Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Nadat Robert van Eerschot de inhoud van de tas heeft gecheckt, sluit hij de deur en besluit hij nog even een luchtje te scheppen. Als hij de Nijmeegse links getinte lucht inademt denkt hij nog even terug aan de inval die hij een paar maanden geleden in het Kronenburgerpark had gekregen.
‘Samenkomen van lijnen uitmondend in maximaal effect’, had hij concluderend hardop tegen zichzelf gezegd terwijl hij zijn ogen had toegeknepen tegen het zonlicht dat voor de tijd van het jaar ongewoon fel scheen. Hij was een bankje opgeschoven en zat nu beschut onder het gebladerte van de vleugelnoot recht tegenover het Valkhof, dat monument van verloren heldendom.
Zijn plan voor wat er vanavond op het programma staat was daar, op dat bankje, wel degelijk ook ontstaan vanuit een behoefte aan revanche. Iemand moest het Leopold betaald zetten. Niemand kon zo maar weg komen met de wijze waarop hij zijn vader had af geserveerd; met dat rechtlijnige beroep van hem op regels.
En toch was die revanchegedachte slechts een bijprogramma en niet meer dan dat.
De bedoeling van zijn plan was vooral om chaos te creëren, met maximaal effect dus.
Dat betekende dat hij bedacht dat hij eerst nog zoveel mogelijk wilde profiteren van Leopold. Deze professor had al eerder blijk gegeven van een overtuiging die precies past bij wat zijn beweging probeert helder te maken. De zelfverloochening van de witte man; de teloorgang van de tradities. Want voor wie het wil zien: wat is begonnen met de verkettering van de zwarte pietenknecht, is toch echt wel verworden tot een kruistocht tegen elke mogelijke negatieve associatie met zwart en daarmee toch ook tegelijkertijd een afbraak van positieve associaties met wit.
Zou me niet verbazen dat er deze winter zelfs een lobby tegen ‘witte sneeuw’ als pleonasme op gang komt, had hij schamper tegen zichzelf gezegd. Alsof sneeuw ook zwart kan zijn!
Maar goed, Leopold dus… de kennis van de historie die deze droogkloot heeft, bood wel mooi een diepere laag aan Roberts wereldbeschouwing en aan zijn voorspelling aangaande het verdere verloop van de geschiedenis waarbij hem tenslotte het grote gelijk zal toevallen.
Met professor Leopold van Rijckershove als gastspreker, zou hij bovendien niet alleen werven bij het klootjesvolk maar ook bij de nodige intelligentsia. Hij kijkt nog eens rond. In de verte ziet hij de posters die schreeuwen dat de auto de stad uit moet. Nog zo’n thema van die klimaatfanaten.
Onderbuik of niet? Hij is er gewoon klaar mee. Met dat linkse geleuter. Terwijl die rood-denkers niet te beroerd zijn om als eerste daad na hun politieke kruistocht bankiersbonussen te verzilveren. Of ze landen, ondanks hun disfunctioneren, gewoon op het fluweel van een burgemeesterszetel. Elkaar toespelen van baantjes als core business.
En die de rekening neerleggen bij de mensen die het in Nederland juist het meest moeilijk hebben. Hard gewerkt, weinig verdiend, ongezond geleefd en gewoond in vochtige kleine op elkaar gestapelde optrekjes. Hun eigen straatcultuurtje, waar ze nog een beetje steun aan hadden, laten ondermijnen door de ingevoerde Suikerfeesten van de buurman. Nee, hij heeft simpelweg genoeg van die linkse lui die in hun grachtengordel nooit een moslim tegen komen, maar wel de cultuur, waarden en veiligheid van de straat van de gewone man op het spel zetten. Hoe zouden zij reageren als juist op de grachten een jammerende Imam zijn oproep tot gebed gilt!
In gedachten was Robert ondertussen de Oranjesingel uitgelopen en stond hij weer op het grote plein met rechts van hem het museum en recht tegenover hem het Valkhof. Ja daar was het plannetje ontstaan. Daar was het dat hij zich realiseerde dat de weg door de instituties weleens een hele lange en taaie zou kunnen worden. Hij had ook al te veel bewegingen zien stranden. Of het nu een rauwe nestgeur had, of een fijnbesnaarde. Recht voor zijn raap man en paard noemend of zich nog een beetje proberend in te polderen. Het had tot nu toe allemaal niet bepaald gewerkt. Het moest anders wist hij. Debat is eigenlijk niet veel anders dan verspilde tijd en een compromis een laffe uitvlucht. Sterker nog: regering en oppositie zijn er beide alleen maar op uit om samen het evenwicht te bewaren en zo de positie te behouden, beide willen er zoveel mogelijk van profiteren. Het is een soort kringloop van eigen belangen die zich eindeloos vermenigvuldigt. Een volgzame pers is vervolgens nooit te beroerd om de bijbehorende leugens over zogenaamde democratische vooruitgang te verspreiden. Robert wist en weet het ook nu nog zeker: alleen daden kunnen ons redden. Bereidheid tot handelen is het enige dat telt. Elke aanslag betekent een vernedering van het systeem en een bewijs van zijn zwakheid. Ondergronds voorbereid en uitgevoerd moet hij bovengronds angst en schrik verspreiden. Het gaat om de daad boven gezever. Het is net als bij relletjes op straat of in de kroeg. Het gaat het er niet om, wie het sterkste is en ook niet om degene die het slimste is. Het gaat simpelweg om degene die het eerst een morele grens durft te overschrijden. Die gewoon durft uit te halen terwijl niemand nog op klappen rekent. Die er ook geen bezwaar in ziet onder de gordel te trappen of een kapot bierglas te pakken. Als je de morele maatschappelijke code die we met elkaar min of meer hebben afgesproken durft te overtreden, pas dan ben je in het voordeel. Het gaat erom, datgene te doen waar de ander geen rekening mee heeft gehouden. Robert is ervan overtuigd: het gaat om het organiseren van chaos. De bron van verandering is wanorde; paniek die over de dijken van het aangeharkte en ingepolderde Nederland klotst. Waardoor de seinen echt op rood gaan. En machtsverhoudingen daadwerkelijk gaan schuiven.
In zijn inleiding hier in Nijmegen zal hij het allemaal nog eens extra dik aanzetten, maar tegelijkertijd goed letten op de toon. Want ze zullen ongetwijfeld weer in de zaal zitten. Dat linkse journaille dat erop afgericht is zijn ‘foute’ gedachten te duiden.
Nee, zijn plan hier moet hem schone handen opleveren. Daarvoor heeft hij Leopold nodig. Waardoor wat er gebeurt, niet anders te duiden is dan een brute aanval op gewoon democratisch en goed doordacht academisch verantwoord gedachtegoed. Dit keer zal hij, Robert van Eerschot, hen in figuurlijke zin weinig munitie geven. Daarvoor zal Leopold van Rijckershove zorgen. Zelden zo’n saaie pietlut gezien. Hij schatert het uit daar tegenover het historisch erfgoed van Karel de Grote. ‘Dat uitgerekend deze Vlaamse professor nog eens met explosief materiaal naar buiten zou treden!’
Twee voorbijgangers aan de overkant van het plein kijken verwonderd naar de jongeman die zich op de knieën slaat van pret.
‘Zoals altijd gaat het om de slotact, roept hij de voorbijgangers aan de overzijde toe, ‘die blijft iedereen het langste bij. Wat een plan …. Briljant! En dat is dan nog maar het begin!’
Reacties
Een reactie posten