Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

De brief - H42

De trein vanuit Leiden heeft vertraging en komt pas over een kwartier. Een gure wind uit het Noorden schuurt mijn wangen. Vanmorgen kon ik maar niet beslissen wat ik aan zou trekken, tot ik jouw trui zag. Ik werd op slag weer de jonge vrouw die stomverbaasd naar je keek omdat jij dezelfde aan had. Deze trui heeft zichzelf verstopt voor dit moment, maakte ik mezelf wijs en trok hem aan.

En nu ben ik onzeker. Wat zal jij zeggen straks, als je mij ziet? Hoop ik stiekem dat jij hem ook aan hebt? Dat zou betekenen dat jij nog altijd met een warm gevoel aan mij terug denkt, toch? Ja natuurlijk doe je dat. Je vraagt me niet voor niets om te getuigen bij je huwelijk. Er is geen enkele reden om daaraan te twijfelen.
Je zal niet veel meer herkennen in ons huis. Nadat ik het manuscript, dat Klaas voor me had teruggehaald, weggestopt had op zolder, viel er zoveel van me af. Ik voelde me bevrijd. Natuurlijk schrijft niemand meteen een bestseller, zoals Astrid me wijs probeerde te maken. Nou ja, een enkeling dan, zoals een Palmen of een Rijneveld of zoals laatst Lale Gül. Maar dan ben je ook wel zo goed, of is je idee zodanig actueel, dat een redacteur daar alleen al verkoopcijfers in ziet.
Ik hoop niet dat jij of Liz vraagt naar mijn boek. Ik wil het er niet meer over hebben. Schrijven is niet leuk.
Niet leuk? Je was hartstikke gelukkig als je schreef!
De gedachte zaait twijfel, verwarring ook. Er waren dagen, weken soms, dat ik ’s morgens wakker werd en niet kon wachten om te beginnen. Ik kon het niet eens opbrengen eerst te ontbijten. Pas als ik honger kreeg at ik vlug een paar boterhammen en dronk wat water of karnemelk. Koffie zetten duurde me al veel te lang.
Oké, ik vond het wel leuk! Maar nu niet meer. Het is ook niet goed genoeg wat ik schrijf.
Maar is dat belangrijk dan? Je kan het voor jezelf doen. Waarom wil je dat anderen het lezen? Boekwinkels liggen al barstensvol met boeken.
Omdat ik graag wil dat andere mensen het lezen misschien?
Het is alsof ik mezelf voorzichtig toestemming geef om weer te gaan doen wat ik het liefste doe. Want dat is het. Ik kan me een leven zonder verhalen verzinnen niet eens meer voorstellen.
Moet ik nu blij zijn met deze gedachtes? Veel tijd om er over na te denken heb ik niet. Op het perron zwelt het rumoer aan. De trein rijdt het station binnen. Over enkele ogenblikken sta ik oog en oog met jou en met Liz, je toekomstige bruid. Ik ben blij en zenuwachtig tegelijk.
Liz ziet mij het eerst en zwaait. Op het moment dat jij mij ook ontwaart, laat je je koffer vallen en steek je je handen overdreven hoog de lucht in. Zo echt jij!
Dwars tussen in- en uitstappende reizigers door ren ik je tegemoet. Negeer boze blikken en scheldwoorden, maak lopend excuses, en sta voor je.
Dan weet ik het niet meer. Ik had me voorgenomen om jullie allebei te omhelzen. Maar ik kan alleen maar naar je staren. Het is Liz die me vastpakt en tegen zich aandrukt. Ik leg mijn hoofd op haar schouder met een vanzelfsprekendheid die me niet verbaast. Ik voel nog een arm om me heen. De jouwe! Ik bevries in het moment. Niet in staat te bewegen. Zo staan we nog op het lege perron als de trein in de verte al lang is verdwenen.
Als er geen koffers waren geweest, liepen we even later hand in hand het station van Alphen uit. Ik in hun midden. Ik weet het zeker.

Thuis kijk jij je ogen uit. ‘Het is zo anders, ik herken het bijna niet, Eef. Prachtig dat behang in de gang. En oranje en groen in de kamer. Jaren zeventig in een jaren dertig huis? Jij durft dat dus wel. Het lijkt wel een nieuw huis.’
Eef, ze noemt me weer bij mijn koosnaam. Ik glimlach naar haar. Ze glimlacht terug.
‘Terug uit New York heeft het even geduurd voor ik de draad weer oppakte. Ik was verdrietig, dacht ik. Tot ik me realiseerde dat het geen verdriet was.’
Liz zet koffie voor ons neer en gaat naast jou zitten.
‘Je was boos en terecht,’ zegt ze met een rust zoals alleen zij die heeft. Net als in New York voel ik me ook nu op mijn gemak bij haar. Jij ook, zie ik. Ik merk het aan alles. Vroeger had je al zes keer voor het raam gestaan of op je horloge gekeken of het nog geen tijd was om ergens heen te gaan. Een avond thuis blijven, je deed het voor mij, weet ik nu. Net zoals ik met je meeging naar een film die jij graag wilde zien, deed voor jou. Nu zit je rustig op de bank. Jij was er eerder achter dan ik dat onze levens teveel verschilden van elkaar.

‘Boos, Ik?’ Ik glimlach naar haar. ‘Woest was ik. Je had me moeten zien toen ik dat behang eraf trok. Stukken papier vlogen in het rond. De kalk spatte van de muur. Mijn hele lijf was ermee bedekt. Ik heb daarna de gaten in de muur eerst moeten vullen met albastine voor ik kon gaan behangen, zo groot was de ravage die ik had aangericht. En ’s nachts lag ik zowat in coma.’

‘En je boek?’
‘Op zolder. Ik schrijf niet meer.’
Het gesprek valt stil. Voor het eerst. Ik heb niet de behoefte om het uit te leggen.

‘Het liep niet tussen de redacteur en mij,’ zeg ik dan toch als ze me blijven aanstaren. Ik hoop dat het voldoende is.
Voor Marian wel, zij dringt niet verder aan. Liz daarentegen kijkt me onderzoekend aan maar zegt niets. Zij komt er nog wel een keer op terug, ik weet het zeker. Misschien ga ik het haar dan vertellen.
‘Jullie bruiloft, vertel! Ik wil alles weten,’ schakel ik vlug over naar een nieuw onderwerp.
‘Ja, daarom zijn we hier tenslotte,’ antwoord jij meteen. Hier weet jij raad mee.
Praktische zaken regelen tot in de puntjes. Voortvarend en zakelijk als op je werk. Waar, wanneer, in wat voor auto, wel of niet iets ludieks, op de fiets of zo. Ik vermoed dat Liz jou haarfijn verteld heeft hoe de feestzaal eruit moet zien, wie er worden uitgenodigd, wat er tijdens het diner gegeten wordt en wat jullie aan hebben natuurlijk.
Liz schiet in de lach als ik vraag of ik gelijk heb. ‘Bijna Eef, behalve dat laatste. Daar zijn we nog niet uit. Marian trekt het liefst haar spijkerbroek aan. Je begrijpt dat ik dat wil voorkomen.’
Jij grinnikt. ‘Ik heb Liz moeten beloven dat ik alles aan zal trekken wat zij voor mij bedacht heeft. Ik moest wel omdat anders het hele feest niet door zou gaan, dreigde ze.’
Nu is het mijn beurt om te lachen. Vol overgave, niet alleen om wat ze zegt maar ook omdat ik me realiseer dat ik echt blij ben voor ze.
Als ze weg zijn noteer ik de datum en de tijd in mijn agenda. Ik teken er hartjes omheen en vlaggetjes en twee in elkaar verzonken ringen. Precies zoals een blij kind zou doen.

Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties