Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Wagner - H6

Karel kwam met een optimistisch gemoed de directiekamer binnen. In de aangetekende brief die hij had ontvangen, had hij tot z’n grote opluchting gezien dat Leopold zitting had genomen in de commissie die over zijn handelen zou oordelen. Hij vertrouwde erop dat zijn vriend hem niet zou laten vallen. Natuurlijk hadden hij en Jacqueline de schijn tegen, maar zijn verhaal was plausibel. Dacht hij.
‘U als commissieleden weet dat de kamernood onder studenten hoog is. Wantoestanden doen zich voor. Vochtige kelderruimtes met één raampje waarbij je binnen op je tenen moet gaan staan om net de onderkant te kunnen zien van de voorbijgangers. Daar vragen ze gerust 400 euro voor. Maar wel ‘inclusief schimmel’ is het bijbehorende grapje dat in dat verband vaak wordt gemaakt.’ Karel probeerde het was losjes te maken.
‘En, nou ja, u weet van mijn omstandigheden. Sinds mijn vrouw en ik onze levens anders hebben ingericht, heb ik nu zo ongeveer 4 kamers in mijn huis over, een tweede keuken, een tweede badkamer en zelfs een tweede ingang. Uit goed fatsoen kon ik niet weigeren toen een studente mij om een tijdelijk huuronderkomen vroeg.’
‘U bedoelt mevrouw ter Horst?’ De voorzitter is gewend snel man en paard te noemen.
‘Mevrouw Jacqueline ter Horst, klopt.’
‘Meneer van Eerschot, u spreekt over een aparte ingang. Toch staat hier in de stukken dat regelmatig is gesignaleerd dat u samen in- en uitgaat?’
‘Nou ja, ik geef haar inderdaad regelmatig een lift naar de universiteit; het openbaar vervoer is, zoals u waarschijnlijk ook wel weet, nogal eens behelpen.’
Hij wilde uitweiden over de vertragingen en stakingen en wat dat betekent als studenten bijvoorbeeld een tentamen moeten doen, maar hij werd in de rede gevallen door de voorzitter.
‘…en u suggereert dat het hier om een willekeurige studente gaat, maar is het niet zo dat u met haar toch wel heel wat meer contact had dan met andere studenten?’
Dat kon Karel niet ontkennen. Wie had hen de afgelopen maanden tenslotte niet samen gezien?
‘Mevrouw ter Horst toonde zich een bijzonder geïnteresseerde studente en ook goed thuis in de materie moet ik zeggen. Vooral ook gegrepen door de PopArt van de jaren ’60. Daar hebben we inderdaad de nodige gesprekken over gevoerd. En ik moet zeggen…ik heb er zelfs het nodige over bijgeleerd. Over de PopArt uiteraard.’ Karel hoopte een lachje te veroorzaken; even wat ontspanning in deze zwaar aangezette setting.
Hij zag alleen strakke gezichten.
Hij hoopte dat Leopold het voortouw zou nemen; een bemoedigende glimlach of een aanvullend grapje over de toegenomen interesse van Karel voor Warhol. Tijdens een van hun gezamenlijke uitstapjes had Leopold daar al eens een opmerking over gemaakt: ‘merkwaardig toch Karel, dat jij als republikein in hart en nieren, zoveel waardering hebt voor een kunstenaar die een afbeelding maakt van de Koningin der Nederlanden.’
Maar Leopold bleef nu onbeweeglijk.
‘Een gezamenlijke afspraak in Maastricht. Bonnefanten en het Vrijthof,’ de voorzitter wilde verder.
Hoorde Karel nu een accent op ‘Vrijt’? Hij keek naar Leopold. Hoe wist de commissie dit trouwens? Had Leopold nou echt geholpen het dossier mee op te bouwen? Zijn collega en vriend? Is hij soms nog boos en wraakzuchtig over het afzeggen van de afspraak die zij samen hadden?
‘Ze staat achter u en legt haar armen over uw schouder’, de voorzitter wilde ter zake komen. ‘Staat hier in een getuigenverklaring.’
‘Dat zag ik niet aankomen’.
De commissieleden keken hem niet begrijpend aan.
‘Nou ja, ik stond dus met mijn rug naar haar toe’, Karel moest om zijn eigen grapje grinniken.
Hij was de enige.
‘Haar ouders zijn echte exponenten van de jaren ’70 en mevrouw ter Horst uit zich ook wat lichamelijker dan wij misschien gewend zijn.’
‘Wij?’
De sfeer begon ijzige trekken te vertonen en Karel wist dat hij nu zijn belangrijkste troef op tafel moest leggen.
‘Het is een wat lastig onderwerp. U vraagt er niet naar, maar ik denk dat het toch een omstandigheid is die u moet kennen. Het heeft te maken met de verwijdering tussen mijn vrouw en ik. En misschien snapt u dat ik dit uit prudentie nog niet direct ter sprake heb gebracht, maar laat ik het zo zeggen, zonder al te zeer in detail te treden...’ Karel aarzelde een moment omdat hij niet goed kon inschatten of het verstandig was om de bekentenis te doen en om bovendien Leopold te betrekken. Hij probeerde het neutraal te houden.
‘Laat ik het zo zeggen: er is onder u een commissielid dat meer weet van de scheiding. Die kan bevestigen dat de gegroeide afstand met mijn vrouw te maken heeft met mijn verschuivende belangstelling voor de geslachten.’ Karel baalde van zijn eigen wolligheid maar het was nieuw voor hem om zich tot zijn homoseksualiteit te bekennen en dan ook nog eens in dit gezelschap. Toch had hij deze bekentenis nodig om zichzelf vrij te pleiten van belangstelling voor en bijbedoelingen met vrouwelijk studentenschoon.
De voorzitter keek hem een kort moment aan.
‘Nu meneer van Eerschot,’ de voorzitter schraapte even zijn keel, ‘laat ik het zo zeggen, uw geaardheid is geen onderwerp van onderzoek en maakt ook geen deel uit van de klacht. Waar het natuurlijk vooral om gaat is, en daar komen we nu aan toe, dat is dat cijfer. We hebben de resultaten van de afgelopen jaren van mevrouw ter Horst eens bekeken. Een echte zesjes-klant mag je wel zeggen. Nooit een zeven kunnen ontdekken. Moest nu een negen halen om met droge voeten de overkant te halen. Het werd een negen en een half?!’
Karel wist niet goed of hier een feit werd gepresenteerd of dat er nog een vraag in deze zin schuilde. Hij deed er maar het zwijgen toe en keek naar Leopold. Maar die deed ook nu waar hij al de hele zitting goed in was. Geen spier vertrekken. Ook al raakten de blikken elkaar. Alles bij Leopold bleef in de plooi. De mondhoeken licht naar beneden. Dunne lippen strak op elkaar. Pupillen achter die hoornen bril die onbeweeglijk bleven. Hij maakte geen notities, had zijn armen over elkaar gelegd op de tafel voor hem, met de voeten naast elkaar, mooi recht onder de stoel.

Het eind van het verhaal was dat uiteindelijk geen schorsing werd opgelegd, maar wel een aantekening en een berisping.
Hoewel er nooit informatie uit de beraadslagingen van de klachtencommissie naar buiten mocht sijpelen, werd het eindoordeel toch een publiek geheim. Het merendeel van de commissie zou het verweer van Karel overtuigend hebben gevonden en wilden hem, gezien ook het precaire karakter van zijn bekentenis, vrijpleiten. Maar uitgerekend Leopold was blijven aandringen op een officiële en publiekelijk gemaakte berisping.
Een voorbeeld stellen, daar ging het Leopold naar eigen zeggen om. Althans dat zou hij gezegd hebben, niemand dorstte er hem of de overige commissieleden naar te vragen. Dat hij daarmee vooral een berisping wilde geven voor het feit dat Karel die afspraak met Leopold had afgezegd bleef uiteraard onbenoemd.


Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties