Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Vrijdag schrijfopdracht - Hondenbezitter

We hebben een wekelijkse schrijfopdracht. Iedere vrijdag om 14:00 uur vragen we je om een tekst van 100 á 300 woorden te schrijven aan de hand van een opdracht. Je kunt jouw tekst een week lang hieronder in de reacties plaatsen. De redactie van De Slushpile kiest iedere week een winnaar. We maken die elke vrijdag om 12:00 uur bekend. De deadline van de schrijfopdracht is telkens de eerstvolgende vrijdag om 09:00 uur ’s ochtends.

De opdracht van deze week is:

Schrijf een verhaal over een hondenbezitter.








Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. Jan Schuuring7/2/25 16:24

    Liefdesdriehoek

    De knoesterige eik schenkt met zijn kroon van uitwaaierende takken een toeschietelijke schaduw aan de vrouw, die met gesloten ogen op de wrakke bank eronder zit. Een van haar handen kittelt over de kop van de aan haar voeten liggende hond, formaat Shetlandpony. Uit de hijgende bek van het beest hangt een lekkende lap roze vlees.
    ‘Heb je een andere hond?’ vraag ik.
    Ze schrikt op. Een sluier van verdriet valt over haar gezicht.
    ‘Ja, sinds mei vorig jaar. Het is allemaal heel snel gegaan met Woef.’
    Ik knik, mijn gezicht schikkend naar de verdrietige boodschap. Als ik denk de stilte voldoende in acht genomen te hebben, zeg ik: ‘En nu deze jongen?’ Ik knik naar de hond, die een glasgeblazen poging doet zijn kop op te tillen, maar ervan afziet.
    ‘Ja, nu deze vent,’ zegt ze, zich ver vooroverbuigend en het dier enkele klapzoenen tussen de oren gevend. De hond schudt zijn kop, waarbij zijn wangen het geluid maken van vleugels van een opstijgende aalscholver. Klodders wit schuim vliegen in het rond; sommige komen op het shirt van de vrouw terecht. Met de zijkant van haar hand slaat ze het er enigszins af, de rest wrijft ze erin. In haar haar zit ook wat, maar ik zie ervan af om er melding van te maken. Het staat wel feestelijk, een toefje room op een monchou bol.
    ‘Hij is al wat ouder, hè?’ zeg ik met gevoel voor understatement. ‘Heb je hem van iemand overgenomen?’
    ‘Zo zou je het kunnen zeggen. Hij is weduwnaar.’
    ‘Ik bedoelde de hond,’ zeg ik.
    Ze schiet in de lach. ‘Nee, die is van mijn vriend.’ De mist in haar gezicht klaart meteen op. ‘Die is onverwacht in mijn leven gekomen.’
    ‘Je vriend,’ zeg ik.
    ‘Ja, en zijn hond,’ zegt ze lachend. ‘Ik ben er heel blij mee.’
    ‘Met de hond...,’ zeg ik, en laat de zin doelbewust in de lucht hangen.
    ‘En met de vriend,’ zegt ze. Een ondeugend lachje speelt om haar dunne lippen.
    ‘Fijn,’ zeg ik. ‘Geniet ervan, net als van deze mooie dag.’
    ‘Ga ik zeker doen.’ Ze pakt een stok die naast haar op de bank ligt en gooit hem een paar meter weg. ‘Apport!’ beveelt ze.
    De hond volgt de stok met zijn ogen. Hij zucht diep en laat zijn kop neerploffen op zijn voorpoten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Suzanne Schuijt7/2/25 19:05

    Cacao

    Ze was een kattenmens. Haar man en haar dochters wilden een hond en jaren hadden ze moeten wachten op het heengaan van haar geliefde kater. Nu stond hij getatoeëerd op haar borst, met zijn lieve snoet en verschrompelde oortjes. Een urn stond hoog boven op een kast, buiten het bereik van de grijpgrage handjes van haar jongste. Ze miste hem vreselijk. Zijn zachte vacht tegen haar nek in de nacht, zijn liefde voor kipknakworsten en zijn eeuwige gemopper als hij niet de tuin in kon, omdat het regende. Zeventien was hij geworden, maar de tweede maal kanker had hem verslagen. Haar oudste dochter was inmiddels vijf en, ookal begreep ze niet helemaal wat de dood was, wat was ze verdrietig geweest nu ze begreep dat hij niet meer terugkwam. Haar zusje van tweeënhalf, hoewel veel te pienter voor haar leeftijd, kon het verlies nog niet bevatten.
    Maar nu dus een hond. Met het hele gezin waren ze naar het asiel gegaan. Het liefst had ze de eerste arme ziel die zachtjes jankend achterin zijn hok zat verstopt direct aangewezen als de gekukkige. Hij bleek er ook al twee jaar te zitten, maar, zo vertelde de vrouw die hen rond leidde, hij kon niet met ze mee. Hij had al twee kinderen gebeten en het zat er dik in dat hij dat niet af zou leren. Zij twijfelde nog. Met genoeg liefde zou dat toch wel goedkomen? Haar man hakte de knoop door. Te gevaarlijk, beweerde hij, terwijl hij verliefd naar een jonge, gehavende Shepherd keek.
    Even later mochten ze zich de trotse bezitters noemen van Cacao. Ook dat beestje zat er al veertien maanden. Met anderhalf oor en blind aan één oog wilde niemand hem hebben, maar hij kon goed met kinderen overweg en was pas twee jaar oud. Het arme ding. Hij sabbelde aan haar trui en nam het halve bed in beslag. Van kipknakworsten moest hij niets hebben, maar hij kon een plekje in haar hart krijgen, naast haar dierbare overleden kater.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Jan Schuuring8/2/25 09:49

