Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Het was twee over half tien. Voor de zekerheid had ik de pot met 'nacht' erop op het trapje tussen de ficussen gezet.
Ik ging op straat staan en keek omhoog. De gevels van de grachtenpanden lagen al in de schaduw. Alleen de bovenkant van de roze flat van het Nassauplein, die boven de huizen uittorent, baadde nog in een fel rood licht. Weldra zou mijn grote experiment beginnen.
Arie was hem al lang gepeerd. Ik wist niet waar hij 's nachts uithing. Waarschijnlijk in het park of zo.
Ik zette mijn handen in mijn zij en keek naar het karmozijnrode licht dat steeds dieper en donkerder werd. Op andere dagen zou dit me met een tomeloze angst vervullen en een zware melancholie zou zich van me meester maken. Nu kon ik er -zij het met enige reserve- onbevangen naar kijken.
Een dikkige dronkaard met een muts strompelde over de stoep en kwam bij me staan. Hij keek omhoog, met één oog dichtgeknepen. "Wat is daar te zien jongen?"
"Het licht," zei ik, "ik kijk naar het licht op de flat. Zie hoe mooi donkerrood het is."
"Ah," zei hij, "je hebt zeker niets te roken voor me?"
Ik gaf hem een sigaret uit mijn pakje en stak deze voor hem aan. Hij strompelde verder langs de gracht.
Het zonlicht was nu helemaal weg en de flat lag in de schaduw.
Ik telde de seconden.
Ik keek naar de lucht die nog blauw kleurde en ik vroeg me af of hij nu van een ander blauw was dan op andere dagen als de zon net was ondergegaan. Ik zou het niet durven zeggen. Wie kijkt er nou op zo'n tijdstip naar de lucht en onthoudt welke tint deze heeft? Vooralsnog was er dus niets te zeggen.
Ik keek op mijn horloge. Acht-en-veertig. Ik was nu zeker vijf minuten te laat. Zouden er nu bij het KNMI in De Bilt alarmbellen gaan rinkelen? De tint klopt niet! De duisternis doet niet zijn intrede! Zouden de meteorologen nu wanhopig door tabellen met historische lichtwaarden bladeren? Zouden er al paniekerige telefoontjes naar het ministerie van defensie gaan? Ik had geen idee of de tint van de lucht door één of andere instantie in de gaten werd gehouden. Je zou toch hopen van wel?
Boven de huizen aan de overkant steeg een vliegtuigje schuin op. Het blonk fel in het laatste licht van de zon.
Vandaag zou ik weten of Karl Popper gelijk had.
Hakken tikten op de straatstenen. "Het is lang licht hè, vandaag."
"Is het niet de... Hoe noem je dat... de zonnewende of zo?"
"Nee joh, dat is al twee weken geleden."
"Hmm..."
"Het is echt raar lang licht. Ik hoop dat de kinderen kunnen slapen zo." De man en de vrouw liepen aan me voorbij.
Ik had een zakje borrelnootjes en een biertje gepakt en zat op het trapje naar de lucht te kijken. Die was op een vreemde manier geel-blauw, een kleur die ik nog nooit eerder had gezien, en stak fel af tegen de beschaduwde gevels van de grachtenpanden.
Ik kon bijna niet geloven wat er gebeurde. Ik had al een uur van de verschrikkelijke nacht afgesnoept.
Iets verderop pikte een groepje duiven in een bakje patat dat iemand op straat had achtergelaten. Ze namen telkens een patatje in hun snavel, maakten dan een snelle kopbeweging zodat het patatje over hun kop kantelde en in tweeën brak. Het was een wonderlijk schouwspel, al die vliegende patatjes, en de mayonaise die over de klinkers werd uitgesmeerd. De beesten leken zich niets aan te trekken van het uitblijven van de duisternis.
De pot stond nog tussen de ficussen. Het zwarte spul leek onrustig. Hoewel het doodstil lag, leek het tegelijkertijd te kolken en te wervelen. Dat moest mijn verbeelding zijn, waarschijnlijk veroorzaakt door een gebrek aan slaap.
Ik nam een slokje bier en keek weer naar de geel-blauwe, wonderlijk gekleurde lucht. Hij had niet gelogen. Ongelooflijk. Ik zag hem nog met zijn vuile vinger op de pot tikken.
Het liedje van de cowboys en de indianen speelde door mijn hoofd en terwijl ik daar zo lekker zat, moest ik denken aan de GVR van Roald Dahl. In het boek zegt de GVR dat het zijn werk is om dromen te verzamelen. Ik vind dat zo leuk, want hij wordt er natuurlijk helemaal niet voor betaald en toch noemt hij het zijn "werk". En dat geeft mij hoop. Want in die zin “werk” ik eigenlijk ook. Het is mijn werk om langs de straten van de stad te lopen. In feite werkt iedereen, ook al wordt je er niet voor betaald. Niemand is werkloos.
Laatst heb ik eens bedacht dat de GVR eigenlijk een onontdekte schrijver is, misschien zelfs Roald Dahl zelf in zijn jongere jaren. Kijk maar: Hij vangt dromen. Dat is precies wat een schrijver doet. Check. Hij wordt er niet voor betaald, maar hij beschouwt het als werken. Dubbelcheck. En hij blaast de dromen in de breinen van de mensen die zijn verhalen lezen. Driedubbelcheck. Ik weet wel zeker dat hij het over een schrijver had. Het schijnt dat Roald Dahl zelf ook erg groot was trouwens, een reus. Vierdubbelcheck.
Een wetenschapper zei eens dat het universum alleen bestaat omdat wij het observeren. Iets met de hypothese dat een omvallende boom geen geluid maakt als er niemand is om het geluid te horen. Zo is het ook met onze stad. Zij bestaat omdat ik haar observeer. En dát is mijn werk. Check. Check. Checkerdecheck-check. Vijftige dubbel check. Ik ben gewoon een werkend mens zoals zij allemaal.
Maar goed. Dat kan ik mijn neven met hun trekkers en hun zakenreizen natuurlijk moeilijk uitleggen. Die zouden het nogal esoterisch vinden, vrees ik.
Maar eigenlijk zijn ze zelf net zo esoterisch. Eentje zei bijvoorbeeld: "wist je dat al het land dat ik vanuit mijn boerderij kan zien, van mij is?" Ik zei dat ik dat niet wist. Ik vind het namelijk heel vreemd om te zeggen dat een stuk land “van jou” is. Dat land heeft al bestaan toen jij er nog helemaal niet was en het zal blijven bestaan als je er niet meer bent. Hoe kan je dan zeggen dat het “van jou” is? Dat is toch maar een hersenspinsel? Wie is er dan esoterisch bezig? Check. Check. Check.
Ik nam nog een slok van mijn biertje.
Reacties
Een reactie posten