Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
We rijden over de westelijke kustweg in de richting van de club. We stoppen op zo’n vijfhonderd meter voor de club, zodat we zeker uit het zicht zijn. Léon pakt de drone en de bedieningsconsole, en gaat lopend in de richting van de club. Ruim voordat hij daar aankomt verbergt hij zich. Tante Yvonne heeft een klapstoeltje meegenomen, en zoekt een plekje achter de struiken. Van daaruit heeft ze nog wel een schootsveld dat de weg bereikt. Ze heeft het geweer op haar schoot, haar telefoon waarmee ze de dronebeelden kan bekijken in haar hand, en de portofoon en een heupflesje sterke drank naast zich. Yvonne lijkt volkomen op haar gemak. Ik zou willen dat ik me ook zo rustig zou voelen, maar ik voel de verantwoordelijkheid die ik als coördinator heb. Bovendien moet ik mijn auto, die nu aan de kant van de weg staat, de weg oprijden zodra ze via deze kant willen vluchten.
Daar komt het eerste probleem al. De gendarmes hebben onze drone gezien. Die hangt precies recht boven de club, zodat die vandaaruit niet te zien zal zijn. De drone hangt zo hoog dat hij niet gehoord kan worden.
‘Ik heb ze gezegd dat die drone van ons is,’ meldt Sophie via de portofoon, ‘maar ze willen dat we hem uit de lucht halen.’
‘Biedt ze aan dat ze mogen meekijken naar de beelden,’ antwoord ik.
‘Ze blijven moeilijk doen,’ zegt Sophie, maar op dat moment zien we beweging aan de achterkant van de club. Twee mannen nemen een aantal meisjes mee naar buiten en haasten zich naar een boot.
Sophie set haar portofoon open, terwijl ze tegen de gendarme zegt: ‘Kijk, ze ontsnappen via het water.’
De gendarme probeert om de club heen te rijden, maar kan niet verder bij een afgesloten hek. Op het dronebeeld zien we dat de boot al los is van de kade, maar we zien ook onze eigen motorboot met Inès en Juliette in beeld komen. Ondanks dat het nog lang niet donker is zijn de twee schijnwerpers aan. We zien aan de hoge boeggolf dat ze met hoge snelheid op de andere boot afvaren. Zelfs op de plek waar wij zijn horen we de stem van Inès door de megafoon van onze boot: ‘Gendarmerie, keer onmiddellijk terug naar de kade, anders openen we het vuur.’
Een paar tellen later horen we twee schoten; de beide lopen van het jachtgeweer. Via de drone zien we dat de boot met de meisjes keert en aanlegt bij de kade. Nu worden de meisjes in twee zwarte auto’s geduwd. De mannen die bij ze zijn springen ook in de auto’s en dan rijden ze weg.
‘Willem, ze komen jouw kant op,’ zeg ik door de telefoon waarmee ik Guillaume heb gebeld. We hadden geen tijd om hem een portofoon te brengen.
Ik kijk op de drone-app en zie de grote Hummer nu dwars over de weg staan. Daar kan geen auto meer langs, en dat zullen de mannen in de zwarte auto’s nu ook zien. Door de telefoon hoor ik ze remmen, en daarna hun claxons. Ze wachten nog even af en keren dan hun auto’s. Nu komen ze mijn kant uit. Snel maak ik Yvonne, die in slaap was gedommeld, wakker. Nu zet ik mijn auto dwars op de weg, maar ik kan niet voorkomen dat er voldoende ruimte overblijft voor een auto om te passeren. Als ze dat proberen moet ik heen en weer manoeuvreren. Dat is niet zonder gevaar, maar toch blijf ik achter het stuur zitten, terwijl de zwarte auto’s met hoge snelheid op me afkomen. Natuurlijk moeten ze afremmen. Mijn tante kiest dat moment om het vuur te openen. De voorste auto belandt in de greppel, nadat de voorband werd geraakt. De tweede auto keert snel, maar blijft met twee lekgeschoten banden staan. De auto van de gendarmerie is er nu ook. Sophie is als eerste uit de auto en wijst waar twee mannen het struikgewas in zijn gevlucht. Onze drone vliegt nu laag over het terrein. De vluchtende mannen zijn duidelijk te zien. Sophie blijft meehollen en blijft wijzen. Nu de gendarmes vlak bij ze zijn, geven ze zich zonder verzet over.
Ik zie dat Maria bij de meisjes is die in een van de auto’s zitten. Ik zou naar haar toe willen rennen, en haar willen zeggen hoe blij ik ben, maar ik moet eerst voor mijn team zorgen. De gendarmes weten dat Sophie, Léon en ik bij deze actie betrokken zijn. Dat gaan we ook niet ontkennen. Willem, of Guillaume zoals hij zich hier noemt, is hier naartoe gereden en heeft zijn Hummer vlak bij de politieauto geparkeerd. Hij doet alsof hij ons niet kent, en vraagt aan een gendarme wat er aan de hand is.
‘Uw auto stond daar dwars over de weg,’ zegt de agent, terwijl hij naar de Hummer wijst.
‘Ik moest mijn behoefte doen, daarom was ik even gestopt,’ legt Willem uit, ‘maar ik geef toe dat hij wat ongelukkig geparkeerd stond.’
‘Hij heeft net zo’n raar accent als deze vrouw,’ zegt de gendarme tegen Émile Garnier.
‘Les Pays-Bas,’ zeg ik toch wel een beetje beledigd. ‘Ik kom uit Nederland.’
Willem heeft veel langer in Frankrijk gewoond dan ik, en toch is zijn uitspraak niet veel beter. Dat troost ik me.
‘U heeft hier verder niets mee te maken?’ vraagt de gendarme nog eens voor de zekerheid aan Willem.
Willem schudt zijn hoofd en stapt in zijn auto. Yvonne heeft met hulp van Léon kans gezien om in de Hummer te stappen. Willem rijdt weg, met achterin zijn auto Yvonne en haar geweer. De drone en de console worden in beslag genomen. De gendarmes willen ook de beelden van de drone hebben, maar Léon laat ze zien, dat het opslaan van beelden een instelling is, en die instelling staat nu uit.
‘Die boot en de opvarenden, zullen we vinden,’ zegt de rechercheur. ‘Ze hebben zich voorgedaan als gendarme en hebben een vuurwapen gebruikt.’
Nu komt Sophie opeens in haar rol als advocate en vraagt ze dringend om hun energie te gebruiken om de mensensmokkelaars op te pakken, in plaats van om een boot op te sporen die hen heeft behoed voor een geweldige afgang.
‘Wat ons betreft hoeft de leiding van de gendarmerie niet te weten dat de gendarmes bij de voordeur stonden, terwijl de misdadigers en hun slachtoffers met een boot aan de andere kant van het gebouw vertrokken,’ zegt Sophie.
Rechercheur Émile Garnier lacht en vraagt: ‘Wat is de deal? Wij laten de boot buiten beschouwing en jullie leggen een verklaring af waaruit blijkt dat deze arrestatie volledig het werk van de gendarmerie was?’
Sophie denk even na en antwoordt: ‘Akkoord, maar ook het gebruik van vuurwapens en eventueel illegaal gebruik van de drone, wordt niet genoemd’
‘Het is ons niet ontgaan, dat een vrouw met een geweer bij die Hummer is ingestapt,’ zegt de rechercheur. ‘Jullie werken effectief, maar erg amateuristisch. Ik verwacht een verklaring, waarin duidelijk wordt waarom jullie dit doen, en we willen alle informatie die jullie hebben over de criminelen die dit deze meisjes aandoen.’
‘Alle informatie, ongeacht hoe die verkregen is?’ vraagt Sophie.
