Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Vrijdag schrijfopdracht - Foto

We hebben een wekelijkse schrijfopdracht. Iedere vrijdag om 14:00 uur vragen we je om een tekst van 100 á 300 woorden te schrijven aan de hand van een opdracht. Je kunt jouw tekst een week lang hieronder in de reacties plaatsen. De redactie van De Slushpile kiest iedere week een winnaar. We maken die elke vrijdag om 12:00 uur bekend. De deadline van de schrijfopdracht is telkens de eerstvolgende vrijdag om 09:00 uur ’s ochtends. Elke schrijver kan één tekst per schrijfopdracht inzenden.

Dit is de eerste schrijfopdracht met een foto. We gaan deze foto-opdrachten vaker geven, ongeveer een keer per maand.

De opdracht luidt: schrijf een verhaal bij deze foto.







Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. Titel: Ze had er al moeten zijn

    Waarom hebben we niet in het hotel zelf afgesproken? Ik kan het vanaf hier zien liggen, aan de overkant van het IJ. Ze zou een trein eerder nemen; ze had er al moeten zijn.
    Ik loop nog eens terug.
    "De achterzijde van het Centraal Station," daar zouden we op elkaar wachten. Dit is toch de achterzijde?
    Een uur met de trein, dat hebben we ervoor over. Ver van onze eigen stad. We nemen geen enkel risico meer.
    De paar mensen die hier langskomen haasten zich. Zij zullen ook de donkere wolken hebben gezien. Ik kijk naar de veerpont. Die kan me in een paar minuten naar de overkant brengen.
    Mijn hand gaat naar mijn telefoon…, maar we laten geen digitale sporen achter.
    ‘Dat kan best,’ zei ze. ‘Vroeger, voordat iedereen een mobieltje had, ging dat ook zo.’
    Ze is nu bijna een uur te laat. Ik loop heen en weer om warm te blijven. Toch maar in het hotel wachten? Het is hier helemaal verlaten; geen mens te zien. Het voelt onveilig. Staat er iemand in die donkere schaduw?
    Ik pak mijn telefoon en bel haar. Vanuit de schaduw hoor ik haar telefoon overgaan. Haar ringtone. Opgelucht loop ik ernaartoe.
    Met een kille blik kijkt haar man me aan. Haar telefoon in zijn hand. Hij is groot. Hij kijkt om zich heen en glimlacht.
    Hier zal niemand me te hulp komen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Leuk verhaal! vier dingetjes.
      1. De "Vroeger, voordat iedereen...dat ook zo" Zou ik weg laten want dat stoort op de een of andere manier en is ook niet relevant.
      2. Niet duidelijk of de hoofdpersoon echt alleen is. Voor de veerpond lopen er mensen rond, er na is het persoon alleen. Als de persoon is overgezet, dan de veerpont zin veranderen 'brent me in een paar minuten etc etc.
      3. 'Het voelt onveilig' weglaten. Laat de lezer dat voelen, de volgende zin zou voldoende moeten zijn. of voeg iets toe dat het unheimlicher maakt.
      4. Vergroot het drama bij de reveal... 'Hij is groot, zie ik bloed?'

      Verwijderen
  2. Titel: Wederkerigheid

    “Kijk”, wijs ik naar links op de foto, “Daar sliep ik wel eens. Samen met Gerry en Arthur. Soms kwamen er mensen kleding brengen. Zat altijd veel rotzooi tussen. Eigenlijk gooiden we die voor ons doen nog redelijk netjes weg in de afvalbakken boven aan de kade. Hadden we toch nog een functie. Eén keer hebben we een geintje uitgehaald door van vuilniszakken en oude kleding een pop te maken, en die hebben we daar in het water gegooid. En toen zijn we boven mensen gaan aanschieten. Maar die hadden geen zin om 112 te bellen. Terwijl ze hun telefoon al in hun hand hadden. Liepen met een bocht om ons heen. Toen dachten we: zoek het maar uit met je kut-maatschappij. Behalve Gerry. Die wou er echt een punt van maken en ging mensen op de rijbaan aanhouden: fietsers, automobilisten, van alles. En toen is iemand het water in gesprongen en verdronken. Ik zie hem nog ploeteren en koppie onder gaan. Zou zo maar kunnen dat het een goed mens was. Hij was uit een heel degelijke auto gestapt. Weet het merk niet meer. Wel zo’n type dat vrouw en kinderen achterlaat. Nou ja, hebben die in ieder geval een held in de familie”.
    Losjes kijk ik naar de vrouw die zich als historica voorstelde. Ze ruikt ook een beetje historisch, valt me op.
    “Doe me de volgende foto eens”.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Titel: Uit zicht

