‘Jaspers. Ik bel u namens het reisbureau. Een aantal maanden geleden heeft u bij ons een reis geboekt en…’
‘Ja…?’ Reisbureau? Is er iets gebeurd? Ben ik iets vergeten? Oh wacht, New York?
Alweer zo’n tevredenheidsonderzoek? Welk bedrijf heeft dat nu niet tegenwoordig?
Verdorie, ik was net zo lekker bezig de kamer te stofzuigen. De buurvrouw komt over een kwartier om me te helpen met een recept. Ik heb geen zin in dit onzingesprek.
Irritatie klinkt door in mijn stem wanneer ik hem zeg dat het nu slecht uitkomt, maar de man gaat onverstoorbaar verder.
‘Ik bel u voor het volgende, mevrouw. Er is bij ons een verzoek binnengekomen om uw adres of telefoonnummer door te geven. U begrijpt dat wij dat niet zomaar mogen doen. De privacyregels zijn daar duidelijk over.’
Ik word ineens nieuwsgierig. Iemand op zoek? Naar mij? Wie dan?
Hij noemt een achternaam. Ken ik niet. Even hoopte ik dat het Klaas zou zijn.
Teleurgesteld wil ik het gesprek beëindigen, maar dan realiseer ik me dat ik zijn achternaam niet ken. Voor ik me afvraag of het wel netjes is wat ik doe, zeg ik de persoon te kennen en vraag zijn telefoonnummer omdat ik hem zelf wil bellen.
Even is Jaspers stil maar als ik hem overtuig dat ik de man echt ken en hem wil verrassen stemt hij toe.
Als de verbinding is verbroken staar ik naar de telefoon in mijn hand. Bel ik nu?
Maar als het toch iemand anders is? Wat zeg ik dan? Verkeerd verbonden of zoiets?
Ja waarom niet, dat kan toch iedereen overkomen. Ik doe er niemand kwaad mee.
Wat, zo laat al? De buurvrouw had er al moeten zijn. Ik gluur door het raam of ik haar al zie. Niemand. Zou zijn stem door de telefoon net zo warm klinken als op de boot?
“We zijn elkaar nu tegengekomen. Wie zegt dat dit niet nog een keer kan gebeuren?
Zo groot is de wereld nu ook weer niet.”
Had hij dit toen al voor ogen? Ik kan het me haast niet voorstellen. Hoewel? Het klikte tussen ons. Hij zou zelfs verliefd op me kunnen worden als ik niet op vrouwen viel. Dat zei hij. Of zoiets dan toch.
De bel. De buurvrouw. Ik hoop niet dat ze heel lang blijft. Of zeg ik haar dat ik een telefoontje verwacht. Een klein leugentje voor een groot doel. Moet toch kunnen?
Maar ik krijg de kans niet om ook maar iets te zeggen. De buurvrouw zet meteen twee punten appeltaart op tafel en spuit er royaal slagroom overheen.
‘Zelf gebakken, over van gisteren. Mijn zoon belde. Hij moest me iets vertellen. Hij klonk zo blij. Ik dacht er is vast iets te vieren. Vandaar.’
Ze ratelt maar door. Binnen een kwartier weet ik dat hij een nieuwe vriendin heeft met wie hij is gaan samenwonen. Ze hebben een huis gehuurd in Nieuw-Vennep om proef te gaan wonen. Proef wonen, zo zei hij het letterlijk tegen haar. Trouwen vonden ze allebei te snel gaan. Pas als ze zeker waren van elkaar dan was het vroeg genoeg.
Zeker van elkaar? Dan kan hij lang wachten, ik was ook zeker van Marian totdat….
Ik houd wijselijk mijn mond. Gelukkig geeft de buurvrouw me ook nu geen kans om iets te zeggen.
Hij vertelde haar ook dat hij stiekem al keek naar huizen die te koop stonden in de buurt.
Ik probeer echt naar haar te luisteren maar telkens dwalen mijn gedachten af naar Klaas. Hoe hij mijn stoel aanschoof bij de ontbijttafel. Hoe wij dicht tegen elkaar aan, hangend over de reling, keken naar de zonsondergang en niet veel later naar de sterren. Ik denk aan hoe hij naar me luisterde toen ik vertelde van Marian. Aan hoe hij naast me zwom zonder dat ik het wist. Klaas, de man die zwijgt als woorden niets toevoegen. Ik heb hem gemist, realiseer ik me. Al vanaf het laatste moment dat we elkaar zagen. Dat werd me op slag duidelijk toen Jaspers zei dat hij naar mij op zoek was.
‘Eveline? Luister je wel?’
Het duurt even voor ik door heb dat de buurvrouw iets aan me vraagt. Ik heb geen idee wat het was.
‘Ik vroeg of je het niet lekker vindt.’
Ze wijst naar het schoteltje in mijn hand waarop de appelpunt onaangeroerd ligt. Ik neem vlug een hap. Het liefst wil ik dat ze weggaat zodat ik Klaas kan bellen, maar ik kan het niet maken om dat te zeggen na alles wat ze voor me deed. Zelfs Marian zou dat niet doen. Toch? Of juist wel?
‘Iemand is naar me op zoek. Ik kreeg een telefoontje net voor je kwam. Het hield me bezig, sorry!’
‘En dan laat jij me maar praten zonder dat je ook maar een woord hoort van wat ik zeg?’
‘Zoiets ja,’ het klinkt onbeholpen en zo voel ik me ook. Ik kan het niet opbrengen om verdere uitleg te geven. Die is er niet.
Ik verwacht dat ze boos is en weggaat. Niet dat ze me glimlachend aankijkt. Wil ze meer weten? Wie naar mij op zoek is? Denkt ze soms dat het Marian was die belde en dat ik er daarom niet bij was met mijn gedachten?
‘Het had toch gekund,’ zegt ze als ik het haar vraag. ‘Je was immers gek op haar.
Was het trouwens leuk met je zus?’ vraagt ze na een korte stilte.
‘Mijn zus? Waar heb je het over?’
‘Je zus, je weet wel, van toen je in New York was. Ik zag haar laatst bij je weggaan toen ik de stofdoek uitklopte. Ze liep zelfs nog terug en plukte wat lathyrus uit je tuin. Was er iets gebeurd? Ze leek me zo aangedaan.’
Mijn zus? Hier? Waar heeft ze het over? Alleen Astrid was hier, verder niemand. Astrid? Zij…? Nee, onmogelijk. De buurvrouw moet zich vergissen. Dat kan niet anders. Astrid zou zoiets nooit doen. Misschien lijkt zij op de vrouw die de buurvrouw toen binnenliet. Toeval, dat kan niet anders.
Maar de buurvrouw weet het zeker.
‘Er is vast wel een verklaring. Ik denk dat je iemand van de uitgeverij verwart met haar. Een dubbelganger, kan toch?’
Ik vertel haar van Astrid. Dat zij laatst hier was omdat ze mijn boek goed genoeg vond om te worden uitgegeven. Ik word meteen weer blij als ik er aan denk.
De buurvrouw is ook blij voor me, zegt ze, maar toch blijft ze volhouden dat het een en dezelfde vrouw was.
‘Ik zal mijn zus bellen en vraag het haar. Ik was dat toch al van plan.’
Ik zeg het meer om haar gerust te stellen. Ik ben ervan overtuigd dat zij zich vergist heeft.
Maar eerst Klaas, denk ik als ik de koffiekopjes naar de keuken breng.
Shit, het recept! Vergeten! Ga straks nog wel even bij haar langs.
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Reacties
Een reactie posten