Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. πŸ’™=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

De brief - H31

De postbode loopt aan de overkant van de straat. Ik registreer het, meer niet. Net zoals ik registreer dat er, ook aan de overkant, een vrouw vanuit een bovenraam een stofdoek uitklopt en verderop een jongen met blond haar een hond met grappige vlekjes op zijn staart uitlaat. Dagelijkse dingen. Ze zijn er en ze zijn er ook weer niet. Wij mensen hebben een decor nodig om te duiden waar we zijn en wat we doen. Mijn decor beperkt zich meestal tot de kamer waarin ik schrijf.

Eergisteren ben ik weer verder gegaan met mijn nieuwe roman. Ik had getwijfeld of ik niet eerst een vervolg zou schrijven op Saar. Haar reis door Europa biedt daartoe meer dan genoeg mogelijkheden. Hoe zou het met haar verder gaan nadat ze de landsgrens was overgestoken? Komt ze iemand tegen die net als zij geen zin meer heeft in het volgen van door andere uitgezette paden? Blijft ze alleen? En zo ja, hoelang nog? Heeft ze de hond nog die ik haar in hoofdstuk vier liet tegenkomen. Ik had hem dagenlang achter haar wagen aan laten lopen totdat zij besefte dat hij net zo ontheemd moest zijn als zij. Vanaf dat moment waren ze onafscheidelijk. Ze voelden elkaar perfect aan.
Maar wat als de hond weer terug gaat naar zijn baasje?
Dit gegeven leek me een ideaal punt van waaruit ik verder zou kunnen schrijven.
Saar zou ontroostbaar zijn en zich, voor het eerst na haar vertrek, weer alleen voelen. Maar uiteindelijk zal ze beseffen dat ook een hond zijn eigen pad volgt en daar vrede mee hebben. Ik kan haar verliefd laten worden of in handen laten vallen van duistere types. Ik kan haar een brood laten stelen omdat ze niets meer te eten heeft. Ik kan haar zelfs een circus laten tegenkomen waar ze gaat werken als…
Maar wat maak ik me druk over Saar Vermeulen? Ik heb nooit meer iets gehoord van de uitgever. Ik heb nog een moment overwogen om het naar een andere uitgever te sturen maar twijfelde of die anders zou beslissen. Bovendien stond het vooruitzicht om weer zo lang te moeten wachten op een antwoord dat misschien nooit komt me tegen.
Ik hoor weleens van schrijvers dat zij hun manuscript naar meerdere uitgevers tegelijk sturen. Ik ben daar huiverig voor. Stel dat iemand reageert, wat moet ik dan? Moet ik de anderen dan een bericht sturen dat het niet meer hoeft? Of stel, stel nou, je weet maar nooit, dat er twee of drie uitgevers tegelijk reageren. Ik zou me geen raad weten. Ik ben geen ondernemer die onderhandelt over contracten en wie weet wat daar nog meer bij komt kijken.
Ik ben een schrijver.
Het gemak waarmee ik dit denk verbaast me. Geloof ik echt dat ik dat ben?
Ik weet het niet. Ik weet het echt niet. Als ik een boek lees van een andere schrijver dan denk ik weleens dat ik dat ook kan. Soms vind ik zelfs dat ik beter schrijf. Maar even zo vaak is het precies omgekeerd. Dan word ik zo gegrepen door wat iemand schrijft dat de moed me in de schoenen zakt. Dan raak ik mijn pen dagenlang niet aan en vermijd ik mijn computer of gebruik hem alleen maar om een of ander stom geestdodend spelletje te spelen.
Een doffe plof op de deurmat beneden en daarna het dichtvallen van de brievenbusklep. Een brief? Ik krijg bijna nooit brieven. Van wie zou die zijn? Het handschrift komt me niet bekend voor. Astrid Janssen? Nooit van gehoord. Nieuwsgierig maak ik hem open.
Beste mevrouw Van Dongen, begint ze. Ik was laatst bij u aan de deur. Misschien herinnert u zich dat nog?
Aan de deur? Hier? Ik pieker me suf. Er is hier nooit een Astrid Janssen geweest. Of was zij dat laatst? Toen ik zo bot de…? Ze wil me spreken. Waarover? Wat? Lees ik het goed? Niet de weg maar de bestemming telt? Maar dat is mijn manuscript!
Zou het dan toch? Ja, het staat er echt. Ze wil bij me langskomen. Of anders ergens afspreken als mij dat beter uitkomt.
Ik kan mijn ogen niet geloven. Mijn boek! Iemand heeft het gelezen en wil nu samen met mij kijken wat de mogelijkheden zijn.
Ik lees de brief opnieuw maar er staat wat er staat, zwart op wit. Geen speld tussen te krijgen. Mijn eerste impuls is om mijn zus te bellen. Ik doe het niet. Het is daar midden in de nacht. Morgen! De buurvrouw? Nee, zij reed daarstraks weg in haar auto. De parkeerplaats is nog leeg.
Is er dan niemand met wie ik mijn blijdschap kan delen?
Klaas? Lieve, lieve Klaas. Waar ben je? Je luisterend oor. Je warme en oprechte belangstelling. Je rake woorden die me troosten en tegelijk ook aan het denken zetten.
Ik voel me ineens leeg. Ontheemd ook.
“De wereld is kleiner dan je denkt. We zijn elkaar nu tegengekomen. Wie zegt dat dit niet nog een keer kan gebeuren?”
Het waren zijn woorden op de voorlaatste dag op de boot. Stom om toen niet naar zijn adres te vragen. Hij zou de eerste zijn geweest die het hoorde.



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties