De afgelopen week heeft Maaike lekker met haar groep gewerkt. Aarnout en Frits hebben regelmatig een babbelpraatje met haar gemaakt. Willy en Els hebben haar links laten liggen. Maaike is allang blij. Haar fietsband heeft niet meer plat gestaan, dat is fijn. En vreemd. Aan het eind van de schooldag staat een teamvergadering gepland. De vorige vergadering is goedmoedig verlopen. Maaike had genotuleerd. Ze werkte het verslag vlot en verzorgd uit en legde bij iedere collega een kopie in het postvak. De eerste weken is ze gelukkig niet weer aan de beurt. Je moet tijdens de vergadering continu alert zijn - dat moet welbeschouwd natuurlijk ook als je níet notuleert - en dat valt niet mee na een vermoeiende dag voor de klas. De gedachten dwalen dan gemakkelijk af.
Aarnout heet iedereen welkom, geeft een kort overzicht van de agendapunten en vraagt of iemand iets wil opmerken over de notulen. Willy, Els en Femke willen dat zeker: Dit is zo niet gezegd, dat is verkeerd geïnterpreteerd, dat is helemaal niet gezegd en zo volgen nog allerhande bijstellingen. Het klinkt allemaal nogal vinnig.
Aarnout vat de kritiek samen en zegt dat een en ander in de volgende notulen rechtgezet moet zijn.
"Het was Maaikes eerste keer, laten we het haar niet euvel duiden. De volgende keer is het vast een stuk beter,” rondt hij het punt af.
Maaike staart naar haar papieren zonder de afzonderlijke woorden te onderscheiden. Haar mond is droog. Over haar rug marcheert een kolonie rode bosmieren. Pas bij het voorlaatste agendapunt herpakt ze zich ietwat.
“Deze zaterdag komt Sinterklaas aan. Hoe vieren wij het feest dit jaar?” vraagt Aarnout.
De praktische invulling levert geen problemen: Het draaiboek is al jaren hetzelfde.
Hij wil al aan het laatste agendapunt beginnen, als Maaike informeert hoe de Pieten eruit gaan zien. Hij kijkt haar vragend aan. Sommige collega’s gniffelen en stoten elkaar aan.
“Ik bedoel: Zijn ze gekleurd of gewoon wit?” verheldert Maaike, naïef genoeg om nog te geloven dat haar vraag niet goed begrepen is.
“Ze zijn gewoon zwart, Maaike. Daarom heten ze ook Zwárte Piet,” zegt hij.
De hilariteit neemt toe.
“Ik vind dat helemaal niet gewoon.” Maaike schrikt van zichzelf. Het gelach verstomt. Iedereen kijkt naar haar. Nu moet ze door.
“De helft van mijn leerlingen is niet wit. En als ik hier de kring rondkijk, is ook niet iedereen wit. Er is de laatste tijd veel te doen over de kleur van de traditionele Pieten. Ik begrijp dat en ik vind dat we daar rekening mee moeten houden. Hoe leuk is het om Bonte Pieten te hebben?”
Nu dreigt de vergadering te ontaarden in een Poolse landdag. Aarnout hamert met zijn handpalm op de tafel en maant met stemverheffing tot orde.
Een voor een krijgt ieder gelegenheid zijn of haar zegje te doen. De meerderheid kwalificeert Maaikes inbreng als belachelijk en onzin. De donkere collega’s schuifelen ongemakkelijk op hun stoel, mompelen wat onverstaanbaars, maar vallen Maaike uiteindelijk niet bij.
Alleen Frits verklaart dat het hem om het even is. Zelfs dát levert hem vijandige blikken op.
“Helder,” zegt Aarnout. “Piet is dit jaar wederom zo zwart als roet.”
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Maaike geeft voor het eerst serieus tegengas, helaas (nog?) zonder resultaat. Ik zit echt helemaal in dit verhaal en kan niet wachten op de volgende hoofdstukken.
BeantwoordenVerwijderenLeuk om te horen, Albert. Dank je.
BeantwoordenVerwijderen