Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Robert is inmiddels flink geïrriteerd. Hij weet dat hij op moet passen dat dit bedrijfsongevalletje met Leopold niet een serieuze kink in de kabel wordt.
Wie is het die hem lastigvalt met die telefoontjes? Er is hem in de zaal niemand in het bijzonder opgevallen, terwijl hij over het algemeen toch een scherpe neus heeft voor onraad. En toch heeft hier blijkbaar iemand met de neus boven op de gang van zaken gestaan!
Terwijl, zegt hij tegen de telefoon die hij inmiddels op de tafel heeft laten vallen, je eigenlijk toch ook niet anders kunt dan vaststellen, dat alles perfect volgens plan verlopen is. Bijna alles dan in ieder geval. Nee, dit telefoontje kan hij niet zomaar negeren. Hij pakt het mobieltje weer op en scrolt door zijn telefoonnummers. Dit lijkt me een klusje voor de gebroeders van Beek.
‘Hallo Dennis, mooi dat je opneemt. Luister eens … heb je even?’
Het is bepaald niet zo dat David alle steegjes en cafeetjes in Nijmegen kent. Hij moet het hebben van de keren dat hij in deze studentenstad winkelde en een kopje koffie aan de Waalkade dronk in die hippe tenten met nogal eens namen van klassieke componisten. Hij heeft op de kaart gezien dat De Drie Gezusters zich aan het begin van het winkelgebied bevindt. Hij besluit de auto in de van Welderenstraat te parkeren. Onbetaalbaar zijn de parkeerkosten in het centrum, maar zo is die wel meteen voor het grijpen als het nodig mocht zijn. Onderweg heeft hij zich nog wel afgevraagd waar hij in vredesnaam mee bezig is. Op het Keizer Karelplein heeft hij zelfs nog een keer overwogen om toch maar een paar afslagen door te rijden en via de Oranjesingel gewoon weer om te draaien, maar hij heeft toch doorgezet. Hij kan dit niet laten lopen. Hij is als zo ongeveer de enige getuige van de hele gang van zaken er gewoonweg te persoonlijk bij betrokken geraakt.
Hij draait om de pizzeria heen, de van Welderenstraat in en net voor hem maakt een rode Volvo een parkeerplaats vrij. Dat kan niet anders dan een goed voorteken zijn. Hij moet drie keer achterwaarts inparkeren voordat z’n Kia een beetje recht is weggezet
Hij kijkt op zijn horloge. Hij is een uur te vroeg, maar dat is ook het plan. Eerst maar eens een rondje lopen om de situatie ter plaatse op zich in te laten werken. Dat heeft hij vaak genoeg van zijn collega’s in de actieve dienst gehoord. Waar zijn de zijwegen, waar staan de obstakels, hoe druk is het op dit tijdstip in de winkelstraat, kunnen winkels met een achteruitgang een eventuele vluchtweg bieden?
Het café bevindt zich rechts, dus hij kiest voor de linkerzijde van de winkelstraat. Tegenover het café is een drogisterij. Daar gaat David naar binnen. De etalage is vooral dicht geplakt met schreeuwende aanbiedingen, maar het lukt hem toch om tussen de dozen en de aangeplakte reclameposters een blik te werpen op het terras. Op deze donderdag in april zijn met deze strakke noordenwind de studenten blijkbaar voorlopig nog op hun kamer blijven hangen. Het is zo’n tussentemperatuur waarbij besloten is om de terraskachels nog even uit te laten.
Pakweg 20 tafeltjes staan er op het terras, de helft bezet en hij ziet al snel, dat Robert daar niet bij zit. De jonge dame, die zich net nog achter de kassa van de drogisterij bevond, staat inmiddels achter hem. ‘Waarmee kan ik u van dienst zijn’, klinkt het en David draait zich verschrikt om. Zijn blik valt meteen op het label, waaraan hij kan zien dat hij met de bedrijfsleidster te maken heeft.
‘Ik sta hier een cadeautje uit te zoeken in de winkel en ben benieuwd of de jarige al op het terras zit, maar ik heb gelukkig nog even, ze is er nog niet’. David verbaast zich over de snelheid waarmee hij zijn excuus paraat heeft.
‘Kan ik u misschien helpen met het uitzoeken van het cadeau?’
‘Dank voor je aanbod, maar ik weet dat ik nu nog even de tijd heb.’
Hij wacht tot de bedrijfsleidster zich achterin de winkel heeft teruggetrokken en verlaat dan een minuutje later zonder aankoop de winkel.
In de winkelstraat is het rustig. Het is het tijdstip waarop de 50-plussers al weer naar huis zijn vertrokken en de studenten zich nog thuis indrinken. Honderd meter verderop kun je rechtsaf de Marienburgpassage in. David gaat naar binnen en ontdekt dat hij na vijftig meter overdekt winkelen rechtsaf een klein steegje in kan schieten. Hij loopt die uit en komt dan weer op de van Welderenstraat. Hij draait zich om en glimlacht tevreden. Goed om deze optie paraat te hebben als het nodig is.
Hij draalt nog wat, maar besluit dan toch maar verder de stad in te lopen. Als hij te lang blijft hangen in deze straat met winkels die je zo ongeveer in elke stad in een vaste volgorde aan kunt treffen, valt hij te veel op. Niemand besteedt hier meer tijd dan de minuten die je nu eenmaal nodig hebt voor je gerichte aankoop.
Hij kiest voor een bankje op Plein 44. Een plaquette herinnert er hem aan dat zo ongeveer op het eind van de tweede wereldoorlog, in een vergissingsbombardement, hier de stad aan gruzelementen is geslagen en, maar dat staat dan weer niet op de plaquette; hoeveel lelijke jaren’70 appartementen en kantoorgebouwen er daarna voor in de plaats zijn gekomen. Een oude Nijmegenaar met bijpassend hoedje en een helder tikkende wandelstok, leest blijkbaar de afkeuring op zijn gezicht als hij langs loopt.
‘Ja wij vinden het ook niks, maar het gaat binnenkort gelukkig allemaal weer opnieuw tegen de vlakte. In tegenstelling met toen klotst het geld nu wel over de plinten, dus ze zullen er wel iets moois van maken.’ Hij slaat een groet tegen zijn hoed en schuifelt weer verder.
David volgt de trage gang van de heer en vraagt zich andermaal af waar hij nu mee bezig is. Waarom gaat hij zich in dit avontuur begeven, terwijl hij toch ook zou kunnen kiezen voor zo’n genoeglijke vrijblijvende wandeling aan het eind van de middag.
Ook vraagt hij zich af wat hij eigenlijk met deze afspraak wil bereiken. Is het dan echt zo dat hij al het saaie politiewerk dat hij achter het bureau heeft verricht denkt te kunnen compenseren met deze AIVD-exercitie: de zaak oplossen en het bewijs er meteen bij leveren?
Bovendien zal er dan publiekelijk worden afgerekend met dit quasi politieke talent. Hij ontdekt bij zichzelf opeens een missie: teveel van dit soort volksmenners komt op dit moment weg met goedkope leugens, verdraaide werkelijkheden en het bespelen van de onderbuik. Dat moet maar eens afgelopen zijn.
Reacties
Een reactie posten