Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

De Puzzel - Anoniem

"Het is een warm zonnetje," de oude man met de stoppels lachte een scheve lach en hield zijn armen omhoog in het licht alsof hij de zon vastpakte. Hij liet zijn armen langzaam en wat beverig weer zakken. "Toen ik vanmorgen hierheen liep, dacht ik, het is een warm zonnetje, het wordt een mooie dag."
De jongere man zat aan de andere tafel, schrijlings op de betonnen bank en had zijn hoofd gebogen naar zijn telefoon. "Ja?" zei hij. Hij veegde met zijn duim over het schermpje.
Zij zaten aan de betonnen picknicktafels met de betonnen banken voor café 'Het Paviljoen'. Het zonlicht scheen door de dikke en verweerde houten balken van de architectonische constructie boven hun hoofden. Kindergeschreeuw schalde over het pleintje dat blauw was en het rook er naar de sigarettenpeuken op de grond. In de hoge stadsbomen kwetterden parkieten. Een omgekeerde houten sloep lag bovenop één van de huizen, niemand wist waarom. Er waren mensen die beweerden dat het een soort ark van Noach was, voor als de klimaatverandering het zeewater zou doen stijgen.
In vroeger tijden gold deze buurt als slecht en gevaarlijk. Maar de geruchten over moord, doodslag en armoede verstomden langzaam.
"Ja," zei de oude man, zijn handen waren nog niet terug op tafel waar zijn kofiekopje stond waar het zonlicht in schitterde, "ik dacht, het wordt een mooie dag en er was ook geen wolkje aan de lucht. Echt een dag om van te genieten."
De jonger man knikte. Hij had een blond baardje en droeg een zonnebril op zijn voorhoofd. Er zat een vlek op zijn spijkerbroek, misschien van spaghetti of appelstroop.
"Zie je," zei de oude, "soms denk ik dat het einde van het leven is als een puzzel, zo'n legpuzzel weet je wel, met duizend stukjes. Of met vijftienhonderd stukjes. Nou ja, het maakt eigenlijk ook niet uit hoeveel stukjes, maar het zijn er een heleboel. Zo'n puzzel waar je dagen of zelfs weken..."
De jongere man keek op en zijn gezicht vertrok. "Eva!" riep hij. "Eva! Ik zei je dat je niet op de glijbaan mocht lopen! Laat Mathijs gewoon glijden!"
Een kinderstem klonk vanuit de richting van de metalen glijbaan die in een spiraalbocht om het klimtoestel naar beneden slingerde. Wat ze zei was onverstaanbaar op deze afstand.
"Nee!" riep de jongere man. "Hij kan zijn schoenen beneden aantrekken. Laat hem gewoon gaan!"
De oude man bewoog zijn hoofd als een schildpad naar beneden en slurpte van zijn koffie.
"Sorry hoor," hij richtte zich weer op zijn telefoon, "die kinderen. Je moet altijd alert blijven."
De oude man opende zijn mond.
De jonge veegde over het schermpje.
De oude sloot hem weer.
Het was een tijdje stil, behalve dan het gekwetter van de vogels in de hoge bomen en het gekwetter van de kinderen op het pleintje en het gekwetter van een groepje moeders die verderop bij elkaar stonden en het hadden over de achteruitgang van de buurt en dat er een kinderfietsje gestolen was, of misschien gewoon vergeten in een bosje, daar waren ze het niet over eens.
De oude man sloot zijn ogen en zat bewegingloos in de zon. Soms ging er een rimpeling over zijn smalle lippen.
"Stil staan, Fifi," klonk een stem. De man opende zijn ogen. Er stond een vrouw voorover gebogen naast zijn tafel. Ze was vrij fors en droeg een felgekleurde jurk. De man bewoog iets opzij. Nu zag hij dat ze een zwartharig hondje tussen haar enkels geklemd hield waarvan ze met een papieren zakdoekje het kontgat afveegde. Kreunend richtte ze zich op en met het bevuilde papiertje op haar vingertoppen en haar hoofd naar achteren gekanteld keek ze om zich heen, liep naar een vuilnisbak en gooide het papiertje erin. "Kom Fifi!"
De man boog opzij. Een zwart drolletje lag naast de betonnen staander van zijn tafel, tussen de grassprieten die uit de spleten van de bestrating omhoog kwamen. De geur deed hem denken aan teer.
Hij richtte zich op de baardman die juist een bierglas met een steeltje aan zijn vlezige mond zette. Het witte schuim kleefde aan het glas en de wervelingen van de slokken golfden door de gele vloeistof.
"Ik kom hier graag," zei hij.
De jonge keek opzij, zette het glas op het beton en slikte het bier weg. "Ik ook man, ik ook."
"Vroeger was het hier ellende. De junks stonden elkaar dood te steken in de tuinen van de huizen. Ik weet het nog goed. In de jaren tachtig durfde de politie hier niet over straat. Er is hier veel veranderd."
"Ah ja?" de man wreef over de rand van zijn bierglas als wilde hij het glas laten zingen, of misschien alsof het zijn telefoonscherm was.
"Ik mag niet drinken. De dokter heeft het me verboden. Drie keer in de week moet ik naar het ziekenhuis. Het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis, kent u dat? Het is ver weg hoor. Het is ver weg. Maar als ik 's ochtends vroeg de bus pak, kan ik hier om elf uur terug zijn. Dan heb ik in feite nog een hele dag. Maar vooral als het regent is het..."
Er klonk een riedeltje en de jonge man stak zijn wijsvinger op naar de oude en zette de telefoon aan zijn oor. "Hey... Ja... Nee, ze spelen nog..." Hij rechtte zijn rug en hoofd, hield de telefoon iets op afstand en riep: "Eva! Niet op de glijbaan heb ik gezegd!" Toen bracht hij de telefoon terug. "Ja... Nee... Nee, het is niks. Ok, tot straks. En wat doen we met eten? Ok, is goed." Hij keek naar het telefoonschermpje, fronste en begon weer te vegen.
De oude man smakte met zijn mond. "Als het regent..." zei hij.
"Alex gast!" riep de jonge man. Hij stond op en omhelsde een al even jonge man met kort zwart haar en een roze trui waarop 'Billionairs Boys Club' stond. De twee mannen klopten elkaar op de rug. "Wat zie je er uit man, wezen shoppen?"
De man met het zwarte haar wuifde afwerend en lachte en zuchtte, "Je weet toch hoe Natasja is, of niet dan?"
"Je was de Sjaak he? Je was de Sjaak, hahaha! Kom, ik haal bier voor je. Wil je bier? Het mijne is net op."
Toen de mannen weg waren, schoof de oude man het kopje koffie wat van zich af. Hij keek naar de hoge bomen die daar ook al hadden gestaan toen hij kind was en naar een groepje duiven dat in een scherpe bocht over de daken van de huizen scheerde. En hij keek naar het hout van de boot bovenop het dak. "Het was een mooie dag," zei hij tegen niemand in het bijzonder.
Binnen in het café, de jonge mannen zaten al weer buiten aan hun betonnen tafel, zei de oude man tegen Jaap, de eigenaar: "Ik wil graag de rekening betalen."
"Betalen?" zei Jaap, een beer van een vent met lodderige ogen en een zwart schort voor zijn buik, "dat werd eens tijd ome Ton, het café komt in liquiditeitsproblemen door dat gepof van je."
De oude man haalde een portemonnee tevoorschijn en trok er vijf fonkelnieuwe briefjes van honderd uit. "Hoeveel is het?"
"Even kijken... Vierhonderdvijftien euro zestig sinds september vorig jaar."
De man overhandigde de briefjes.
"Hoe is het nou in het ziekenhuis, ome Ton?" zei Jaap vanaf de kassa.
De oude man likte over zijn lippen. "Het einde van het leven is net een puzzel waar je vijf dagen aan gewerkt hebt. En als hij dan af is, dan vraagt je moeder of je hem kunt opruimen want hij ligt in de weg."
"Ah ja?" Jaap reikte hem het wisselgeld aan.
"Hou maar," zei de oude man, "betaal de biertjes van die mannen buiten er maar van."
Jaap fronste. "Weet je het zeker?"
De man knikte en schuifelde het café uit.
"Wat ben je ook een lompe zak he," hoorde hij een vrouwenstem achter zich.
"Wat? Wie ik?" zei Jaap.
"Je begrijpt toch wel waarom hij die rekening betaalt, of niet dan?"
Het was even stil.
"Of begrijp je dat niet of zo?"
Buiten snoof de oude man de zomerlucht op, keek nog één keer naar de ark van Noach, hoog op het dak en liep tussen de perkjes door weg bij het café.


Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. Mooi verhaal, ik heb alleen een paar kleine opmerkingen:
    Het was een tijdje stil, behalve dan het gekwetter van de vogels in de hoge bomen en het gekwetter van de kinderen op het pleintje en het gekwetter van een groepje moeders die verderop bij elkaar stonden en het hadden over de achteruitgang van de buurt en dat er een kinderfietsje gestolen was, of misschien gewoon vergeten in een bosje, daar waren ze het niet over eens. Hier wordt drie keer het woord gekwetter genoemd in 1 zin, dat leest niet lekker. Ik zou er iets van maken als: het gekwetter van de vogels, het vrolijke geluid van kinderstemmen en het geroezemoes van een groepje moeders.
    Achteruitgang van de buurt leest ook niet lekker naar mijn mening. Ik zou hier verloedering of iets dergelijks gebruiken.
    Hij richtte zich op de baardman die juist een bierglas met een steeltje aan zijn vlezige mond zette. Vlezige mond dat roept bij mij een beetje een viezig beeld op :-). Misschien gewoon aan zijn volle lippen?
    Zij zaten aan de betonnen picknicktafels met de betonnen banken. Ook hier een herhaling. Met de betonnen banken kan hier wellicht weggelaten worden?
    Voordat iets ruikt naar de sigarettenpeuken op de grond moeten er naar mijn idee wel heel veel liggen :-)
    Ik vind de uitleg aan het einde jammer. Als de oude man zou antwoorden op de vraag van Jaap: "weet je het zeker" met : "Ja jongen , ik heb het toch niet meer nodig" , dan was dat wat mij betreft een beter einde. En dan verder met : Buiten snoof hij.....weg bij het café.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ha Ineke, wauw, dank je wel voor je kritiek. Hier heb ik superveel aan!