    Doodop stapt de vrouw de buitenlucht in. Draait zich naar een gevel lange glazen façade. Een jonge dame staart terug. Double-breasted mantelpak met gouden knopen, brede gevulde schouders. Clutch onder haar arm geklemd. Het haar in een chique jaren 80 coupe. Ze zwaait en de dame zwaait terug.

    Het begint te druppelen. Alles is in een sepia monotoon gedrenkt. Op haar hoge hakken tikt de vrouw richting een overspanning dat de ruimte tussen de gebouwen in schaduw hult en opent naar een kade. Geoefend omzeilt ze de voegen tussen de klinkers die naar haar hakjes grijpen en voelt zich behendiger dan ze lange tijd was. Hoog in de lucht buitelen de wolken stormachtig over elkaar. Uitkijkend over het rulle water ziet ze aan de overkant een stad.

    De vrouw wil hier weg. Ze loopt richting een ijzeren hek en duwt het open. Aan haar voeten een trap. Nuffig daalt ze de sleetse treden van donkerrood geregend metselwerk af die haar naar de kade leiden. Clutch boven haar hoofd geheven om haar coiffure tegen de regen te beschermen.

    Hand op heup, in gedachten aan vroeger verzonken, zwenkt ze haar enkel met de hak als draaipunt. Ze ziet een rij stalen meerpalen die in het water zijn geslagen. Een vlet stoot met een doffe metalen klank tegen de meerpaal naast haar. De punter kijkt haar aan. Nieuwsgierig houdt ze haar hoofd schuin. Hij beweegt de vaarboom naar zijn linker hand en steekt twee vingers op. Ze opent haar clutch; leeg. Ze kijkt rond; niets. Ze trekt twee gouden knopen van haar double-breasted. Overhandigt die aan de veerman en stapt in.

    Op weg naar de stad aan de overkant vraagt de dame zich af welke nieuwe avonturen haar wachten.

    Aantal woorden: 286
    Leiden, 3 maart 2025

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mike Brouwer5/3/25 12:42

    Titel: Doorgaan

    Het ergste was gebeurd. Ze was overleden zonder dat hij het wist. Een oud-collega had terloops gemeld dat zij zeven weken geleden op de fiets was aangereden en nog een week in coma had gelegen.

    Hier hadden ze elkaar de laatste keer vastgehouden en naïef gedacht dat ze samen verder konden.
    “Hoe lang ben jij al getrouwd?” had ze gevraagd. Waarschijnlijk om een inschatting te maken of wat ze gingen opbreken qua jaren in evenwicht was.

    Ze hadden één keer seks gehad in een hotelletje in het midden van Nederland. Zij had dat geregeld. Hij had dat enorm eng gevonden omdat er zoveel op het spel stond. Stel dat hij het zou verknoeien. Maar het was als thuiskomen bij elkaar geweest. Tijdens het vrijen was ze in huilen uitgebarsten. Hij had haar aangekeken en vastgehouden, omdat hij weinig in handen had om haar gerust te stellen.

    Vandaag rookte hij voor het eerst weer. Langer of gezonder doorleven had geen functie meer. Met betraande ogen staarde hij over het verlaten water, de betrokken lucht en de gebouwen die de aanwezigheid van mensen verraden zonder dat er iemand te zien was. De mens die meer ruimte innam dan nodig. Het was niet meer dan logisch dat hij gestraft werd.
    “Hi”. Een jongen in sjofele kleding en bruine vegen op zijn gezicht stak een hand naar hem uit. “Heb jij een sigaret voor me?”
    “Alsjeblieft. Hier heb je vuur”.
    “Dank je. Hé man. Het komt wel goed”. De jongen raakte zijn schouder aan en liep in de richting van een donkere doorgang.
    Als jonge mensen die het zo moeilijk hebben mij willen geruststellen, is er werk aan de winkel. Zij zou dat ook gewild hebben. Langzaam kwam er weer kleur in de wereld. Zijn sigaret was op.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Jan Schuuring6/3/25 09:26

    Drijfhout

    God, wat ben ik moe … De directeur raaskalde vanmiddag weer afmattend over vooruitgang, over toekomst. Toekomst nota bene! Alsof die niet gewoon een herhaling van gisteren is, hoogstens nog iets grijzer.
    Omdat ik een knijpende koppijn heb, mijd ik de tram en loop naar huis.
    Het donkere water van het IJ naast me rimpelt als een oude huid. Mijn voetstappen weergalmen in de overhuifde leegte. Ik zet mijn kraag op, stop mijn handen in mijn zakken.
    Aan de overkant staan de kolossale gebouwen van Amsterdam-Noord, een kubistisch stadsgezicht in strakke lijnen en grauwe vlakken. De mensen in die betonklompen, wat doen die? Wachten ze net als ik tot ook deze dag weer voorbij is?
    Golfjes druisen tegen de kade, een meerkoet lost kort op in het water. Verderop schieten bolders als zwarte paddenstoelen uit het beton van de kade.
    In een van de ronde gaten van een metalen schot is een blauwe waterfles geperst. Waarom niet gewoon een muur? Waarom niet gewoon niks? Ik stop en steek secondelang mijn hand door zo’n gat. Motregen fluistert op mijn handpalm.
    Er ronkt een sleepboot voorbij. Hier zijn altijd schepen. Ze gaan ergens heen, komen ergens vandaan. Ze hebben een doel.
    “Het leven is een schilderij, maar je moet zelf de kleuren mengen.” Wijze woorden van mijn opa. Hij is er niet meer, weggedreven als het drijfhout dat zo-even langs de kade schurkte en toen door de stroom werd meegevoerd.
    Natuurlijk had hij gelijk, maar op een dag als deze, op een plaats als deze, ontbreekt alle kleur op mijn verfplankje. Er is louter grijs, onophoudelijk grijs.
    God, wat ben ik moe …


    BeantwoordenVerwijderen
  6. Mathis Bronck6/3/25 23:13

    VERRAAD

    Ze hebben me door. Vorige week zagen ze dat ik geld uit de kas van het magazijn haalde. Het is 7 maart 1925. De kou en mist hangen zwaar over Amsterdam.
    Bijna thuis, op de Westerdokken, waar mijn vrouw en dochter al aan de eettafel zitten, word ik plots van mijn fiets getrokken. Een grote man met een Scandinavisch accent gromt: ‘Meekomen.’
    Hij duwt me in een donkere koets en sluit de deur achter zich. Naast me zit een jonge vrouw, blond en bleek, luid huilend. Ik herken haar meteen. Josephs maîtresse.
    Mijn maag krimpt samen. Ik weet dat hij eerder overspelige meisjes heeft laten verdwijnen.
    De Scandinavische man grijnst. ‘In deze havens veranderen alleen de gebouwen. Het blijft een rommeltje mieren, druk met bedrog -’ Hij kijkt het meisje aan. ‘- en lust. Jullie hebben Joseph verraden. Jullie allebei.’
    Hij haalt een pistool uit zijn jas. Mijn hart bonkt. Ik wil de deur opentrekken en rennen, maar ik verstijf. Warme urine sijpelt langs mijn been.
    ‘NEE! Alsjeblieft! Ik wil niet dood! Wat kan ik doen?’ roep ik. Ik begin te huilen. Hij trekt aan de grendel van het pistool.
    ‘Alsjeblieft! Het was maar stom geld. We hebben het krap thuis, maar ik ga dubbel zo hard werken.’
    Dan zegt de man: ‘Je gaat vandaag niet dood.’ Hij grijnst. ‘Maar dit was je laatste waarschuwing. En nou oprotten!’
    Hij opent de deur en trapt me naar buiten. Een paar matrozen lacht als ik bijna over een sleeptouw struikel.

    Ik haal diep adem en kijk over het IJ. De zon schijnt nog. Het water glinstert alsof er nooit iets is gebeurd. Voor de eerste keer die dag hoor ik de meeuwen krijsen.
    Ik ren naar huis, maar dan besef ik dat ik niet heb gevraagd wat er met het meisje gebeurt.
    Ik draai me om. Een schot klinkt. Mensen schreeuwen. Bloed spat tegen het raampje terwijl de koets wegrijdt over de kade.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten