Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Tweesprong - Jan Haasnoot

Hij heette Hans de Jong en zo zag hij er ook uit. Gemiddeld en herkenbaar overzichtelijk. Zijn leven was tot aan die dag een rimpelloze, drabbige watervlakte. Niets om je in te spiegelen. Geen wind om op te zeilen. Zoals de fietsroute tussen zijn woning en kantoor, een vlak gebaande weg zonder bochten of obstakels. Als braaf, enig kind van net zo gemiddelde ouders had hij nooit beter geweten. Wees voorzichtig en pas je aan. Doe maar gewoon, gekker kan het niet worden. Geheel probleemloos en volgens de verwachtingen deed hij keurig een hogere technische opleiding om daarna aan de slag te gaan met… Tsja, met wat eigenlijk? Een leven leiden, of zoiets?



Voordat hij begreep hoe daarover keuzes te maken zat hij verstopt achter een beeldscherm, onder een mottig systeemplafond, ergens ver weg in de polder, in een glazen blokkendoos. Zijn moeder had hem ooit verteld altijd goed gekleed naar kantoor te gaan. Dat zou hem zeker helpen bij zijn verdere loopbaan. Samen met haar was hij op een dag naar een C&A filiaal getogen om zich daar een risicoloos kostuum aan te passen met bijbehorende fletse das en overhemd. Vanaf toen werd dat zijn standaardgarderobe waarvan hij niet durfde af te wijken. Hij hield de seizoenaanbiedingen van het plaatselijk C&A filiaal goed in de gaten zodat hij zich elk jaar een nieuw kostuum kon aanschaffen van hetzelfde merk dat hem zo vertrouwd was geraakt.



Het appartement waar hij in trok paste hem ook goed. Niet te groot, niet te klein, met een Batavus fiets beneden in de berging. Zijn moeder had nog geprobeerd deze enorme stap van haar zoon te ontmoedigen. Was hij niet nog wat jong om al op zichzelf te gaan wonen? Had hij het soms niet goed bij hen thuis, zo samen met z’n drietjes? Dat kan toch niks worden, ’s avonds aan het einde van een vermoeiende werkdag alleen thuiskomen? Wie zal er voor je koken? Maar hij zette door. Hoe meer ze er op aandrong om het niet te doen, zo hardnekkiger hij zich aan zijn vastberadenheid vastklampte om het toch te doen. Hij moest laveren om ruzie of gedoe met zijn ouders te omzeilen en eenmaal weg uit huis bleven de contacten met hen zo minimaal mogelijk. Altijd maar weer die vragen over zijn werk. Of hij al promotie had gemaakt of opslag had gekregen. Of er misschien ook leuke meisjes op kantoor waren.

Als hij na deze ingrijpende stap in zijn tot dusver rimpelloze leven aan het einde van de dag stipt om half zes thuis kwam van zijn werk en zijn Batavus fiets veilig had opgeborgen in de berging, was er niemand die op hem wachtte. Geen vrouw, geen kwispelstaartend huisdier. Zijn vissen in het van thuis meegenomen aquarium staarde hem glazig aan vanuit hun grote, vierkante waterbel. Het duurde niet lang of het zachte gegons van de filterpomp die een beetje scheef in het rimpelloze aquariumwater hing stelde hem gerust. Zo was het goed. Blijkbaar is het leven een kwestie van uitzitten.



Nog maar net ontsnapt uit de veilige schoolbanken kreeg hij in die gestapelde kantoorkolos een eigen werkkamer toebedeeld, aan een lange, grijze gang met rafelig tapijt, ergens aan de rand van de snel uitdijende provinciestad. Hij paste zich daar wonderwel aan en het voelde ook vertrouwd dat er nog enkele collega’s waren die ook Hans de Jong heetten. Een wat oudere collega van de afdeling Verkoop, een leeftijdgenoot als Werkvoorbereider. Om verwarring op de werkvloer te voorkomen kregen zij alle drie een bijnaam. Lange Hans, Ouwe Hans, en C&A Hans. Het deed hem niets.

Het stelde hem gerust om elke ochtend de met bruin kunstfineer afgewerkte toegangsdeurdeur naar zijn veilige en vertrouwde werkplek achter zich te sluiten om zo geen hinder te hebben van passerende en groetende collega’s in de wandelgangen.

Dat was nog in de jaren waarin een stug filtersigaretten rokende dame van middelbare leeftijd de warme kantoordrankjes rondbracht. Joke schoof achter haar rammelende karretje door de eindeloze gangen om koffie en thee rond te brengen bij iedereen. Hij had toen zelf nog niet door dat Joke de enige collega was met wie hij - elke dag – even kort persoonlijk contact had. Een praatje over haar kinderen die niet wilden deugen. Haar man die haar ooit in de steek had gelaten voor een ander. En dan hij over zijn vissen thuis in het aquarium dat hoognodig weer eens moest worden schoongemaakt. Of een praatje over het weer. “He, wat vervelend nou dat je bent natgeregend” zo maakte zij het een beetje gezellig als hij, druipend van de najaarsregen zijn werkkamer binnenkwam en zij voor hem de eerste warme ochtend koffie inschonk.



Het moest een revolutie gaan worden voor mens en werkomgeving en hij was de enige op kantoor die mocht werken met zo’n nieuw ding. Een MITS Altair 8800. De eerste kantoorcomputer die alle rammelende analoge kantoorapparaten snel zou gaan vervangen. Zo was de voorspelling van de directie, die aan hem gevraagd had om daar wat mee te gaan experimenteren. Zij zeiden tegen hem dat hij de enige was die dat kon en daarvoor had hij een eigen werkkamer gekregen, helemaal aan het einde van de gang. Het bleek hem op het lijf geschreven. Het zachte gegons van de net opgestarte harde schijf in zijn verder lege werkkamer stelde hem net zo gerust als dat van de aquariumpomp in zijn appartement. In de schaarse ogenblikken dat hij vol trots met z’n ouders in gesprek was over zijn MITS Altair 8800 zag hij de blik van zijn vader afdwalen naar de veel te luid afgestemde televisie die alle dagen door de ouderlijke woonkamer tetterde.



De nieuwe werkelijkheid die snel oprukte op zijn kantoorverdieping drong nauwelijks tot hem door. Ruim dertig jaren lang schoven er steeds nieuwe, jongere collega’s zijn overzichtelijke kantoordomein binnen. Collega X kwam, collega Y ging, allemaal met grote verhalen en ambities. IJverig werkend aan hun persoonlijke competentie profiel. Zijn leidinggevenden kwamen en gingen zo’n beetje elke drie jaren. De laatste tijd kreeg hij steeds vaker het gevoel met een buurjongen of -meisje in gesprek te zijn. Zo’n knul of meid die hem aansprak op zijn persoonlijke ontwikkeling. Wat zijn inspiratiebron was en hoe hij dacht om zijn creatieve input te optimaliseren om toch vooral mee te kunnen blijven doen in de uitdagingen van de moderne kantoortuin. Het gebeurde niet vanaf de ene dag op de andere, maar het sloop er langzaam in. Die manier van praten door zijn collega’s en superieuren werd stilaan de nieuwe kantoorkletspraat waar iedereen aan mee leek te doen.

En er gebeurde meer. Reorganisaties met competentiegesprekken. Uitlijningstrajecten. Doorpakoperaties. En, uiteindelijk onvermijdelijk, een bedrijfsovername waarbij een mental coach aanschoof om je voor het ergste te behoeden. Tijdens zo’n “traject” vond er altijd wel ergens een persoonlijk gesprek plaats, onderbouwd met de uitkomst van een door hem van tevoren ingevuld vragenformulier. Daarin zat altijd de onvermijdelijke vraag verstopt over wat je echt heel graag zou willen met je leven. Een bankoverval of een moord plegen, gaf hij dan als antwoord. Maar ja. Begin daar maar eens aan. In het eindgesprek bij het doornemen van het vragenformulier glimlachte zijn coach minzaam. ”Nou Hans, laat ik dat antwoord maar overslaan. Vind je ook niet?” Zijn half verstrooide knikken was voor de coach voldoende om door te gaan naar de volgende vraag.



Hij had lang gedaan of het hem niet aan ging. Alsof hij er niet bij hoorde. Maar na een grondige verbouwing van zijn vertrouwd geraakte kantoorverdieping werd alles anders. Er was opeens geen deur meer die hij veilig achter zich kon sluiten. In de nieuwe kantoortuin was voortaan geen plaats meer voor zijn MITS Altair 8800. Er was alleen nog maar Open Space met Scrumcorners. Zo noemden ze dat in het steeds verder oprukkende Engels dat schijnbaar hoorde bij het onvermijdelijke van de nieuwe werkvloer.

Joke werd vervroegd met pensioen gestuurd. Daarvoor in de plaats verschenen, vlak naast de Scrumcorners, manshoog glimmende koffiemachines met ontelbare toetsen op het front om de talloze koffievarianten als meerkeuze aan te bieden. Aan het einde van de week zat het glimmende toetsenbord van de agressief gierende machine onder de vettige vingerafdrukken van zijn collega’s. Er schoof daarna een vreemde man met een onuitspreekbare naam en een besnord gelaat over de werkvloer om de koffiemachine schoon te maken en een doekje over het front te halen. Geruisloos vulde hij de machine bij met oploskoffie en vertrok daarna zonder te groeten.

Hans had ook geen eigen haakje meer aan de muur om de hanger met zijn kostuumjasje weg te hangen. Het veilige kantoorleven werd hem zo tot een dagelijkse gruwel gemaakt.



’s Avonds thuis alleen in het donker, bracht hij uren door op internet. Hij moest lang zoeken naar een webwinkel voor robotvisjes die hij op het oog had voor zijn aquarium. Eindelijk vond hij twee felgekleurde, goudvisachtige kunststof visjes met een minirobotje erin. Wat zou dat mooi contrasteren bij zijn blauwe barbeeltjes en red head maanvisjes. Tevreden deed hij zijn bestelling en bleef nog wat hangen op internet. De digitale wereld was sinds zijn eerste kennismaking net zo gekmakend veranderd als zijn alledaagse kantoorwereld. Door de jaren heen trok er een krankzinnige hoeveelheid aan beelden en ideeën over zijn beeldscherm die zijn wankele geest eigenlijk niet goed aan kon. In weerwil daarvan vond hij als vanzelf zijn weg naar het darkweb. Voordat hij het wist – en in een roes van de nachtelijke surfsessie - bestelde hij een vuurwapen bij zwartemarktwapens.com.

Daarbij koos hij voor de besteloptie “privacy en discretie”, waarmee exclusieve en vergunning vrije ontvangst aan zijn op drie hoog gelegen voordeur gegarandeerd werd.



Op een maandagochtend had hij zijn C&A pak in de kast laten hangen. Die zaterdag daarvoor had hij in de stad zo’n hippe spijkerbroek gekocht, met van die rare scheuren erin. Daarboven zou hij voortaan een zwarte coltrui dragen. O ja, en ook een paar van die kekke sneakers erbij. Toen hij daarmee de kantoorvloer opkwam leek niemand zijn metamorfose op te merken. Hier en daar een gemompeld “Mogge Hans” zonder hem aan te kijken. Later die dag ving hij een gesprek op bij de koffieautomaat tussen Lars, zijn leidinggevende, en die nieuwe, die lange vent met een vreemd getrimd baardje en zo’n knotje in zijn nek van wie hij de naam steeds vergat. “Ach ja, C&A Hans….hij is een beetje typisch, maar best wel aardig”.



Best wel aardig? Hij hoorde niet goed wie het zei. Het was vooral de toon waarop dat gezegd werd die bij Hans de komende dagen bleef hangen. Smalende miskenning. Het vrat hem leeg. Toen liep die werkweek ten einde. De vrijmibo stond in zijn agenda. C&A pak of toch nog die zwarte coltrui? Terwijl hij dat overdacht tastte hij achter het aquarium naar het postpakket met daarin het pistool dat hij zich had laten opsturen. Het paste goed in de binnenzak van zijn colbert, zonder dat dit opviel. Nog even een briefje met instructies achterlaten bij zijn vissen. Daarna bracht zijn Batavus hem als vanzelf naar zijn reisdoel. Onderweg begon hij te twijfelen of het bankfiliaal naast zijn kantoor nog open zou zijn. Vastberaden onderweg naar zijn doel leek het erop dat zijn migraineaanval was weggetrokken, maar bij het naderen van het bankfiliaal dreigde hij heel even verlamd te raken door de pijnscheuten achter in zijn nek.



Met een diepe zucht drukt Joke haar sigaret uit in de asbak op haar rommelige salontafel. In haar gebalde vuist knijpt ze het verfrommelde lege pakje nog eens goed samen. Dit was haar laatste sigaret ooit. Het moest nu maar eens afgelopen zijn, dacht ze, terwijl ze het samengepropte pakje achteloos op de salontafel wegwierp.

Ze tastte naar haar smartphone en scrolde verveeld naar Facebook. Daar las ze een persbericht dat haar rechtop deed zitten uit haar lethargische, onderuitgezakte houding. “Verdachte Hans de J. is te verward om te worden gehoord over zijn daad”.





Jan Haasnoot





Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties

  1. HP Lofkrabt31/12/24 16:34

    Dit is een verhaal naar mijn hart. Goed geschreven ook.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een vreselijke, beklemmende, claustrofobische wereld beschrijf je hier.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ik probeerde mijzelf te verplaatsen in het brein van een verward persoon die tot een onverklaarbare wanhoopsdaad komt. Persoonlijke drama's die nu en dan in de krant verschijnen en waar wij soms van opschrikken. Waarom komen verwarde individuen zover en is er niemand die eerdeer doorhad dat het zover kon komen?

      Verwijderen
    2. HP Lofkrabt1/1/25 16:45

      Dat is je wel gelukt.

      Verwijderen
  3. Leuke openingszin! Mooie schrijfstijl ook.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik zou wel een dubbele punt achter 'uit' zetten en geen nieuwe zin beginnen.

      Verwijderen

Een reactie posten