    Achttien uitlatingen


    Op het ‘Eekhoornlaantje’ in het Amsterdamse Bos nader ik een man en een vrouw, die beiden hun hond hebben aangelijnd. De honden piepen en trekken aan hun riem. De man praat, druk gesticulerend met zijn vrije hand. Als ik bij ze ben, spreekt hij me aan.
    ‘Meneer, wat vindt u er nou van? Ik heb net een kwartier naar mijn hond gezocht, omdat mevrouw hier met een “bloedhond” rondsjouwt. Die van mij,’ hij wijst op zijn hond, wiens neus onophoudelijk in de lucht trilt, ‘gaat daar natúúrlijk achteraan. De roep van de natuur!’
    De vrouw doet er het zwijgen toe. De man, die ook mijn rol niet ruimer opvat dan die van toehoorder, vervolgt zijn betoog met enkele extra kooltjes op het vuur.
    ‘Als zij hier anderhalf uur rondstruint … Reken maar uit hoeveel mensen dan last hebben. Iedere vijf minuten kom je hier iemand tegen die zijn hond uitlaat. Dat zijn achttien uitlatingen in anderhalf uur. Dat is achttien keer overlast.’
    Met het gezicht van een vrieskoude boekhouder, die zijn baas de rode jaarcijfers presenteert, kijkt hij nu mij aan. Ik overweeg te zeggen dat het, hoewel niet uitgesloten, wel erg onwaarschijnlijk is dat de vrouw achttien keer een reu tegenkomt. Zijn verbeten mond, in beide hoeken een spoortje schuim, doet me ervan afzien.
    Ik werp een blik op de vrouw, die haar hond geruststellend aanhaalt. Het beest is niet op haar gemak in de aanwezigheid van de luidruchtige man en zijn gruizige hond.
    De man zucht diep, schudt zijn hoofd en loopt door, zijn hond achter zich aanslepend. De vrouw werpt mij een glimlach toe en vertrekt in tegengestelde richting.
    Ik blijf een ogenblik staan en mijmer over de ongeschreven regels die wij onszelf opleggen. En hoe deze soms botsen in de gedeelde ruimtes van onze samenleving. Dan loop ook ik door, de rust van het bos extra waarderend.
    Ik kijk op mijn horloge. Het komende half uur ga ik tellen hoeveel honden ik tegenkom.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik heb een hondenleven. Letterlijk en figuurlijk. Dankzij mijn baas. Hij houdt helemaal niet van honden. Hij heeft er ook geen verstand van, van honden. En ik kan het weten, ik ben een oude hond.
    De dag dat hij naar het asiel kwam, was een zwarte dag in mijn lange hondenleven. Ik had het daar prima naar mijn zin weet je, ik kreeg daar mijn natje en mijn droogje en ik werd elke dag geknuffeld door de vrijwilligers. Mensen die in een asiel werken, die houden namelijk van honden. Mijn baas niet. Mijn baas houdt alleen van vrouwen. En daar had hij mij dus voor nodig. De idioot stond wat schaapachtig de kooien in te gluren toen mijn favoriete dame van het asiel op mij wees. ‘Bas is een heel braaf hondje. Hij houdt van lange wandelingen en van achter een bal aanrennen.’ Dat is dus niet waar. Ik ben een luie hond, ik hou ervan om op een zachte deken te liggen en die bal halen dat deed ik alleen maar omdat dat haar plezierde.
    Maar die idioot nam mij dus mee. En nu wordt deze oude hond dus meegesleept op ellendige lange wandelingen door het park. En als er dan een dame voorbij komt, wil die ellendeling dat ik mooi ga zitten en lief kijk naar de dame in kwestie. En als de dame interesse heeft in mij, moet ik achter die stomme bal aanrennen. Dat weigerde ik gisteren en toen sleepte hij me mee naar de hel op aarde. Jullie noemen dat de dierenarts, ik noem dat een dierenbeul, met zo’n thermometer in mijn gat omdat ik niet achter een bal aanrende.
    En nu staan we weer hier in het park, ik met mijn tong op het wandelpad. Hij heeft weer eentje gevonden die interesse heeft. Maar ik heb er genoeg van, ik bijt dit exemplaar maar eens in de enkels.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Sam

    Weet iemand nog wat popelen is? Zoveel prachtige woorden gaan verloren, weggeplet onder Amerikaanse bullshit. Maar Sam, mijn zwarte, krulharige, middelgrote onbekendmerkhond, immigrant uit Hongarije, Sam weet wat popelen is. Hij ligt in zijn stoel te slapen. Hij hoort dat de baas beweegt en doet één oog open. O, de baas zit weer stil. Het oog gaat dicht. Hé, de baas staat op. En bukt zich naar zijn schoenen! Sam veert op, springt uit zijn stoel, staat strakgespannen op vier poten en geeft één korte, dwingende blaf. Hij voelt elk haartje trillen. Zijn ogen schitteren. Hij popelt van top tot teen. Waar is het tuigje? Daar is het tuigje! Hij sleept het vanonder de bank naar de baas. Opschieten! We gaan uit! Wat is die gang lang! Wat gaat die deur moeizaam open! Sprintje naar de heg, snuffel, snuffel, plas. Ruik, ruik, wat een heerlijke geuren, wat is hier toch allemaal gebeurd sinds gisteravond, ik ruik verse vrouwtjes, onbekende mannetjes, alles nieuw en avontuurlijk, sodetiefus, wat is het leven mooi!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Titel: Charlie

