Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Red Maria - H6

Laurent is bij tante Yvonne. Mijn tante is nogal gecharmeerd van hem. Hij doet altijd alsof hij gewoon bij haar op bezoek is, maar ondertussen kijkt hij hoe ver ze is achteruitgegaan. Het gaat alleen maar bergafwaarts. Soms heeft ze een helder moment, maar dat is steeds van korte duur. Iedere keer dat ik mijn tante zie, vraag ik me af hoe oud ze is, maar ik heb geen zin om dat aan mijn oom te vragen. Ze ziet er anders uit dan de dementerende bejaarden die ik ken. Ze is apathisch en slaapt veel te veel, maar haar gezicht is nog mooi. Ze zal veel jonger zijn dan Adelbert. Ik kan me nog herinneren hoe ze was: levenslustig en energiek. Dat maakt het extra moeilijk om te zien hoe ze er nu aan toe is.
‘Kunnen Maria en ik even weg, nu jij hier toch bent?’ vraag ik aan Laurent.
‘Ja hoor; ik ben hier nog wel een uurtje. Ik zie jullie straks wel weer.’
‘Naar het strand?’ vraag ik aan Maria.
We zijn nog nooit samen naar het strand gegaan. Ik kan me ook niet herinneren dat zij ernaartoe ging.
‘Zwemmen?’ vraagt ze.
‘Ja, ik wil wel zwemmen,’ antwoord ik.
‘Ik heb wel een bikini, maar ik kan niet zwemmen,’ zegt ze zachtjes.
Ik moet daarom lachen en zeg: ‘Trek dan maar snel je bikini aan. Ik doe dat ook, en dan doen we er een jurkje overheen.’
Terwijl we naar het strand lopen zegt ze nog een keer: ‘Ik kan niet zwemmen, hoor.’
Ik stel haar gerust. ‘Als ik erbij ben kan er niets gebeuren.’
We zoeken een plekje met een parasol. Daar moeten we voor betalen. Ze willen me voor de hele middag laten betalen, maar uiteindelijk betaal ik voor één uur. We trekken onze jurkjes uit. Maria ziet er nu nog jonger uit in haar bikini.
‘Mooie bikini,’ zeg ik en dat meen ik ook. Ik herken het merk. ‘Best duur.’
‘Van Adelbert gekregen,’ zegt ze. Ik zie het helemaal voor me, hoe hij met zo’n cadeautje aankomt. Ze zal het wel hebben moeten passen terwijl hij toekeek. Ik krijg steeds meer afkeer van die walgelijke man.
Maria volgt me naar de zee, maar op twee meter afstand stopt ze.
Ik neem haar bij de hand. We lopen tot aan de rand van het water. Het is ondiep aan de kant. Ik wijs op een klein meisje dat in het water zit. ‘Dat meisje kan ook niet zwemmen.’
We lopen tot ze met haar knieën in het water staat. Ze vindt het eng, maar ze vertrouwt me wel.
‘Ga maar zitten,’ zeg ik.
We zitten nu tegenover elkaar in het water en ik houd haar handen vast.
‘Wil je niet leren zwemmen?’
‘Kan dat dan?’
‘We hebben toch een zwembad bij de villa?’
‘Maar het is heel diep; daar kom ik niet eens bij in de buurt.’
Ik vertel haar dat ze een zwemvest aankrijgt, tijdens de eerste lessen. Zolang ik haar hand vasthoud, durft Maria al best veel in het water. We lopen een stuk dieper het water in, en daarna lopen samen hard door het ondiepe stuk.

Terug in de villa ga ik naar mijn oom en zeg: ‘Maria wil zwemles.’
‘Kan ze niet zwemmen?’ Hij lijkt echt verbaast.
‘Heb je haar hier weleens in het zwembad gezien?’ vraag ik.
‘Nee, ze loopt er met een grote boog omheen.’
‘Omdat ze niet kan zwemmen,’ zeg ik.
‘Ik vind het best, zolang jij het maar regelt.’
Ik zoek Inès op en vraag of ze een badmeester weet, die hier zwemles kan geven. Voor het eerst reageert ze vriendelijk naar me.
‘Mijn dochter geeft zwemles aan de schoolkinderen in de stad.’
‘Zou ze dat ook hier willen doen?’
‘Wie gaat er leren zwemmen. Jij kunt goed zwemmen zag ik.’
‘Maria wil leren zwemmen.’
‘Dan wordt zij de eerste die kan zwemmen. In die landen leren ze dat niet’
Ik zou willen vragen hoeveel meisjes zoals Maria ze hier al heeft meegemaakt, maar belangrijker is nu de zwemles.
‘Als ik weet op welke tijd het mijn dochter uitkomt, dan laat ik je dat weten. Ik neem aan dat meneer Adelbert betaalt?’

Een week later heeft Maria haar eerste les. Ze ziet er wel tegenop, merk ik.
‘Kleine kinderen leren het gemakkelijk, maar ik ben al zo oud.’
‘Hoe oud?’ vraag ik.
Maria geeft geen antwoord, maar lacht naar me.
Juliette parkeert haar oude Renault 4 buiten het hek en loopt via het voetgangershekje naar het huis. Ze is hier vast al vaker geweest. Bij het zwembad zet ze haar tas neer en haalt daar een zwemvest en nog wat andere hulpmiddelen voor de zwemles uit.
Ik stel me aan haar voor. Ze is wat jonger dan ik, lijkt me.
Maria komt verlegen aanlopen, in haar bikini.
‘Wat ben jij klein,’ zegt Juliette. ‘Maar eens kijken of dit zwemvest je past.’
Nadat de riempjes wat zijn aangetrokken, past het zwemvest goed.
‘Ze is niet bang voor water,’ zeg ik, een beetje trots omdat ik haar over haar eerste angst heb heen geholpen.
‘Dat gaan we dan zo zien,’ zegt Juliette. Ze gebaart dat Maria via het zwemtrapje het water in moet gaan.
‘Ze spreekt best goed Frans,’ zeg ik.
‘Mooi, die anderen die hier vroeger waren, daar kon ik niet echt mee praten.’
‘Vroeger?’ vraag ik.
‘Ik moest met mijn moeder mee als ze hier werkte; in de vakanties en zo. Ik heb zelf ook leren zwemmen in dit zwembad.’
‘Van een badmeester?’
‘Nee, meneer Adelbert heeft het me geleerd. Achteraf denk ik dat hij het wel lekker vond om aan me te zitten, maar toen wist ik dat nog niet. Gelukkig was mijn moeder meestal in de buurt.’
Ik kan me mijn oom niet eens voorstellen in een zwembroek. Waar Juliette het over heeft, moet zo’n twintig jaar geleden zijn gebeurd. Ook toen speelde dit dus allemaal al. Ik vraag me af hoe oud Laurent is.
‘Was dokter Laurent Moreau er ook al, toen jij jong was?’ vraag ik.
‘Nee, ik ken hem wel, maar die is pas later gekomen, toen ik niet meer met mijn moeder meeging.’
‘Maar er waren dus toen al wel meisjes?’
‘Je bent wel erg nieuwsgierig. Ik weet niet of meneer Adelbert het goedvindt dat ik erover vertel, maar in die tijd was de vader van Laurent hier. Hij was ook dokter en volgens mij had hij ook wat met die meisjes te maken.’
Ondertussen staat Maria nog op het zwemtrapje. Halverwege in het water.
‘Laat het trapje nu maar los,’ zegt Juliette.
Ik kijk nog even hoe Maria voorzichtig het trapje loslaat en merkt dat ze blijft drijven dankzij het zwemvest.
Tante Yvonne mag ik niet te lang alleen laten. Ik zwaai nog even naar Maria en loop terug naar het huis.
‘Waar is Maria?’ vraagt mijn tante.
‘Ze heeft zwemles in het zwembad hier,’ zeg ik.
‘Ik wil kijken.’
Ze heeft een van haar betere dagen constateer ik.
Ik duw haar rolstoel naar het zwembad, maar als we daar zijn aangekomen zie ik dat ze alweer in slaap is gevallen. Haar opleving was van korte duur. Ik vind dat ze wel erg veel slaapt. Ook bij demente bejaarden heb ik dat nog niet zo meegemaakt. Ik zou dat met haar huisarts moeten bespreken, maar ik weet nog steeds niet goed wat ik van Laurent moet denken.


Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties