Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

De brief - H16

De kustlijn is in zicht. Wolkenkrabbers steken hoog boven de stad uit. Ze zijn zelfs hoger dan ik me had voorgesteld. Het besef dat ik maar een van de zeven miljard inwoners ben van deze planeet maakt dat ik me nietig voel. Ik moet denken aan wat de buurvrouw tegen me zei toen ik haar de sleutels gaf. “Van boven af is het net of er duizenden mieren door de straten van New York krioelen.”
Ze zei ook dat in Amerika alles veel groter is dan in Nederland. En dan bedoelde ze niet alleen de wolkenkrabbers of de gemiddelde portie hamburger met frites bij de Mc Donalds.
Ook de manier waarop de Amerikaan zich manifesteert. Zijn voorliefde voor grote auto’s, de torenhoge en opzichtig gekleurde bekers gevuld met popcorn in de bioscopen. De glazen cola.
Waarom is alles in dit land zo groot? Is dat omdat men onbewust bang is dat men anders verdwijnt in de kolkende mensenmassa, welke de buurvrouw vergeleek met lange rijen mieren? Of gaat dat alleen op voor mensen die vanuit een provinciestadje voor het eerst in New York zijn? Zoals ik? Ben ik het zelf die bang is niet gezien te worden in deze miljoenenstad? Ging ik daarom liever per schip in plaats van met het vliegtuig? Had ik niet alleen tijd nodig om te wennen aan de gedachte dat ik jou weer zou zien, maar ook om me voor te bereiden op deze stad? Het verschil met Alphen aan den Rijn kan niet groter.
Gelukkig hielp mijn vliegangst mij ook bij het maken van de keuze.
De buurvrouw vroeg nog of ik het echt zeker wist. “Zo’n boot gaat snel vervelen. Al dat water om je heen. Je wordt er maar depressief van,” waarschuwde ze me.
Ik antwoordde dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. En depressief? Dat was ik toch al sinds je weg ging. Dat laatste dacht ik alleen maar.
Net voor ik mijn koffer dicht deed, legde ik nog gauw jouw nachthemd bovenop de rest van mijn bagage. Ik weet niet waarom ik het deed. Misschien wilde ik iets van jou dichtbij me hebben. Iets dat jij mij niet kon afnemen, omdat ik het je nooit zou vertellen.
Eenmaal aan boord maakte ik mezelf wijs dat ik het alleen maar mee had genomen om het aan je terug te geven als ik zag dat je niet blij was met mijn komst. Om jou ervan te overtuigen dat ik niets meer van jou nodig had, net zoals jij niets van mij meer nodig had.
Mijn oude ik houdt zich gedeisd. Ze weet dat ik haar niet meer nodig heb. Ik wil van jou horen wat je brief betekent. Ik zie op tegen dat moment. Ik kan dat niet ontkennen. Maar het gevoel in tweeën te worden gescheurd, wat ik had toen in aan deze reis begon, is er niet meer.
Zeven dagen geleden was er een moment dat ik besefte dat ik niets kon doen om het schip te keren. Nu weet ik dat ik al deze zeven dagen nodig had om het doel van mijn reis onder ogen te durven zien. De bewustwording van dit simpele feit geeft me kracht.
Ik heb Klaas bij het van boord gaan niet meer gezien. Op zich niet gek natuurlijk wanneer honderden mensen tegelijk een schip verlaten en uitwaaieren naar hun bestemmingen.
Jammer vind ik het wel, maar veel tijd om er bij stil te staan heb ik niet. Het is al voorbij het middaguur en ik moet nog een hotel zien te vinden voor het donker wordt. Tijdens de voorbereiding van de reis dacht ik alleen maar aan het moment dat ik bij je aan zou bellen.
Een hotel boeken, ik vergat het gewoon. Hoe naïef kan iemand zijn? Of hoe stom. Dat ook natuurlijk.
En nu vraag ik me af wat ik eerst zal doen. Meteen naar je toe gaan of een hotel zoeken?
Ik besluit het laatste. Morgen ga ik naar jou. Wanneer ik uitgerust ben.

De vriendelijk taxichauffeur stopt bij een hotel niet ver uit de buurt van waar jij woont. Op een plattegrond wijst hij aan waar jouw appartement is en onderstreept de weg ernaartoe. Op mijn kamer schat ik in hoe ver het lopen is. Een taxi neem ik liever niet. Zul je zien dat jij dan net de deur uit komt als ik uit de taxi stap. En dat jij me dan niet ziet omdat je, gehaast als altijd, mij zomaar voorbij loopt. Of simpelweg, mij niet herkent.
“Beren Eef, dat zijn beren op de weg!”
Je zei het altijd als ik ergens tegen opzag en allerlei argumenten verzon om het niet te hoeven doen. Hoe vaak ik die woorden niet heb gehoord. De eerste keer dat je het zei lag je in een deuk omdat je aan mijn gezicht zag dat ik je niet begreep.
“Je verzint allerlei obstakels wanneer je denkt dat iets te moeilijk voor je is. Die obstakels zijn de door jou zelf verzonnen beren, Eef,” legde je uit. Ik lachte maar een beetje mee en vroeg me intussen af of je gelijk had. Ik had mijzelf altijd gezien als een verstandig iemand die geen onnodige risico’s nam. En nu zei jij dat risico’s nemen niets anders is dan een manier om vooruit te komen.
“Er zit iets van waarheid in,” gaf ik destijds toe en ik beloofde je om er voortaan op te letten. “Hoeft niet hoor. Ik verjaag elke beer die jou belaagt,” zei je terwijl je mij lachend naar je toe trok. Die nacht zagen we het samen licht worden.
Ik krijg een wee gevoel in mijn buik als ik aan die nacht terugdenk en vervloek mezelf er om. Ik kan me geen wee gevoel permitteren nu ik op het punt sta een relatie te beëindigen waarin ik gelukkig was.

Ik bestel een lichte maaltijd op mijn kamer. Het liefst had ik sushi’s besteld, zodat ik tegelijk mijn koffer kon uitpakken en eten. En omdat ik ze lekker vind. Dat vooral. Maar sushi’s herinneren mij aan jou. Ik zou maar gaan zitten mijmeren over toen alles nog goed was tussen ons. Ik zou me maar rare dingen in mijn hoofd halen.
Ik dwing mezelf om te blijven liggen maar sta toch op. Ik overweeg een slaappil te nemen maar doe het niet. Ik moet helder zijn als ik morgen de buurt waarin jij woont verken. Ik wil het naambordje met jouw naam lezen en ontdekken op welke verdieping jij woont. Ik hoop niet dat het de 74ste is of nog hoger. Zo hoog durf ik niet te gaan met de lift en met de trap ben ik vast uren onderweg, als iemand me al niet wegsleept omdat die iemand denkt met een krankzinnige van doen te hebben. 74 trappen omhoog lopen. Wie doet dat nou?
“Beren, Eef! Nog altijd niets veranderd.” Ik hoor de lichte spot in je stem. Je hebt gelijk. Er gaan elke minuut duizenden mensen omhoog en omlaag met liften in deze stad. Ze merken niet eens dat zij zich verplaatsen, zo snel gaat het, heb ik me laten vertellen. En net op dat ene moment dat ik er in stap zal heus de stroom niet uitvallen.
Oh God, de stroom uitvallen! Dat kan ook nog.
Ophouden nu! Natuurlijk gebeurt dat niet.
Ik schenk een glas wijn in en loop ermee naar het raam. Op mijn horloge is het ver na middernacht maar de aanblik op de stad geeft mij het beeld als was het midden op de dag. Lange slierten auto’s kronkelen door de straten. Neonreclames springen aan en uit in opdringere kleuren. Als ik het ventilatierooster boven het raam open doe dringt een hels lawaai de kamer binnen. Ik doe het snel weer dicht.
Ik speur de lucht af naar de vertrouwde sterren van de afgelopen nachten aan boord van het schip. Het contrast kan niet groter zijn.

De lijn die de taxichauffeur heeft getekend op de plattegrond kan ik moeiteloos volgen. Op mijn horloge is het ruim voorbij zeven uur. Er is een kans dat je nog op je werk bent. Maar ik kan niet langer wachten.
Ik stap in de lift en toets de 25ste verdieping in.



Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. Geweldig dat je jouw gedachten als schrijver weet te nestelen in het hoofd van de lezer Dat is de kracht van een goed manuscript. De cursief gedrukte stukjes vind ik een goede vondst van je ( soort tip voor een eventuele uitgever.)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat een mooie omschrijving. En wat een mooi compliment. Dankjewl Theo.

      Verwijderen

Een reactie posten