    ‘Kijk, nou heeft ze het weer.’
    Ze kijken hoe de ogen van de hond wegdraaien. Met een soort sluiptrekking zakt ze naar de grond.
    ‘Ik schrik er niet eens meer van,’ zegt het baasje van Charlie. ‘Ze staat zo weer op. Gisteren had ze een zware aanval. Dan laat ze alles lopen. Best lastig dat we tapijt hebben in de woonkamer.’
    ‘Nu heeft ze het netjes buiten gedaan,’ constateert de vrouw, terwijl ze naar het goed gevulde hondenpoepzakje wijst dat de man in zijn hand houdt.
    ‘Dat zou je denken, hè. Maar ik ruim alle poep op die ik tegenkom. Anders wordt Charlie er toch op aangekeken.’ Hij knikt daarbij naar het huis van zijn buurvrouw.
    Hij bekijkt het zakje en zegt: ‘Ik ben er niet eens zeker van dat het van een hond is.’
    ‘Je denkt toch niet dat het van die verwarde man is?’
    Hij kijkt naar het bosje waar hij het uitwerpsel heeft opgepakt en zegt nadenkend: ‘of misschien van die bouvier.’
    ‘Die met die muilkorf?’
    ‘Ja. Vervelend dat die kinderen bijt, toch?’
    Hij kijkt naar Charlie, die nu weer rustig naast hem staat.

    ‘Wat zegt de dierenarts van die epileptische aanvallen?’
    ‘Ze hebben Charlie vierentwintig uur geobserveerd. Zo zielig om haar daar achter te laten. Ze kunnen niets voor haar doen. Wel een stevige rekening. Andere jaren gingen we in het voorjaar naar Duitsland. Dat zit er nu niet in. In Utrecht kunnen ze er nog eens naar kijken, maar onze zomervakantie hebben we al geboekt; die kunnen we niet annuleren.’

    ‘Ik snap niet dat mijn man geen hond wil,’ zegt de vrouw met een zucht. ‘Het zou goed voor hem zijn, lekker een eind wandelen.’
    ‘Nou, een eind wandelen kan niet met Charlie. Haar heupen... We moeten maar weer eens foto’s laten maken, maar…’
    Charlie zakt door haar achterpoten. Niets aan de hand, gewoon haar dagelijkse behoefte. De man zoekt met zijn rechterhand in zijn jaszakken. Zijn laatste hondenpoepzakje in zijn linker.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Marge Hassbargen

    Bobby

    ‘Ik heb met de hondenuitlaatservice gebeld,’ roept Reinier naar zijn vrouw die haar jas aantrekt terwijl ze Bobby, hun veertien maanden oude labradoodle, knuffelt. ‘Ze hebben nog plek.’
    ‘Heb je ook gevraagd wat dat kost?’
    ‘Driehonderdvijftig euro per maand,’ antwoordt Reinier.
    ‘Wat! Ik wil onze vakantie niet opgeven hoor.’ Ze gebaart een handkus en snelt naar buiten waar hun drie dochters wachten om naar school gebracht te worden.

    Zoals iedere ochtend vult Reinier de voerbakken met brokken en vers water die de bruinharige hond gretig verorbert en vertrekt op de fiets naar zijn werk. Al een jaar lang offert hij dagelijks zijn lunchpauze op om Bobby uit te laten en dat staat hem steeds meer tegen. Hij mist niet alleen de roddels over zijn baas en de gezelligheid met zijn collega’s, maar wat hem het meest dwars zit, is het gevoel dat hij erin geluisd is. Nadat zijn vrouw en dochters maandenlang om een hond gezeurd hadden en hem plechtig beloofden de hond bij toerbeurt ‘s middag uit te laten, was hij overstag gegaan.

    Om half een opent Reinier de deur en Bobby springt hem kwispelend tegemoet. Hij lijnt de hond aan en samen lopen ze het tuinpad af. Bobby kijkt verbaasd en trekt aan de riem wanneer Reinier linksaf slaat en niet rechtsaf wat hun gebruikelijke route is.
    ‘Ik heb het geprobeerd jongen, een andere oplossing zie ik niet.’

    Ze vervolgen hun weg en als Reinier stopt bij de ingang van het dierenasiel blijft Bobby stilstaan en verzet geen stap, hoe hard Reinier ook aan de riem rukt.
    Een vrouw met een beige shih tzu passeert hen. De shih tzu snuffelt met zijn donkere snuit aan de kont van Bobby die de begroeting liefdevol likkend beantwoordt. En voordat de vrouw haar viervoeter meesleurt, schudt ze haar lange blonde haren uit haar gezicht en knipoogt naar Reinier.
    Grijnzend aait Reinier Bobby over zijn kop en wandelt met hem naar huis.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Jan Schuuring10/2/25 09:50

    De Hondenliefhebbers

    Hij had haar tientallen foto's van Rex gemaild voordat ze overkwam: Rex als puppy, Rex in het park, Rex met zijn favoriete bal. "I like dogs" had ze stralend laten weten. "In Korea we have many dogs."

    Hij parkeert de auto voor het huis en blijft even zitten. Het is een lange dag geweest: vergaderingen, een sollicitatiegesprek, deadlines. Hij wrijft over zijn gezicht, gaapt. Hij denkt aan Rex die de auto natuurlijk al herkend heeft en nu op hem wacht achter de deur, zijn staart vrolijk zwaaiend. En hij denkt aan Sun-mi, zijn nieuwe vrouw. Het voelt nog vreemd haar zo te noemen, want ze is nog maar een paar dagen hier. Zijn Zuid-Koreaanse bruid waar alles nieuw voor is, maar dat is het voor hem ook. Hij glimlacht, werpt een blik op zichzelf in de achteruitkijkspiegel, pakt zijn tas en stapt uit.

    De geur treft hem al in de hal van het appartementencomplex. Pittig, iets geroosterds, knoflook. Zijn maag rommelt. Hij glimlacht: ze heeft gekookt. De schat!

    Sun-mi staat in de keuken. Ze komt naar hem toe, breed lachend. 'Welkoem haus, schat,' zegt ze. Ze heeft de woorden geoefend. Hij ruikt haar parfum, en een vleugje shampoo. Hij voelt de warmte en zachtheid van haar handen als ze zijn polsen vasthoudt. Ze draagt een traditionele hanbok, zijde in de kleur van rijpe perziken met een kort groen jasje erover. De rok golft zacht mee met haar bewegingen.

    'Waar is Rex?' vraagt hij om zich heen kijkend.

    'Komen,' zegt ze. 'Eten ready.'
    'Waar is Rex, Sun-mi?' vraagt hij nogmaals.
    Ze legt een vinger op haar kersenrode lippen en trekt hem mee naar de mooi gedekte eettafel: een wit tafellaken, kaarsen, verschillende schaaltjes met bijgerechten die hij niet kent, kroepoek. In het midden staat een grote schaal met dampend vlees in een donkere saus. Ze drukt hem neer op een stoel. Hij ondergaat het alsof hij toeschouwer bij een toneelstuk is.
    'Old recept,' zegt ze trots. 'Very special. Made with love.’

    Hij kijkt naar de lege hondenmand in de hoek.

    'Sun-mi,' zegt hij langzaam terwijl zij zijn bord volschept, 'WAAR. IS. REX?'

    'Eet,' zegt ze glimlachend. 'Is good. Strenght en health.'

    Hij staart naar het vlees. Het oogt mals.

    'Rex?' fluistert hij.

    Ze knikt enthousiast. 'Ja, Rex. 'In Korea best way houden van hond is... eten.'

    Het bloed trekt weg uit zijn hoofd. Hij gooit zijn stoel naar achteren. Staat op. Wankelend bereikt hij de tuindeur, rukt hem open. Buiten valt hij op zijn knieën, zijn armen slap langs zijn lijf. Hij gooit zijn hoofd in zijn nek en huilt als een wolf.

    Ergens ver weg loeit een sirene.


    BeantwoordenVerwijderen
  9. Wim van Teeffelen11/2/25 10:23

    Boomer

    De asielmedewerkster vraagt waarom ik die oude hond wil. Ik vertel dat mijn vrouw is overleden en dat ik terminaal ziek ben, maar graag een gezelschapsdier wil, omdat ik me, alleen in huis, allerlei sterfscènes inbeeld en daar word ik gek van. Een oude hond geeft weinig overlast voor mijn dochter Nina als ik dood ben, de hond zal dan kort daarna ook wel dood gaan. Ik noem hem Boomer, in mensenjaren zo oud als een babyboomer.

    De specialist had slecht nieuws, de nieuwe medicijnen slaan niet aan en ik moet mij gaan voorbereiden op de afloop, nu toch echt binnen afzienbare tijd. Dus ik put Boomer uit met lange wandelingen. Ik ga aan de overkant van een drukke straat staan en roep hem naar me toe, maar Boomer heeft klaarblijkelijk op het verkeer leren letten. Chocola schijnt gif te zijn voor een hond. Ik honger hem een dag uit en hou hem dan een mars-reep voor. Hij snuffelt eraan, maar neemt geen hap.

    Boomer aan zijn end brengen begint een dagtaak te worden en uiteindelijk draag ik hem de trap op naar de slaapkamer, je moet oude honden immers geen trappen laten lopen, is mij door de asielmedewerkster op het hart gedrukt. Ik gooi hem uit het raam en hij landt in een struik. Ik vlieg de trap af, naar buiten en dan til ik hem voorzichtig op. Hij bloedt aan zijn oor en aan een poot en hij ligt te trillen in mijn armen. De dierenarts wil weten wat er is gebeurd. Ik vertel dat de bal uit het open raam van mijn slaapkamer stuiterde en Boomer er achteraan sprong. De dierenarts kijkt me wantrouwend aan. Dat verhaal moet ik nog wat verfijnen voor als Nina langs komt.

    Boomer wil niet dood, dat is me nu wel duidelijk. Dus kan ik ook nog niet dood.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Simone de Graaff12/2/25 14:03

    LUNA, WAAR BEN JE?

    Miko, een jongen met rommelig haar en een versleten hoodie, hangt de laatste van zijn briefjes op. Ze vallen op door de grote letters "VERLOREN! GEZOCHT! LUNA!" Daaronder staat een foto van een vrolijke labrador met glanzende vacht. De briefjes hangen nu bijna overal in de buurt.
    Terwijl hij het laatste briefje vastzet, stopt een meisje. Ze heeft kort blond haar, draagt een spijkerbroek en een shirt dat haar casual maar zelfverzekerd maakt. Ze kijkt naar de poster, dan naar Miko. Haar blik is nieuwsgierig.
    “Wat is er aan de hand?” vraagt ze, haar lippen trekken zich snel in een glimlach.
    Miko draait zich naar haar toe, met een nerveuse blik. “Oh, mijn hond... Luna. Ze is al een paar dagen vermist, maar ik weet zeker dat ze nog ergens is.” Hij glimlacht charmant. “Ze was alles voor me. Het voelt alsof ze de weg thuis zoekt.”
    Het meisje kijkt naar de foto van de hond. “Ze ziet er lief uit. Je moet wel veel van haar houden,” zegt ze zacht.
    Miko knikt aarzelend. “Ja, absoluut. Ze was perfect. Ik weet zeker dat ze terugkomt.”
    Het meisje denkt even na, haar blik nog steeds bij Luna’s foto. “Mijn hond liep ooit weg. Ik was er kapot van. Knap dat jij zo zeker blijft.”
    Miko haalt zijn schouders op. “Als je ergens in gelooft, blijft er hoop.”
    Ze glimlacht en kijkt hem even aan. “Ik hoop dat ze snel terugkomt. En als je hulp nodig hebt…” Ze krabbelt haar nummer op een papiertje en drukt het in zijn hand. “Laat het me weten, oké?”
    Miko kijkt naar de foto op de poster. Hij gebruikt die al bijna een jaar en niemand die dat doorheeft. Hij grijnst zelfverzekerd. Toch beter straks een nieuwe van internet plukken, voordat iemand het door gaat krijgen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten