Het is vochtig en erg warm, maar de mannen zijn daaraan gewend, ze hebben een groot deel van hun leven in het regenwoud doorgebracht. De rebellenleider heeft een aantal van zijn mannen bij elkaar geroepen. Na een kort islamitisch gebed zegt hij: ‘Ik heb informatie ontvangen, waaruit blijkt dat dokter Laurent Moreau, onze dochters seksueel laat misbruiken, en ze daarna als prostituee laat werken.’
Er volgt een lange stilte, die wordt doorbroken door een man die zacht zegt: ‘Ik heb al heel lang niets meer van mijn dochter gehoord.’
Nu durven ook anderen zich uit te spreken. Ze voelen zich schuldig omdat ze, door zich aan te sluiten bij de rebellen, hun dochters niet meer konden beschermen. Over de straf die dokter Laurent Moreau verdient, zijn ze het eens. Het gaat om jonge meisjes, en dan is de doodstraf gerechtvaardigd.
‘We kunnen niet zonder dokter. Hij is de enige dokter die hier wil komen,’ roept een strijder die zelf geen dochters heeft.
'Hij moet ons alle informatie over onze dochters geven vóórdat hij mag sterven,' zegt een strijder die zelf een dochter heeft.
'We houden hem gevangen,' stelt een andere strijder voor. 'Dan kan hij ons blijven behandelen, en als de strijd gewonnen is en we een eigen staat hebben, kan onze rechtbank hem veroordelen en ter dood brengen.'
Als hij niet voor die tijd van ouderdom gestorven is, denkt de leider, die na jaren strijd het moeilijk vindt om optimistisch te blijven over de uitkomst van het conflict. Hij staat op en loopt in de richting van de hut, waar Laurent een gewonde strijder behandelt. Hij wacht tot Laurent naar buiten komt.
‘Je moet vertrekken,’ zegt de leider tegen Laurent. ‘We kennen het lot van onze dochters, de meisjes die we aan je hebben toevertrouwd.’
Laurent overweegt om zich hieruit te praten. Het verhaal dat hij soms zelf bijna geloofd: dat de meisjes als een soort au-pair werken. Dat ze een opleiding krijgen en een mooie toekomst tegemoet gaan in Frankrijk. Hij kijkt de leider aan. Ze kennen elkaar al jaren. Hij weet dat het geen zin heeft. Hij mag blij zijn als hij hier levend wegkomt.
‘Laat die rugzak met medisch materiaal maar hier.’
Laurent wil zijn geld, zijn autosleutel en zijn paspoort pakken.
‘Niet nodig,’ zegt de leider, ga nu maar lopen.’
Laurent loopt en weet dat het zijn laatste stappen zijn. Onverwachte bewegingen zullen zijn einde alleen pijnlijker maken. Met houterige passen loopt hij door. Zouden ze hem misschien toch laten gaan, is zijn laatste gedachte.
Wanneer de leider terug is bij de andere strijders, zitten ze allemaal nog op hun plek; ze hebben het schot gehoord.
‘Krijgen we er geen last mee?’ vraagt een oudere strijder.
‘Ik heb een wapen van de regeringstroepen gebruikt. Morgen vertrekken we. De dokter zal hier aangetroffen worden. Het wapen zullen ze ook vinden. Ik weet iemand die de coördinaten van dit kamp kan lekken naar de regeringstroepen. Het zal ophef geven, maar het moest gebeuren.’
Hij weet dat niet iedereen het met hem eens is, maar hij is de leider, en dat weten ze.
Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Reacties
Een reactie posten