Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

Oostkust van Amerika - Dating while old

‘Ooooh, wat zie jij er knap uit, buurman! Afspraakje?’
‘Nieuwsgierig, buurvrouw?’ vraag ik.
‘Je kent mij al twintig jaar en natuurlijk ben ik nieuwsgierig, maar je mag het ook belangstellend noemen, hoor!’
‘Daar zit een fijne lijn tussen…’
‘Waar we al twintig jaar overheen dansen.’
‘Lunchafspraak. En vragen met wie, gaat ver over die lijn heen.’
‘Goed hoor, ik vraag al niks meer. Maar als het zakelijk is, ben je behoorlijk overdressed met die saaie stropdas. Tenzij die lunch voorafgegaan wordt door een begrafenis. En als het een afspraakje is met een dame, dan ben je nog veel meer overdressed, met die stropdas.’
Ik doe mijn stropdas af.
‘Zoooooo, met een dame dus… vertel.’
Ik duw mijn stropdas in mijn eigen brievenbus in de hal van ons kleine appartementencomplex in het centrum van Boston en loop de straat uit.

‘Er is voor twee personen een tafel gereserveerd,’ zeg ik.
‘Op welke naam?’ vraagt de slungelige jongen met vlashaar.
‘Catherine. De dame die naar deze naam luistert is mogelijk al gearriveerd.’
De jongeman aarzelt en lijkt mijn opmerking goed tot zich te moeten laten doordringen. Ik ben dertig jaar ouder dan de gemiddelde gast of horecamedewerker van deze tent, stel ik al rondkijkend vast. Misschien leek hij daardoor even uit zijn evenwicht gebracht. Maar hij herpakt zich snel.
‘Wilt u mij volgen.’
Hij wijst een tafeltje aan en nog voor ik kan gaan zitten, vraagt hij al: ‘Wilt u vast wat drinken?’
‘Nee, dank u,’ zeg ik. ‘Ik wacht even tot…’
Maar hij is al weg.
Catherines keuze, dit restaurant. Jong, hip en happening, met harde blèrmuziek, ruwe houten tafels met plastic stoelen, waterglazen die dienst lijken te doen als wijnglas, schreeuwerige kunst aan de muur.
Ik zie slechts één colbertje, geen dassen. Geen mantelpakjes bij de dames, wel veel haar, al dan niet opgestoken. Veel spijkerbroeken ook.
In het voorbijgaan legt de jongeman een menukaart voor me op tafel, zonder iets te zeggen. Ik neem me voor om vandaag geen enkel oordeel te vellen over het horecapersoneel van tegenwoordig, of deze jongeman in het bijzonder.
Naast opgesmukte hamburgers in verschillende varianten zijn hier ook maaltijdsalades te verkrijgen, met bij elke salade een lijst aan ingrediënten. Van de helft weet ik niet wat het is.

Een week geleden was het nog maar, na lang aandringen van mijn dochter.
‘Doe het nou gewoon, pa!’
Als de gebruikelijke wervelwind was ze binnengewaaid. Ik had koffie voor haar gemaakt en tijdens de koffie deed ze haar verhaal, hoe leuk het was met haar nieuwe vriendje en hoe waardeloos het was op haar werk. Of was het juist andersom?
‘Ga je buuf nog mee uit vragen?’
‘Ik weet het niet, hoor. Ik ken haar al twintig jaar. Al die tijd was ze met Bob.’
‘Bob is al drie jaar dood, pa!’
‘Vier.’
‘Ook goed, Bob is al vier jaar dood. Buuf is alleen. Jij bent alleen. Jullie wisselen altijd van diezelfde oudemensengrapjes uit, dus ik zie jullie wel samen.’
‘Maar ze is dik en ze heeft van die gebreide vesten aan. En altijd een zwarte broek. En dat gemakskapsel…’
‘Ja, alsof jij zo’n adonis bent. Met die bril uit het jaar blok en die afgetrapte schoenen en die buik. Nou, ga je ’t doen?’
‘Ik weet het niet, hoor.’
‘Maak gewoon dat gehaktbrood dat je altijd maakt. Met coleslaw. Er zijn vast wel ouwe mensen van jouw generatie die dat ook lekker vinden.’
Ze trok er een vies gezicht bij.
‘En dan maak je wat meer en dan bel je d’r op en zeg je: oeps, buuf, iets te veel gekookt, heb je soms zin om hier te komen eten?’
Ze keek me aan, maar ik reageerde klaarblijkelijk te traag.
‘Nou, ga je ’t doen?’
‘Ik weet het niet, hoor.’
‘Kom op, pa, je kunt er nog best mee door en het is niet goed dat je hier nog langer in je eentje gaat zitten kniezen.’
Ze keek misprijzend rond en ik probeerde om met haar blik ook rond te kijken. Haar ogen waren blijven rusten op de beide koffiemokken, vermoedelijk ouder dan ze zelf was, met stukjes eraf, één had een barst en van beide was de opdruk “Good story, nice and short” zodanig vervaagd dat je die nauwelijks meer kon lezen.
‘Oké, dan niet met de buuf. Geef me je telefoon, dan maak ik een profiel aan voor je.’
Nog voor ik kon reageren, griste ze mijn mobiel van tafel en begon er verwoed op te typen.
‘Kijk eens een beetje vriendelijk, anders wordt het niks.’
Klik.
‘Dan de rest. “Ik ben oud en dat is het dan”. Dat past wel bij je.
Leuk? Of denk je dat dat afschrikt?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Je doet maar. Dit is allemaal jouw idee.’
‘Vijf miles lijkt me wel goed. Leeftijd vijftig tot vijfenzestig. Of wil je liever nog oudere vrouwen? Dan kun je beter gelijk overlopen naar de buuf.’
Ze keek me vragend aan.
‘Nee dus, en jonger is out-of-your-league. Zo. Je profiel staat erop, nu wachten we op reacties.’
‘Tijd voor een wijntje?’
Ik zette twee glazen en de fles voor haar op tafel. Ik zag haar naar het etiket kijken.
‘Uit Australië! Dat kan toch niet, pa. Je gaat toch geen wijn drinken die de halve wereld is overgevlogen? Wat is er mis met Amerikaanse wijn, Canadese desnoods?’
Na het tweede glas pakte ze mijn telefoon opnieuw van de tafel.
‘Kijk eens aan, een stuk of wat reacties. Ik ga iemand voor je uitkiezen en dan ga jij op date.’
Klaarblijkelijk las ze weinig enthousiasme op mijn gezicht.
‘Kom nou, pa. Een date, dat weet je toch nog wel? Je nodigt een vrouw uit om te lunchen, op een doordeweekse dag, dan is het allemaal niet zo zwaar. Is het niks, dan heb je in elk geval gegeten die dag. Maar probeer gewoon een beetje te kletsen. Beetje over vroeger en zo. Niet te veel over mama. Dat kun je toch nog wel, gewoon een beetje gezellig kletsen? Je neemt er een wijntje bij en na het eten ga je gewoon weer aan het werk. En dan denk je eraan terug en dan voel je vanzelf of je nog eens wilt afspreken. Dat kun je allemaal best. Doe maar gewoon zoals honderd jaar geleden toen je kennis had aan mama. Kennis hebben aan, dat is toch de goeie uitdrukking? De deur netjes openhouden, haar in en uit haar jas helpen, jij betaalt voor de lunch. Dames van jouw leeftijd vinden dat vast nog belangrijk.’
Ze veegde een paar keer naar links en toen stopte ze.
‘Dit is ’r. Catherine. Twee jaar jonger dan jij.’
Ze liet me een foto zien en ik zag een vriendelijk lachende jonguitziende dame. Zwaar in de make-up, voor zover je dat op een foto kunt zien.

Ik herken Catherine van haar reactie op mijn oproep, dat is in elk geval al een opluchting. Nu ze naar mijn tafeltje komt lopen, lijkt ze toch echt ouder dan op haar foto. Jong gekleed, zoals iedereen in deze tent, heel strakke spijkerbroek, hemdje met een schreeuwerige wijde blouse erover, veel kettingen. Warrig opgestoken haar, maar onder de make-up ontwaar ik rimpels en een begin van zakwangen. Waarom zou ze die verbergen?
Mijn kostuum valt uit de toon en buuf had gelijk, die stropdas zou helemaal over the top zijn geweest.
‘Hi,’ zegt ze.
Ik sta op, loop om de tafel heen en strek mijn hand uit naar haar.
‘Hallo Catherine, aangenaam kennis te maken.’
Ze glimlacht met alleen haar lippen, haar ogen doen niet mee, terwijl ze mijn hand losjes schudt en met haar andere hand een stoel pakt en verschuift.
‘Hi,’ zegt ze nog een keer.
Ik doe een poging om haar stoel aan te schuiven, maar ze zit al. Mijn half gebogen houding met twee gestrekte armen blijft in de lucht hangen. Dus ga ik maar weer zitten.
De slungelige jongeman komt aangelopen en vraagt wat we willen drinken.
‘Doe mij maar een hazy,’ zegt Catherine. ‘Jij ook?’
Ik weet niet wat een hazy is en ik kan het niet opzoeken op mijn telefoon, want die jongen staat te wachten.
‘Glaasje droge witte wijn, graag.’
‘Chardonnay, pinot grigio, riesling, witte zinfandel…?’
Hij somt nog meer op, ik denk druivenrassen.
‘Doe maar wat.’
De jongeling lijkt meer te willen vragen, maar dan bedenkt hij zich en hij loopt weg zonder nog iets te zeggen.
‘Je hebt een mooie naam. Vernoemd naar Catherine Deneuve?’
‘Wie is dat?’
Catherine kijkt me aan. Weer die gebeitelde grijns op haar lippen zonder dat haar ogen lachen.
‘Een Franse filmster. De meest beroemde Franse filmster. Na Brigitte Bardot.’
‘O,’ zegt ze.
Ik zie een serveerster komen aanlopen. Hazy is dus bier, tenzij het iets anders is wat in bierflesjes wordt geserveerd. Catherine schenkt het flesje uit en neemt een slok, terwijl ik nog naar een gepaste tekst zoek voor een toost.
‘Werk je nog?’ vraagt ze.
‘Jazeker.’
‘Had ik niet verwacht.’
‘Hoezo niet?’
‘Ik ben oud en dat is het dan, stond in je profiel. Ik had bedacht dat daar geen werk bij hoort.’
‘O, die tekst. Dat profiel is door mijn dochter geschreven.’
Ze kijkt verbaasd op. Zou het bij het daten niet de bedoeling zijn dat je je dochter je profiel laat schrijven? Of dringt mijn leeftijd nu pas tot haar door? Met een dochter die profielen schrijft, kun je niet meer net doen alsof je een oudere twintiger, vooruit jonge dertiger, bent. Zoals zij doet.
‘En jij, wat doe jij?’
‘Mijn baan was vreselijk, dus daar ben ik mee gestopt. Beetje alimentatie. En ik klus wat administratiefs bij. Buiten de boeken. Er is genoeg werk. Maar ik voel me zeker niet oud.’
‘En daar zie je ook niet naar uit,’ zeg ik omdat ik denk dat ze dat wil horen, niet omdat ik denk dat het waar is.

‘Is er iets lekkers voor u bij op de kaart?’ vraagt de jongeling.
We antwoorden niet gelijk, omdat we de kaart nog zitten te bestuderen.
‘Mag ik u dan de maaltijdsalade van het huis aanbevelen.’
‘Wat zit er in, in die salade?’ vraagt Catherine. Ze lacht naar de ober, haar ogen lachen nu wel mee.
‘Het is een gemengde salade met gevierendeelde kwarteleitjes, lekker gegaard in een za’atarsausje. Daarbij wat krokantjes van lekker ingelegd en gedroogd paardenbloemblad met een mooie bestuiving van een beetje galangawortel, een gembertje, wat foelie, nigella, zwart pepertje en natuurlijk een snufje gemalen kurkuma. Daarover een lekker dressinkje van gefermenteerde eendenerwten, omgeven met een schuim van lichtgerookte komkommerbloesem, aangevuld met een mooie bereiding van steakpuntjes, of anders gerookte sesamballetjes als u wenst te kiezen voor de vegetarische variant. Wilt u vandaag voor veganistisch gaan, dan kunnen we de kwarteleitjes natuurlijk vervangen door mooi gegaarde stukjes gedroogde zeewierpastei.’
‘O, ja, graag hoor, de vegetarische graag. Dat klinkt zálig,’ dweept ze.
‘Voor mij graag de hamburger. Zonder fratsen,’ zeg ik als de ober zijn ogen losmaakt van Catherine.
‘Heb je nog zo’n lekker biertje voor me?’
‘Zeker, mevrouw,’ zegt hij.
‘Nou zeg, je hoeft echt geen mevrouw te zeggen, hoor!’
Hij glimlacht, ze glimlacht terug.
‘En meneer?’
‘Cola graag.’

Ik meen iets ongemakkelijks te bespeuren in de houding van Catherine, maar ik kan het niet precies duiden. Haar ogen lachen in elk geval niet naar mij.
‘Vind je het prettig als we het even hebben over deze date,’ vraag ik als de nieuwe ronde drankjes is uitgeserveerd.
‘Oké, wat wil je ervan zeggen?’
‘Het is maar een lunch, er staat dus geen druk op. Je hoeft je niet leuker voor te doen dan je bent. Of jonger, in jouw specifieke geval. Die belachelijk jonge ober ziet je echt niet staan hoor, hoeveel je ook probeert te flirten. En of je salade lekker zal zijn, kan ik niet beoordelen, ik ken de helft van de ingrediënten niet. Maar ik ga toch die salade en drank voor je afrekenen.’
Ze kijkt me verbijsterd aan. Haar leeftijd komt door haar jonge make-up heen.
Kom op zeg, dat laat je je toch allemaal niet zo zeggen? Buufs ogen zouden vuur geschoten hebben en ze zou me gelijk op mijn nummer hebben gezet.
‘Nou…’ zegt ze, ‘ik kan best mijn eigen deel betalen, hoor!’
We eten in relatieve stilte. Er is wat prietpraat, ik leer namen van ingrediënten voor moderne salades uit mijn hoofd.
‘Alstublieft,’ zegt de slungel als hij de rekening, ongevraagd, op ons tafeltje deponeert. ‘Creditcard of contant?’
‘Wat doen we met de rekening?’ vraagt Catherine.
‘Jij wilde je eigen deel betalen, dus gaan we splitten,’ zeg ik tegen haar en daarna tegen de ober: ‘Hier is mijn creditcard, ik reken veertig dollar af.’
Hij lijkt een moment te aarzelen.
‘Veertig dollar voor mijn rekening, dan blijft er nog vierentwintig over en dan zal deze dame ook wel veertig dollar gaan betalen, want ze gunt je een goede fooi. Hier is mijn creditcard. Dus veertig!’
Ik kijk opzichtig de andere kant op als Catherine aan de beurt is om haar deel, al dan niet met fooi, af te rekenen.

Buiten vraagt Catherine: ‘Wat voor werk doe je eigenlijk?’
‘Ik ben ambtenaar.’
‘O ja, wat doe je dan precies?’
‘Ik ben opsporingsambtenaar bij de Belastingdienst, mijn taak is het achterhalen en beboeten van zwartwerken.’
Ik geef haar een hand en loop in de richting van de supermarkt, schuin tegenover het restaurant.
Mijn gehaktbrood is stevig, met een lekkere kruidige jus. Behalve gehakt gaan er uien in, en knoflook, peper, bouillon, panko en ei. En wat chilivlokken. Ik serveer hem met aardappelgratin en coleslaw. Ik koop mager gehakt en eieren bij de slager. Ik koop fijne aardappelen, uien, wortelen en wittekool voor de coleslaw en verse kruiden op de groenteafdeling. En een fles goede wijn. Australische. Daar houdt buuf vast wel van.

https://www.bijonsopderedactie.nl/over-ons/verhalenverteller/oostkust-van-amerika/





Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties