Doorgaan naar hoofdcontent

Schoolnovelle - H25

Noortje zit al bijna een week in de klas van Maaike. Ze komt de klas binnen, gaat zitten en dat is het. De kinderen, vooral die waar ze bij zit, proberen haar vergeefs te betrekken bij hun bezigheden. Nu laten ze haar met rust. Het komt goddank niet bij ze op haar te pesten: ze is er en is er niet.
     Maaike zoekt haar juist wel frequent op. Altijd zegt ze dan iets vriendelijks over haar originele haarspeldjes of het kleurige haarbandje. Ze lijkt het niet te horen. Met neergeslagen oogleden zit ze in haar bank. Iedere keer als de klas uitleg en een verwerkingsopdracht krijgt, legt Maaike ook bij haar een schriftje neer. Er ligt inmiddels al een heel bergje: een blanco teken-schrift, een ruitjesschrift, een schrift met lijntjes. Ze legt ook een kleurdoos, een vulpen, een potlood, een gummetje en een plastic lineaal op haar tafeltje. Geen van deze spulletjes raakt het meisje aan.
      Daar is Femke. Twee keer per week hebben de kinderen gymles, in de grote zaal op de benedenverdieping. Zo’n les duurt vijftig minuten. De kinderen pakken hun gymtassen die aan haken in de gang hangen en stellen zich snel in een rij op. Hoe minder tijd ze verlummelen hoe meer tijd er voor de gymles rest.
      Noortje blijft zitten. Maaike loopt naar haar toe en neemt plaats op een stoeltje negentig graden naast haar. Ze legt net als Noortje haar handen op elkaar op het tafelblad. Ze merkt dat het kind wat sneller begint te ademen. Ze gaat mee in dat ritme. Beiden zitten met gebogen hoofd.
Een duif in de iep direct voor het raam van het lokaal koert onophoudelijk.
      Vast een doffer die indruk wil maken op een duivin. Duivin, wat klinkt dat raar. Bestaat dat woord? Ik zal het straks opzoeken. Het San Marcoplein, de duif op mijn hoed. Ik heb de foto nog. Zo leuk.
     De kraan bij het fonteintje is niet goed dichtgedraaid. Druppels petsen in de metalen gootsteen.
      Druppelmarteling. Bij gevangenen laten ondervragers soms urenlang een druppel op het voorhoofd vallen. Dat schijnt na een paar uur onverdraaglijk te worden. Welke zieke geest bedenkt zoiets? De methode is uit China afkomstig. Net als Wong. Wong, het brein achter de gevreesde druppelmethode. Ha, ha. Foute grap, Maaike.
      De zon komt achter een wolk vandaan. Zonnestralen vallen binnen tot halverwege het lokaal. Stofjes dansen in de stralen.
      Stof tot stof. Misschien zijn het de zielen van alle overledenen. Noortje ruikt naar dezelfde zeep als haar moeder. Logisch: ze wassen zich met hetzelfde stuk zeep natuurlijk. Oma rook ook zo, een lekkere lucht, bescheiden als haar oma zelf. Ze is al jaren dood, niet echt oud geworden. Hersenbloeding. Stof zijt gij en tot stof ... Hé, geblaf, vast dat hondje met het verlamde achterlijfje. Zou het beestje gelukkig zijn of zou het dood beter af zijn? Honden rennen graag. Je houdt hartstikke veel van zo’n beest en wil het zo lang mogelijk bij je houden. Is dat egoïstisch? Er wordt gebeld. Opendoen Wong, ouwe ophaalchinees. Piepp, pieppp, druppel, druppel, daar gaat-ie hoor. Iemand die ons zo ziet zitten, denkt vast dat we mediteren. Ik wou dat ik dat kon. Lijkt me heerlijk je gedachten stop te kunnen zetten.
      Maaike hoort de ademhaling naast haar dieper worden. Ze past haar eigen ademhaling opnieuw aan. Nog steeds staart het kind naar haar handen. De duif vliegt klapperend weg, inderdaad direct erna gevolgd door een tweede. De bel van de brug over de gracht aan het einde van de straat rinkelt.
     Nu gaat de brug open. Of dicht. Open voor de boten, dicht voor de rest. Kwestie van perspectief. Waarschijnlijk een vrachtschip dat van of naar de houthaven vaart. Veel automobilisten laten de motor draaien, ondanks het bord aan de slagbomen. Ik vind dat asociaal en smerig. Als je er met de fiets tussen staat, is dat hartstikke slecht voor je longen. Ik hoor mijn maag borrelen. Hoort zij dat ook? Beweegt daar nou iets?
      Noortjes hand schuift bijna onzichtbaar traag in de richting van haar hand. Maaike ziet het vanuit haar ooghoek. Steeds een stukje dichterbij. Hun vingertoppen raken elkaar. Het handje ligt nu stil. Maaike tilt haar hoofd op en kijkt in de lichtgrijze door tranen omfloerste ogen van haar leerling. Voor het eerst slaat ze haar ogen niet neer. Maaike legt haar hand over de hand van het meisje. Ze kijkt Maaike nog steeds aan.
      “Ik weet het, lieverd, ik weet het,” fluistert Maaike.
      Het kind schokschoudert nauwelijks merkbaar en over beide bijna doorschijnende wangen lekken nu tranen. Ze huilt zonder geluid. Vijf minuten voordat de leerlingen van de gymles terugkomen, staat Maaike kalm op. Ze haalt haar koffiebeker van haar bureau, spoelt die om en vult hem met water. Ze zet de beker op het tafeltje van Noortje. Uit een kast pakt ze een stapel schriften en rondlopend verdeelt ze die over de tafeltjes. Ook bij Noortje legt ze weer een schriftje neer. Ze ziet dat de beker leeg is en brengt die naar het kleine aanrechtje.
      Daar zijn de anderen, opgewonden pratend en met hoogrode konen. Het laatste kwartier trefbal, de jongens tegen de meisjes. Altijd een succes. Maaike gunt ze vijf minuten om uit te razen en wat te drinken of eten. “We beginnen. Allemaal op de eigen plaats en taalboeken op de tafel.”
      ‘s Middags maakt Noortje haar eerste oefening.

Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

VOLGEND HOOFDSTUK >
Info - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60

Reacties