Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Het gebeurt niet vaak dat Astrid Janssen zich zo laat meeslepen tijdens het lezen. Haar werk bestaat er niet alleen uit om erop te letten of het verhaal goed is. Er wordt ook van haar verwacht dat ze let op zaken als zinsopbouw, gebruik van overbodige woorden, zijwegen die aan het verhaal niets toevoegen, storende herhalingen, een spanningsboog die niet gespannen blijft en nog veel meer.
En over taalfouten al helemaal niet te spreken. Maar als het verhaal goed is, dan is dat een zorg voor later. Hoewel sommigen van de collega’s daar anders over denken. Beheersen van de taal is een eerste vereiste, vinden zij.
Het zijn allemaal zaken die haar anders maar weinig moeite kosten. Wat was er in deze tekst dan zo anders, dat haar dit alles deed vergeten?
Ze begint opnieuw te lezen. Deze keer dwingt ze zichzelf om boven het verhaal uit te stijgen en als een soort van helikopterpiloot te kijken naar wat zich daar onder haar afspeelt. Dan valt haar de lenigheid op waarmee de zinnen meanderen door het verhaal. Ritmisch, als was het muziek. Zo mooi dit.
Het doet haar denken aan een boek dat ze eerder redigeerde. Terwijl ze het las betrapte ze zich erop dat ze neuriede. Het ging vanzelf.
Met een glimlach op haar gezicht leest ze verder. Een enkele keer detoneert een zin of een woord waardoor het ritme stagneert, maar al vlug lijkt de schrijfster zich te herpakken.
Is dat toeval? vraagt ze zich af. Dat die Eveline van Dongen zich zo vlug weer revancheert dat de detonatie amper opvalt en zeker geen afbreuk doet aan het verhaal? Of ziet ze iets over het hoofd? Maakt de routine haar lui? Of is het de druk wat dit manuscript op haar legt? Het is haar laatste kans om te bewijzen dat ze wel degelijk een goede redacteur is.
Is zij daarom niet scherp meer?
Ze pakt de begeleidende brief en leest hem nog maar eens aandachtig door.
“Ik kan u verzekeren dat er maar weinig schrijvers zijn die zo gemotiveerd zijn als ik. Het vuur brandt in mij.”
Het was vooral deze zin waardoor haar vertrouwen in dit manuscript destijds, bij voorbaat al tot het nulpunt was gedaald voor ze begon te lezen. Des te groter is nu haar verrassing.
‘Dat vuur brandt zeker,’ zegt ze hardop terwijl ze naar buiten kijkt waar twee meeuwen elkaar een korst brood proberen te ontfutselen. Daar hoeft deze dame geen seconde aan te twijfelen. Als de rest net zo goed is als wat ze tot nu toe las, dan heeft ze hier een pareltje te pakken. Wout kan niet langer om haar heen. Hij zal zijn besluit moeten herzien.
Ze is benieuwd hoe de hoofdpersoon zich hier uit gaat redden. Saar! Leuke naam. Komt ze niet elke dag tegen in een boek.
Ze voelt ongeduld in haar lijf. Het liefst wil ze verder lezen, maar ze vermant zich. Geconcentreerd blijven is prioriteit nummer één. Haar professionaliteit niet uit het oog verliezen. Niet nu er zoveel op het spel staat.
Of moet ze dat nu juist wel doen en dit verhaal lezen zoals de toekomstige lezer het straks leest?
De laatste optie lonkt, zo benieuwd is ze naar hoe het verhaal verder gaat. Maar heeft ze daar tijd voor? Over zes weken eindigt hier haar carrière. Tenzij…
Dat was wat Wout zei, toch?
Het dilemma verlamt haar. Ze besluit een wandeling te gaan maken om grip te krijgen op haar gedachten. Dat helpt haar anders ook wanneer ze twijfelt of een boek wel kwaliteit genoeg heeft.
Maar kwaliteit is hier niet aan de orde. Daar is ze van overtuigd. Ze vraagt zich alleen maar af of ze in staat is dit manuscript te lezen op de manier die van haar verwacht wordt. Dit verhaal raakt haar, zonder dat ze precies weet waarom. Soms is het net of er een zware steen op haar borst ligt. Als een boek dit teweeg brengt dan...?
Emoties, ze mag zich er niet door laten leiden. Straks, in de redactievergadering zal ze met ijzersterke argumenten moeten komen om Wout van haar gelijk te overtuigen. Dan is het erop of eronder.
Dit manuscript is zo anders dan wat zij de afgelopen tijd onder ogen kreeg.
Of niet en is haar betrokkenheid bij het verhaal te groot? Belemmert dat haar om haar werk naar behoren te kunnen doen? Of komt het doordat de vorige manuscripten zo slecht waren dat een beetje goed geschreven verhaal er vanzelf al positief uitspringt?
Of wil ze dat het een verdomd goed boek is?
Het is daar waar ze achter moet zien te komen.
Buiten schijnt de zon. De frisse noordenwind maakt haar hoofd helder. Ze trekt al vlug de conclusie dat ze zich niet moet laten meeslepen door emoties. Ze is professioneel genoeg. Als ze nou een beginneling was dan zou ze zich misschien laten verleiden door een tekst als deze, maar nu? Een kwestie van zakelijk blijven.
Gelukkig heb ik het op tijd onderkend, denkt ze tevreden. En heb ik mezelf tot de orde kunnen roepen. Wout kan over een paar weken niet anders dan concluderen dat ik wel degelijk mijn vak versta.
Ze schrikt als Wout de brief pakt die op haar bureau ligt. Ze had hem niet aan horen komen. Hoe kon ze zo stom zijn hem daar te laten liggen. Ze had kunnen weten dat hij haar meer dan anders in de gaten zou houden.
‘Maar deze mevrouw durft wel,’ probeert ze hem voor te zijn. ‘Haar brief wijkt zo af van de brieven die wij doorgaans krijgen. Ik denk dat Van Dongen heeft gedacht dat ze iets moest doen waarmee ze opvalt.’
‘Dat is dan een misvatting van haar,’ antwoord hij, ‘Van Dongen had er beter aan gedaan eerst goed uit te zoeken hoe een uitgever een manuscript aangeleverd wil krijgen.’ Hij legt de brief terug op haar bureau.
‘Ze heeft geluk dat het op jouw bureau terecht kwam. Je collega’s hadden het meteen al voor gezien gehouden na het lezen van zo’n brief.’
Hij heeft gelijk, dat weet ze ook wel. Met het grote aanbod van manuscripten wil je als redacteur snel weten waar een verhaal over gaat voor je eraan begint.
‘Misschien had jij het ook door moeten schuiven. Je moet toch toegeven dat dit boek niet valt in de veilige marge van dit kantoor.’
Doorschuiven? Maar dit was toch het laatste manuscript dat hij haar gaf? Veilige marge? Daar heeft ze hem nooit eerder iets over horen zeggen. Wil hij haar betrappen op fouten of juist uitdagen?
Nog steeds is het haar een raadsel waarom nu net die bijgevoegde openhartige, maar tegelijk ook volstrekt idiote brief, haar niet meteen deed besluiten een ander manuscript te vragen. Wout zou het haar gegeven hebben, daar is ze van overtuigd.
Waarom begon ze het dan toch te lezen? Uit boosheid of wilde ze er een bestseller in zien? Zich bewijzen soms?
‘Toch is het dapper wat ze deed.’ Overtuiging klinkt in haar stem.
Wout kijkt haar verwonderd aan. ‘Ga je haar nu ook nog verdedigen? Zeg nou zelf, Astrid! Geen synopsis, geen narratief en zelfs geen summiere biografie, of je moet genoegen nemen met het feit dat ze alleen maar haar leeftijd noemt. En in plaats daarvan schrijft ze deze emotionele brief.’
Hoofdschuddend loopt hij weg. Astrid is kwaad op zichzelf dat ze de brief niet had weggegooid, of verstopt. Ze kende hem toch al van buiten en er stond inderdaad niets in over het boek zelf. Maar dan nog? Dat is toch geen reden om een manuscript meteen af te voeren. Van Dongen had gewoon niet geweten hoe het doorgaans werkt met insturen van manuscripten.
Mooi die verschillende verhaallijnen. Wel lastig lezen soms omdat er zoveel tijd tussen zit. Ik lees liever langer door. En nogmaals, ik zie echt geen hartje onder je verhaal.
BeantwoordenVerwijderenIk snap wat je bedoelt. De reacties op mijn boek zijn: kon niet stoppen, in een dag uitgelezen enz. Toch tof dat je blijft lezen. Jammer van het hartje.
Verwijderen