‘Op dit moment is informatie over deze zaak belangrijker dan de bron, maar als het uiteindelijk voor de rechter komt, dan is het aan jullie om de rechter te overtuigen dat de informatie rechtmatig is verkregen.’
Sophie kijkt me aan en ik knik.
‘Akkoord,’ zegt ze, ‘ik neem aan dat de mannen in de twee zwarte auto’s gearresteerd zijn?’
‘Ja, er zijn voldoende aanwijzingen dat de meisjes die ze in de auto hadden, niet vrijwillig met ze mee zijn gegaan. Dat is voorlopig voldoende om ze vast te houden.’
‘En de meisjes?’
‘De zedenpolitie zal ze ondervragen. Onze indruk is dat het, zeker voor een deel van de meisjes, om gedwongen prostitutie gaat. Het zijn vier Aziatische vrouwen en zes die uit Oost-Europa komen.’
‘Wij leiden een stichting die financiële middelen heeft om de Aziatische vrouwen te helpen. Daarover zou ik graag met de zedenpolitie overleggen,’ zegt Sophie.
‘Deze ontsnappingspoging heeft ons ervan overtuigd dat zich in deze club illegale praktijken afspeelden. Dat is reden voor ons om de club verder te onderzoeken. Er volgt een inval, met mogelijk arrestaties. De administratie zal in beslag worden genomen. Dat is nu onze hoogste prioriteit. Morgen praten we verder met jullie.’
Terwijl we terugrijden naar de villa voel ik alle energie uit me wegstromen. Het is ons gelukt! Ik weet dat het goed is dat de zedenpolitie zich over de meisjes ontfermt, maar ik zou zo graag Maria nu bij me hebben. Ik wil weten hoe het met haar gaat.
Ik hoor dat Sophie en Léon het hebben over de beelden van de drone.
‘Goed dat je het opslaan van de beelden hebt uitgezet,’ zegt Sophie. ‘Die opname zouden ze tegen ons kunnen gebruiken, al hadden die beelden ook de betrokkenheid van die mannen kunnen bewijzen.’
‘Als het nodig is kunnen we delen van die video aan de gendarmerie ter beschikking stellen,’ zegt Léon.
‘Maar we hebben er toch helemaal geen video van?’
Léon lacht en begint een lange technische uitleg, hoe hij zich toegang heeft verschaft tot de sources van de drone software en dat hij een aanpassing heeft gemaakt, waardoor die switch nu een andere betekenis heeft.
‘De beelden van de drone zijn dus toch opgeslagen, maar dan zullen de technische jongens van de gendarmerie ze ongetwijfeld vinden.’
‘Die jongens zullen niets vinden,’ zegt Léon. De beelden werden direct in de cloud opgeslagen, op het apparaat zelf is niets te vinden.’
Léon en Juliette helpen Inès bij het bereiden van de avondmaaltijd. Het hele bevrijdingsteam is er.
‘Je rijdt niet meer terug naar je huis, hoor,’ zegt Yvonne in het Nederlands tegen Willem, die al een paar glazen wijn op heeft.
‘Dat was ik ook helemaal niet van plan, schatje,’ antwoordt Willem.
Als het eten op tafel staat bedank ik ze allemaal voor hun inzet. Speciaal Yvonne, Inès, Juliette en Guillaume, omdat zij geen medewerkers zijn van ons detectivebureau, maar hier toch aan wilden meewerken. En dat terwijl ze wisten dat het niet zonder gevaar zou zijn. Natuurlijk zal ik ze ook belonen voor hun werk zeg ik. Inès en Juliette nemen dat graag aan, maar Yvonne zegt: ‘Voor ons hoeft dat niet, toch Guillaume?’
‘Ze mag de benzine voor de Hummer betalen,’ zegt Guillaume lachend. ‘Die rijdt één op vier.’