      Alleen je laatste opmerking over de uitleg snap ik niet. Zoals jij het doet, wordt er toch juist veel meer blootgegeven?

      Ik snap niet waar ik uitleg wat er aan de hand is.

      Verwijderen
  2. Deze conversatie:
    Wat ben je ook een lompe zak he," hoorde hij een vrouwenstem achter zich.
    "Wat? Wie ik?" zei Jaap.
    "Je begrijpt toch wel waarom hij die rekening betaalt, of niet dan?"
    Het was even stil.
    "Of begrijp je dat niet of zo?"
    Voor mij mag dit weg, dit bedenkt de lezer zelf denk ik....
    De oude man hoeft inderdaad niks te zeggen:
    De man knikte en schuifelde het café uit. Buiten snoof de oude man de zomerlucht op, keek nog één keer naar de ark van Noach, hoog op het dak en liep tussen de perkjes door weg bij het café.
    Zo mag het van mij eindigen :-)
    Of, maar dat is misschien mijn gevoel voor drama:
    Buiten snoof de oude man de zomerlucht op, keek nog één keer naar de ark van Noach hoog op het dak en liep tussen de perkjes door weg bij het café, op weg om zijn laatste puzzelstukjes te gaan leggen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik vind die lompe zak juist zo fijn!

      Maar zoals jij het schrijft is het ook mooi inderdaad. Ik weet niet.

      Dank je wel in ieder geval...

      Verwijderen
  3. Wat een goed verhaal is dit! Ik vind je beschrijvingen erg mooi. Allerdaags en verfijnd. Ik zie het voor me. Ik vind dat je de informatie die de lezer moet weten juist heel mooi doseert door het fragmentarische ervan. Hierdoor komt het eind naar mijn mening juist extra binnen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Sanne dank je hartelijk dat doet me veel. Vind je het einde dus juist wel goed zoals het er nu staat? Ineke heeft me hierboven aangeraden het te veranderen, maar ik twijfel erg.

      Verwijderen
    2. Ik heb het nog een keer gelezen en ik vind het eigenlijk heel mooi in elkaar zinnen. Ik vind de herhalingen die Anneke beschrijft niet storend en eigenlijk juist wel sterk.
      Die vlezige mond zo ik ook niet doen.
      Het eind zou ik zeker zo houden. Twijfel is goed, maar wat mij betreft valt hier niet zoveel meer aan te twijfelen.

      Verwijderen
    3. Hier heb ik heel erg veel aan. Mijn dank is groot, Sanne 😊

      Verwijderen
  4. Prachtig verhaal. Je leeft erg mee met de oude man omdat hij zijn zintuigen zo wijd open zet. Voor mijn gevoel werkt de herhaling van 'gekwetter" en "betonnen' erg goed omdat hij als het ware alles nog een keer in zich probeert op te zuigen nu het nog kan.. Langzamerhand begrijp je steeds beter waarom hij de wereld om zich heen zo anders ervaart dan de jongere man naast hem. Heel sterk is dat het nooit veroordelend is.Dit verhaal raakt me erg en maakt me alerter als ik straks naar de mensen om me heen kijk.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Oh wauw! Wat een prachtige analyse, zo was het inderdaad bedoeld. Dank je wel! Dit geeft mij moed om door te gaan. ❤️

      Verwijderen

Een reactie posten