Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Klaas was er niet bij het ontbijt. Op zich niet zo bijzonder natuurlijk. Het schip is groot en biedt veel mogelijkheden om de tijd door te komen. Misschien is hij in de fitnessruimte. Hij ziet wel er uit als iemand die veel sport.
Ik heb spijt dat ik mijn laptop niet meenam, dan had ik nu in alle rust kunnen schrijven. Het schoot me te binnen toen ik vanmorgen opstond en aan mijn manuscript dacht. Zou iemand het al gelezen hebben? En zou die iemand begrijpen waarom Saar haar leven zo rigoureus wilde veranderen. Heb ik dat genoeg duidelijk kunnen maken? Of had ik uitgebreider in moeten gaan op de reden van haar vertrek. Is het wel geloofwaardig genoeg? Misschien had ik beter toch nog even kunnen wachten met het op te sturen. Dat hoor je wel vaker toch? “Ga eerst iets totaal anders doen en lees het daarna, over een paar maanden of liefst langer, nog maar eens door. Geheid dat je dan de helft schrapt en er nieuwe ideeën opborrelen.”
Langer wachten? Ik kon het niet. Zo opgewonden was ik op het moment dat ik vond dat het af was. Ik klapte mijn laptop dicht en keek naar buiten. In mijn verbeelding zag ik haar lopen, mijn voordeur uit. Een kleine aarzeling en weg was ze. De hoek om.
Daar ga je, Saar. Ik laat je los. Volg je eigen weg.
Ik weet nog goed dat ik dat toen dacht.
Nu twijfel ik. Was het echt af? Wanneer is een boek af? Echte schrijvers, weten zij dat meteen?
Mijn gedachten maken me onzeker. Wat verwacht ik eigenlijk? Denk ik echt dat mijn eerste boek meteen de wereld verovert? Ik ben Connie Palmen niet of Griet op de Beeck. En al helemaal geen Lucas Rijneveld of een Maarten ‘t Hart. Stuk voor stuk schrijvers die ik bewonder. Zij stonden in één keer op de literaire kaart van Nederland. Als ik hun boeken lees word ik een andere wereld ingezogen. Dan woon ik op de boerderij waar Rijneveld opgroeide. Doe de jas met de pad erin verborgen, nooit meer uit. Met Palmen en Ischa reis ik dwars door Amerika.
Ik mocht willen dat ik zo schreef. Ik kom niet eens in hun buurt. Ik mag al blij zijn als ik mensen een heel klein momentje weet te boeien. Als ik Op de Beeck lees, waan ik me in een van haar vele hemels boven de zevende. Zo mooi geschreven dit.
Dus wat maak ik me druk? Het wordt toch niets. En al was het wel zo, ik ben niet eens te bereiken. Ik doe er beter aan mij voor te bereiden op het echt slechte nieuws dat mij over een paar dagen te wachten staat, wanneer ik aankom in een land waar ik niets te zoeken heb. En dat alleen maar omdat ik in een vlaag van verstandsverbijstering een besluit nam waar ik nu spijt van heb.
‘Zin in een gesprek?’
Met zo’n directe vraag weet ik me nooit goed raad. Ik denk dan meteen dat ik iemand kwets wanneer ik zeg dat ik liever alleen ben. Maar bij Klaas heb ik dat gevoel niet.
‘Ik heb mijn manuscript naar een uitgever gestuurd.’
Ik flap het er zomaar uit.
‘Ik heb het verstuurd net voor ik aan boord ging en ben vergeten mijn telefoonnummer en e-mailadres te vermelden.’
Welja! Gooi dat er ook nog maar even achteraan. Weet hij meteen wat voor dom iemand ik ben. Dat manuscript zal wel niet veel voorstellen als ze zo onzorgvuldig is met het versturen ervan, zal hij denken.
‘Ik ben erg benieuwd.’ Verrast hij mij toch.
Ik vind het lastig om driehonderd pagina’s samen te vatten in een paar woorden. Ik haal hoofd- en bijzaken door elkaar en verlies telkens de grote lijn uit het oog.
Maar Klaas is geduldig. Hij onderbreekt me zelden.
‘Hoe komt iemand ertoe om alles wat ze heeft achter zich te laten en er met een paard en een woonwagen vandoor te gaan? Zonder het geld en zonder de luxe waaraan ze gewend was? Wat was de druppel dat Saar zo abrupt deze beslissing nam? Is het autobiografisch?’
‘Nee, nee, zeker niet,’ haast ik mij te zeggen. ‘Ik heb het maar verzonnen.’
Denkt hij dat ik ook ben gevlucht? Met deze boot? Dat mijn “ik heb het maar verzonnen” niet alleen opgaat voor een paard en een woonwagen?
Klaas zwijgt.
‘Ik had ook bijna mijn huis verkocht.’
Wat mankeert mij? Waarom flap ik deze dingen er zomaar uit en dat ook nog eens tegen een man die ik amper ken?
Ik herinner mij weer het moment dat ik de passage schreef toen het bij Saar tot haar doordrong dat zij alles verloren had en zij geen andere uitweg meer zag dan haar intrek te nemen in een oude woonwagen. Mijn vingers gleden over het toetsenbord zonder ook maar één onderbreking. Het was een eruptie van woorden als van lava uit een vulkaan die na maandenlang ondergronds sudderen tot uitbraak komt. De wanhoop die ik haar schreef kneep datzelfde moment ook mijn keel dicht.
Toen mijn handen stil lagen op het toetsenbord was ik totaal uitgeput en gleden de tranen over mijn wangen. Het had lang geduurd voor ik het terug durfde te lezen en nog veel langer om te erkennen dat Saar en ik geen enkele overeenkomst hadden behalve dan dat ons beider levens in puin lagen.
Was het daarom dat ik zo abrupt deze reis boekte? Zag ik ook geen uitweg meer? Heeft Klaas iets aan mij gemerkt waardoor hij deze vraag stelde?
Ik voel zijn hand op mijn schouder. Hij streelt mijn rug. Vriendschappelijk. Niets wijst erop dat hij meer wil. Het verbaast me niet. Deze man is zo anders dan andere mannen. De meeste mannen die ik ken zien het als goedkeuring dat ze verder kunnen gaan wanneer een vrouw zich kwetsbaar opstelt. Klaas niet. Klaas zit naast mij en luistert.
‘Naar wie ben jij onderweg, Eef?’
Eef! Hoe lang is het geleden dat iemand mij zo noemde? Het klinkt zo… warm, zo… zo dichtbij ook.
‘Of moet ik vragen voor wie je op de vlucht bent?’
Zijn vraag hakt er in. Geeft geen ruimte voor omwegen. Is er iets dat ik achter me wil laten? Na haar brief wist ik het niet meer. Ik wilde niet naar New York maar ging toch. Iets niet willen maar het toch doen, is dat ook vluchten? Maar waarvoor dan? Om het alleen zijn niet te hoeven voelen? Maar ik was de afgelopen drie jaren, ondanks dat ik haar miste, toch begonnen met schrijven? Had ik dat ook gedaan als alles bij het oude was gebleven?
‘Ik wil weten of het zin heeft om nog langer op haar te wachten. Alleen dan kan ik verder met mijn leven.’
“Haar”, hoor ik mezelf zeggen.
Ik had in het midden willen laten of het om een man of een vrouw ging. Mensen reageren soms geschokt als ik vertel dat ik op vrouwen val. Maar bij Klaas is het alsof ik alles kan zeggen.
‘Je moet haar wel heel erg gemist hebben,’ bevestigt hij mijn gevoel.
We zwijgen weer. Ik verbaas me over het gemak waarmee dat gaat. Pas als er omgeroepen wordt dat de reis nog altijd naar wens verloopt en dat we, als daar geen verandering in komt, op het verwachte tijdstip in New York aan zullen komen, kijken we elkaar aan.
‘Ik vermoedde al dat het om een vrouw ging,’ zegt hij als de deur achter ons dicht valt. Dat ik gevoelens voor je kreeg in de korte tijd dat we elkaar kennen Eveline, dat kan ik niet ontkennen. Maar maak je geen zorgen. Je vriend mogen zijn, dat is al een cadeau.’
Het waren zijn woorden voor hij me die avond instopte en een kus op mijn voorhoofd drukte voor hij de kajuitdeur achter zich sloot.
Met plezier je hoofdstuk gelezen. wil je een hartje geven maar kan dit nergens vinden.
BeantwoordenVerwijderendank voor je reactie. Het hartje staat onder de tekst. Ik tel het in gedachten gewoon mee.
Verwijderen