinstinct als hij in de buurt was. En zou je niet, het ventje had zelfs nog niet al zijn tanden gewisseld.

Ook al was Gijs drie jaar jonger, toch lag hij maar tien punten onder zijn eigen IQ. Hij was dus Einstein-slim en dat met tien jaar oud. Maar wat Gijs wel had en waar het hemzelf totaal aan ontbrak, waren sociale vaardigheden. Gijs snapte hoe je met mensen om moest gaan. Maar wat Gijs heel speciaal maakte, was dat hij voor iedereen aardig was, ja, zelfs voor hem. Toen Gijs zag dat hij alleen zat in de klas, ging hij gelijk naast hem zitten. Als Gijs een team mocht kiezen tijdens gym, koos hij altijd hem als eerste, ook als het niet basketbal was. En in de pauze zat hij niet langer alleen, Gijs kwam bij hem zitten om over het belang van ruimtekunde te discussiëren of een gesprek te voeren in het Latijn. Geleidelijk aan werden ze echt goede vrienden en raakte hij bijzonder op Gijs gesteld. Hij was als het slimme broertje dat hij nooit had gehad.

En toen was daar het incident geweest waardoor iedereen een schurfthekel aan hem had gekregen. Nathan was de aula in komen lopen, voor het eerst met een kaal hoofd na de zoveelste chemokuur. Iedereen had aan Nathan gezien hoe moeilijk hij het ermee had, hoe erg hij zich schaamde, maar deze sociale signalen waren volledig aan hem voorbij gegaan. Zodra hij dat kale hoofd van Nathan zag, die glanzende schedel vol blutsen en deuken, was hij in lachen uitgebarsten. Heel hard. Nathan was gaan huilen. Ook heel hard. Gijs was gelijk opgesprongen om Nathan te troosten en uit te leggen dat hij het niet zo bedoeld had, maar Nathan was huilend weggerend. De hele klas was woest op hem en hij moest zich van de natuurkundeleraar, die getuige was geweest van het incident, melden bij de Decaan. Het had hem een hele week corvee opgeleverd, de opdracht om een excuusbrief aan Nathan te schrijven en een verplichte cursus over empathie. Met die excuusbrief had Gijs hem gelukkig geholpen, hij wist oprecht niet wat hij moest zeggen. Sterker nog, hij snapte nog steeds niet wat voor verschrikkelijks hij nu eigenlijk gedaan had. Hoe vaak was hij wel niet uitgelachen omdat hij altijd vergat om zijn haren te kammen of omdat hij bij de piepjestest al afviel na vijf rondjes rennen? Ook die cursus leverde hem verder niks op, hij vond het maar onnodig ingewikkeld gedoe, al die gevoelens van mensen.

Sinds het incident werd hij gemeden als de zwarte pest. Niet dat hij daar last van had, hij had Gijs nog. Gijs had hem niet laten vallen. Hij begreep tenminste dat hij Nathan echt niet had willen kwetsen, maar dat die gedeukte en glanzende schedel gewoon op zijn lachspieren had gewerkt. Maar niet alleen hij werd gemeden als het Ebola-virus, ook Gijs lieten ze nu links liggen. Niemand begreep dat Gijs nog vrienden met hem wilde zijn. Daar had hij wel last van. Hij zag dat zijn vriend het er moeilijk mee had, hij werd graag aardig gevonden door iedereen. Dat was nu eenmaal een foutje in zijn DNA, daar kon hij ook niks aan doen.

‘Het spijt me Gijs.’

‘Wat spijt je?’

‘Dat iedereen nu een hekel heeft aan jou door mij.’

‘Ben je gek joh, het zijn een stelletje oelewappers. Weet je, over vijftien jaar zijn de meesten een of andere onbeduidende manager in een of ander nietszeggend bedrijf. Maar jij, jij krijgt dan al je eerste Nobelprijs voor een belangrijke natuurkundige ontdekking. Als je maar niet vergeet om mij een eervolle vermelding te geven als je de prijs in ontvangst neemt.’ Hij gaf hem een boks tegen de schouder.

‘Zal ik niet vergeten, maar ik denk dat we die prijs samen gaan winnen.’

Ze waren nu weken verder en nog steeds werden ze gemeden als de builenpest. Gijs bleef zeggen dat het hem niks kon schelen en ze maar die nobelprijs voor ogen moesten houden, maar het zat hem steeds meer dwars. Niet voor hemzelf, hij was dit gewend zolang hij zich kon herinneren en met zijn fotografisch geheugen was het heel moeilijk om zich iets niet te herinneren. Maar Gijs had er wel degelijk last van. Het was voor hem dan misschien wel moeilijk om emoties te lezen, bij zijn vriend kon hij dat moeiteloos. Hij had heus wel gezien dat er een verdrietige blik in zijn ogen was verschenen toen ze hoorden dat Noud de hele klas had uitgenodigd voor zijn verjaardag, behalve hun twee.

Hij had zijn moed bij elkaar geraapt en was op Noud afgestapt.

‘He Noud, ik hoorde dat je binnenkort jarig bent. Alvast gefeliciteerd.’

‘Dankjewel.’

‘Zou je Gijs niet alsnog willen uitnodigen? Hij heeft niks gedaan en jullie vonden hem altijd zo aardig.’

‘Ik vind Gijs nog steeds aardig. Maar zolang hij niet inziet dat jij een ongelooflijke eikel bent, is hij niet welkom. Nathan heeft er nog steeds last van, van die hysterische lachbui van jou.’

‘Dat spijt me.’

‘Nee, dat is nu net de grap, het spijt je niet, niet echt.’ Hij wist dat Noud gelijk had.

Er kwam een uitnodiging voor een barbecue feestje bij de mentor om het jaar af te sluiten. Binnen vijf minuten kregen Gijs en hij verschillende appjes van klasgenoten om niet te komen. Weer zag hij dat het zijn vriend verdriet deed. Hij besloot dat deze onzin moest stoppen, en wel meteen. Hij pakte zijn spullen bij elkaar, zei tegen Gijs dat hij hem zo wel zag bij natuurkunde en liep naar het kantoor van de decaan.

*

Dit had hij veel eerder moeten doen. Hier op de universiteit kon hij eindelijk eens op niveau discussiëren met de professoren. Wat een verschil met de leraren op het Gymnasium. En hij was al uitgenodigd om deel te nemen aan een baanbrekend natuurkunde project. Hij kon die nobelprijs al zien glanzen in de verte.

Maar lieve help, wat miste hij zijn vriend, als hij hier eenzaam en alleen door de gangen liep van de faculteit.




Illustratie: Annemarie Koper: Instagram BLOODYMARIEME Facebook Annemarie Koper



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. Thomas Vilt25/3/25 10:57

    Ik hoor bijna mensen roepen "Show, don't tell!". Lees het verhaal nog eens door. Er zitten heel veel zinnen in waarin alleen maar gesteld wordt dat iets is zoals het is, zonder dat ik er iets van in het karakter herken. Ik vond vooral deze storend: "Hij was altijd groter, sterker en slimmer geweest, vooral slimmer." En deze: "Dit had hij veel eerder moeten doen. Hier op de universiteit kon hij eindelijk eens op niveau discussiëren met de professoren."
    Verder qua taal valt me op dat je hoofdletters gebruikt waar die niet horen (gymnasium, decaan). En ook opvallend: drie keer gemeden worden als iets anders (zwarte pest, Ebola-virus en builenpest).

    Maar, los van het vele vertellen: het stuk slaat de plank helemaal mis over hoge intelligentie en geeft een heel vertekend beeld van zowel de jongen als zijn omgeving. Je haalt problemen door elkaar: hoge intelligentie en sociaal onvermogen hebben geen link. Deze jongen heeft mogelijk alexithymie of dysthymie. Het enige verband dat je kan noemen, wat je zelf ook aanhaalt, is dat sommige intelligente kinderen zich niet op hun plek voelen tussen leeftijdsgenoten, wat kan leiden tot sociaal isolement, maar dat betekent niet dat ze per definitie sociaal onhandig zijn. Vooral omdat deze beelden (de 'sociaal onhandige nerd', vaak, zoals deze jongen, ook weer een slungel) zo ontzettend vaak herhaald worden, wordt het wat problematisch.
    Dat een gymnasium zó onbegripvol reageert op het 'incident' met Nathan vind ik ook vreemd. Een empathie cursus geven en dat is het? Ik geloof niet dat er niemand is op de school die iets verder zou kijken. Ook geloof ik niet dat een 6 Gymnasium zo ongevoelig is naar iemand die zich wat sociaal onhandig gedraagt. Er wordt ook gesuggereerd dat Gijs hem wat beter kan begrijpen omdat hij 'dichterbij' zijn intelligentie zit, wat me ook sterk lijkt.

    Tenslotte, het einde. Ten eerste gaat het mij veel te snel, die stap naar de universiteit. Maar daar zijn de professoren opeens begripvol en mag hij meedoen aan een 'baanbrekend' project?

    Al met al: Ik geloof het verhaal niet. Ik wil overrompeld worden door zijn intelligentie, maar voel er helemaal niets van.

    Nog een paar losse gedachten tijdens het lezen:
    Dat iemand zijn leeftijdsgenootjes als holbewoners ziet duidt op superioriteit en dat is niet hetzelfde als isolement.
    Soms halen kinderen met een hoge intelligentie overigens ook wel lagere cijfers. Intelligentie betekent niet voortdurende motivatie of grote interesse.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hi Thomas, bedankt voor je commentaar. Ik ga het opnieuw doorlezen!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten