Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Racefiets zonder bagagedrager - H13 Pioenrozen



"Net zoals dat men bij rijpe vruchten vreest dat ze snel zullen vallen, zo is er ook bij sterfelijk geborenen voortdurende angst voor de dood."
De Boeddha

Terwijl ik hier wat onthand op het grind sta - met mijn Fongers aan de hand - ben ik nog met mijn gedachten bij Piet. Het lijkt erop dat hij spoedig zal sterven. Ik heb gemerkt dat hij volop bezig is met de voorbereidingen voor zijn laatste reis in dit leven. Ik hoop voor hem dat dit proces rustig zal verlopen. En nu wil ik eerst naar huis! Want ik wil graag even alleen zijn en alles verwerken. Ofwel: millimeteren in mijn lieflijke studentenkamer, locatie Zevende Hemel. Maar ja, de jongens stáán erop dat ze samen met mij oplopen. Oké dan...

Dat wordt dus een 'optocht' door het centrum van Warmond, met de fiets aan de hand. De jongens lopen – uit solidariteit – ook met de fiets aan de hand. Waar ik natuurlijk helemaal niet op zit te wachten. Nu moet ik én op het verkeer letten én een sociaal gewenst praatje houden en daar verplicht mijn aandacht bij houden. Dat voelt onvrij.

En dan Tom met zijn hallelujafiets die van alle kanten rammelt. Zijn bagagedrager zit los, valt er nog net niet af. Hij kan zo zonder moeite de rol van kapelaan Erik Odekerke vervullen, met zijn halleluja aan de hand, druk pratend en gesticulerend. Tom is al net zo'n opvallende verschijning als kapelaan Erik! Tom, in zijn eeuwige tweedehands veel te grote tweed jas! Maar ja, het staat hem wel goed. Alles staat hem goed. Tom is een man met charisma. En dat weten de dames ook.

Die onverwoestbare vrolijkheid van Tom blijkt echter geen goede uitwerking te hebben op Ruben. Want hij reageert chagrijnig en mopperend op zijn vriend. En ik laveer daar maar een beetje tussen.

Trouwens... die fiets van Ruben, daar ís wat mee. Ik kan er alleen niet zo gauw op komen wát er dan mee is.

We lopen langs een mooi herenhuis in het centrum van Warmond, met prachtige struiken en pioenrozen in de voortuin. Die pioenrozen zullen over een paar maanden tot bloei komen. Ik kan het weten, want mijn vader teelt pioenrozen op het kleine veldje naast de kassen. Tom zegt:

"Kijk Jenneke, pioenrozen...die teelt uw vader ook!"

"Ja, prachtig. Over een paar maanden zal hij de pioenrozen oogsten. Zeg maar tegen nonkel Frederik dat ik dan een paar bossen voor hem mee zal nemen."

"Da is echt lilluk,"

Huh? Waarom zegt Ruben dat? Vindt hij pioenrozen lelijk? Ook niet leuk om dat te zeggen. Je kunt er ook voor kiezen om het niet te zeggen. Tom kijkt mij aan met een blik van sorry-dat-mijn-vriend-zo-bot-doet. En dan volgt er een stilte. En nog meer stilte. En nog meer stilte. En moeten we af en toe uitwijken voor een fietser. Of een auto. En is Ruben geïrriteerd. En dan kletst Tom weer te veel. Vervolgens draait Ruben om als een blad aan een boom: van chagrijn naar gastvrij. Hij zegt:

"Kom, ge kunt wel mee naar mijn huis. Doar kundaltijd op de klep valle."

Wat zegt hij nóu weer dan? En waarom stoïcijns blijven praten in je eigen boerendialect? Hallo, we zijn hier in Leiden, Ruben. Pas je een beetje aan! Maar dat zeg ik hem natuurlijk niet.

"Wat bedoel je, Ruben?"

"Welkom in mijn huis! Ik woon in Oegstgeest. Ik kook wel wat lekkers en dan kunne gij vanavond op mijn sjees terug naar Leiden. Want op die sjees van Tom is dat niet te doen, met die kapotte bagagedrager."

Wow. Waar komt die plotselinge daadkracht van Ruben opeens vandaan? Sjees? Nooit van gehoord. Zal wel Brabants zijn voor het woord 'fiets'. En waar komt die frivoliteit vandaan? Wat zat er in die shag, dat Ruben plotseling zo licht wordt als een vedertje? Morgen moet hij werken in Maison numéro 1. Hij zegt dat hij dan wel op de fiets van Tom naar Leiden kan fietsen, met mijn fiets aan de hand.

Ik moet erover nadenken, wat ik eigenlijk wil. Want ik wou toch zo snel mogelijk naar huis!? Ik hoor mezelf voluit ja zeggen. Waarom weet ik niet, maar ik zeg ja. Tom volgt direct en zegt ook ja. Want Tom vindt alles wel goed. Die is niet zo moeilijk. Hij zegt:

"Goed idee Ruben! Dan kan Jenneke ook uw befaamde tortellini-gerecht proeven!"

"O...jullie maken mij nieuwsgierig..."

"Ruben maakt heerlijke tortellini-gerechten klaar. Met champignons en verse groenten."

"Maar heb je al die ingrediënten dan wel in huis, Ruben?"

"Een beetje kok heeft altijd verse ingrediënten in huis. Mijn chagrijnige hospita is toch niet thuis. Dan kan ik jullie na het eten effekes trakteren op un stukske kwatta van ons mam."

"Een stukje wat?"

"Ik bedoel chocolade. Die gaf ons mam me mee, toen ik op de trein stapte van Breda naar Leiden."

"Dus je hebt zeker liever je moeder om je heen dan die hospita?"

"Ja. Ik heb mijn hospita nog nooit zien lachen: lachen doet pijn."

Volgens mij doet het lachen bij Ruben zélf ook best pijn.

Dat is wat ik denk, maar niet hardop uitspreek.


Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties