Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
De stad flitst voorbij in vegen grijs en geel. De auto stopt bij het rode licht. Mijn handen liggen op het stuur, maar ik voel ze niet.
Ze weet niet hoe ze hier is gekomen. Het asfalt dampt nog na van de regenbui die net gevallen is; de lichten van de etalages glimmen op de natte trottoirs. Ze had een doel, was onderweg naar het een of ander, maar het is weg.
Adem in. Adem uit. Ze blaast vanuit haar mondhoek een pluk haar uit haar gezicht.
'Je moet uitstappen,' zegt een stem naast me.
Mijn hoofd draait, langzaam, alsof het er af kan vallen. De man in de bijrijdersstoel kijkt me aan. Een onbekende. Of ken ik hem? Zijn ogen zijn te blauw. Onmogelijk blauw. Niemand heeft zulke blauwe ogen.
'Wie ben jij?'
Hij lacht. 'Je weet wie ik ben.'
Ze weet het niet. De woorden raken aan iets wat in de kelder van haar geheugen ligt, bedekt onder stof en tijd.
Het licht springt op groen. Auto's achter haar toeteren.
'Rijden,' zegt hij. 'Of uitstappen.'
De wereld beweegt weer.
'Waar gaan we naartoe?' Mijn stem is vlak.
'Denk je dat je nog ergens naartoe kunt?'
De afslag naar links leidt naar huis. Naar veiligheid. Maar mijn handen draaien naar rechts. Richting snelweg op. Gas d'r op. De snelheid drukt haar tegen de stoel. De wind raast door de kier van het autoraam.
'Je wist dat ik zou komen,' zegt hij.
'Hoe had ik dat moeten weten. Ik weet helemaal niet wie je bent.'
'Jawel.'
De witte lijnen schieten onder de auto door als accenten van gemiste kansen. Ik weet niet meer of ik ooit iets anders gedaan heb dan rijden.
De stem in haar hoofd fluistert: Stop hier. Hier is goed genoeg.
Ze nadert een afrit. Een motelbord flikkert.
'Stop op de parkeerplaats van het motel' zegt de man naast me. 'Daar moeten we zijn.'
Ze neemt de afslag en draait even later het parkeerterrein op.
Mijn handen trillen als ik uitstap. De nacht ruikt naar zweet en regen. De man zit nog in de auto.
'Ga je mee?' vraagt ze.
Zijn ogen lichten op. 'Ik was er al.'
Ze knippert, en hij is weg.
De auto is leeg.
De autosleutels liggen koud in haar hand.
Ik weet niet of ik droom of wakker ben. Ik loop het motel binnen.
Ergens, diep vanbinnen, wist ik dat dit ooit zou gebeuren.
Ik vind het lastig om hier iets over te schrijven. Ik heb het twee keer doorgelezen, maar het komt niet binnen. Ik lees je stukjes al een tijdje op deze site, Jan, en meestal vind ik ze scherp en observatief. Dit is de eerste keer dat ik iets heel anders lees. Ik moest er even aan wennen.
BeantwoordenVerwijderenIs het dromerig? Hallucinerend? Bovennatuurlijk misschien zelfs? Of is het juist fragmentarisch? Het hoeft niet allemaal beantwoord te worden, maar het laat me toch te veel in verwarring. Waarom kies je voor de wisseling tussen 1e persoon (de ik-figuur) en de 3e persoon (de 'ze')? Is dit een nieuwe laag verwarring?
Ik wil me graag openstellen om ergens anders door geraakt te worden. Ik hoef het niet precies te begrijpen, ik kan het ook voelen. Ik voel de beklemming en de verwarring in geheugenverlies. En dat is al bijzonder gedaan.
Hopelijk heb je er iets aan. Bedankt voor het delen!
Hoi Thomas, Bedankt voor de moeite die je genomen hebt te reageren. Ik lees jouw interessante reacties altijd. Ze zijn nooit standaard. Ik wil de komende tijd ook wat anders dan de geijkte verhaallijnen. Dit keer heb ik geëxperimenteerd met 'perspectiefbreuk' om daarmee een sfeer van verwarring te verbeelden, die mensen kan overkomen bij stress, trauma, ernstige verliefdheid, geestelijke verwarring. Dat jij het stukje twee keer gelezen hebt en niet precies weet wat je ermee moet, en ook verward bent geraakt, doet mij deugd. Daar gaat het precies om.
BeantwoordenVerwijderenAnoniem hierboven = Jan Schuuring
BeantwoordenVerwijderen