De volgende morgen zitten we met zijn allen aan het ontbijt. De eerste keer dat Juliette het ontbijt verzorgde was ik verbaasd dat Inès ook aan tafel zat. Ze is hier dus net zo vroeg als wanneer ze zelf het ontbijt doet, maar nu zit ze aan tafel en praat gezellig met ons mee. We hebben best veel personeel, en dat is ook nodig voor zo’n villa. We hebben mensen voor het onderhoud van de tuin en het zwembad, er zijn schoonmakers en schoonmaaksters, en er is een klusjes man. Sophie, Léon, Inès en Juliette worden ook door Yvonne en mij betaald, maar ik kan ze echt niet als personeel zien.
Sophie, Léon en ik moeten op het bureau komen. Rechercheur Émile Garnier heeft woord gehouden: de anderen Inès, Juliette, Yvonne en Willem blijven buiten schot. Ik leg uit hoe de inmiddels overleden dokter Laurent Moreau in Azië meisjes uitzocht die niet door hun ouders verzorgd konden worden, doordat de vader of beide ouders deel uitmaakten van een rebellenbeweging. Deze meisjes werden een aantal jaren in huishoudens geplaatst bij rijke mannen die een voorkeur hebben voor jonge meisjes.
‘Maar waarom zijn die vrouwen niet naar ons toegekomen,’ vraagt Émile Garnier.
Sophie kan dit het beste uitleggen. Ze heeft veel met Judith en Hannah gesproken en vertelt: ‘Alle meisjes verkeren in een moeilijke situatie op het moment dat contact met hen wordt opgenomen. Doordat familieleden zich bij rebellenbewegingen hebben aangesloten, hoeven ze van de overheid in hun land niets te verwachten. De belofte die gedaan wordt, is dat ze een aantal jaar in Frankrijk in de huishouding moeten werken, maar dat ze daarna een legaal paspoort krijgen en dat een verblijfsvergunning en een werkvergunning in Frankrijk voor hen zal worden geregeld.’
‘Maar zo is het in geen van de gevallen gegaan,’ weet Émile.
‘Nee,’ vervolgt Sophie, ‘de eerste tegenvaller is dat de man in het huis waar ze moeten werken seksuele handelingen van ze verwacht. Sommige meisjes nemen dat maar voor lief, en hopen die paar jaar toch door te komen. Anderen verzetten zich, en dan worden drugs toegediend om ze gewilliger te maken. Naar de politie durven ze niet te gaan, omdat hun verteld is dat ze illegaal in Europa zijn en dat, als ze de gendarmerie inschakelen, ze gearresteerd zullen worden en daarna, zonder paspoort, het land worden uitgezet. Gaat er toch een naar de gendarmerie, dan is dat meteen bekend binnen de criminele organisatie, doordat ze goede contacten hebben binnen de gendarmerie.’
‘Het is inderdaad zorgelijk,’ moet Émile toegeven, ‘dat het niet veilig is om bij ons aangifte te doen.’
‘Voor de meisjes die te oud worden voor deze mannen, wordt het nog veel erger,’ zegt Sophie. ‘In plaats van vrij te zijn, worden ze tot prostitutie gedwongen. Zij worden voortdurend bewaakt en hebben geen kans om aangifte te doen, als ze dat al zouden durven.’
We zijn allemaal even stil, want we beseffen hoe het afloopt met vrouwen die tot prostitutie worden gedwongen. Wat ons betreft heeft het bevrijden van die vrouwen de hoogste prioriteit. Daarna het bevrijden en ondersteunen van de meisjes die binnen het huishouden van rijke mannen worden misbruikt, en pas daarna het arresteren en bestraffen van de daders en de criminelen die dit alles mogelijk hebben gemaakt.
Léon laat op zijn laptop zien, welke mannen we ervan verdenken dat ze zo’n meisje in dienst hebben genomen. We zien dat de rechercheur schrikt als hij de lijst doorleest.
‘We moeten wel heel zeker van onze zaak zijn, voordat we dit soort mannen beschuldigen,’ zegt hij.
Reacties
Een reactie posten