Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Met lood in haar schoenen is Eva op weg naar de ouders van GertJan. Haar eerste bezoek zonder GertJan. Haar schoonvader had erop gestaan dat ze zou blijven komen: ‘Wat er ook is gebeurd, je blijft onze schoondochter. Je bent van harte welkom.’
Ze aarzelt of ze zal bellen of achterom zal lopen. Uiteindelijk kiest ze ervoor om aan te bellen.
De moeder van GertJan doet open. Haar bleke gelaat ziet zo mogelijk nog grauwer dan anders. ‘Is het nu wรฉrkelijk nodig aan te bellen, alsof je bij vreemden op bezoek komt?’ vraagt ze. Haar stem klinkt een beetje schor.
‘Het is allemaal zo anders geworden, ik durfde niet zo goed achterom te lopen,’ zegt Eva.
Het huis ruikt vreemd nu de vertrouwde geur van verse appeltaart, waarmee zij en GertJan altijd verwelkomd werden, ontbreekt.
‘Ga zitten,’ zegt haar schoonmoeder stijfjes. Ze loopt naar de keuken en komt terug met een pot thee. ’Hendrik komt zo, hij is nog even aan het werk in de schuur.’
Eva voelt zich onbehaaglijk als ze in plaats van het gebruikelijke “pa” nu “Hendrik” zegt. Ze kan het zich niet voorstellen ooit “Johanna” tegen GertJans moeder te zeggen. Ze neemt een slok van haar thee.
Zonder inleiding steekt GertJans moeder van wal; ze schuift nerveus heen en weer op haar stoel. Haar handen persen een mariakaakje samen, de kruimels vallen op de pas geboende tafel. ‘GertJan is het verkeerde pad opgegaan. Als de Heere hem niet terughaalt van zijn zondige weg, zal hij voor eeuwig verloren zijn.’
Bijna verslikt Eva zich in haar koekje, ze loopt rood aan.
‘Kind toch,’ zegt haar schoonmoeder. ‘Had jij GertJan niet kunnen behoeden voor zijn verkeerde keuze. Heb jij wel trouw aan je huwelijkse plicht voldaan? Als vrouw moet je je voor je wettige man openstellen en hem altijd geven waar hij recht op heeft. Je begrijpt vast wel wat ik bedoel. Zo bind je je man aan je en lever je hem niet uit aan zondige behoeften.’
Een ongekende woede wil zich een weg naar buiten banen. Haar maag trekt samen. Eva klemt haar handen om de rand van de tafel. Waar bemoeit dat mens zich mee? Ze zou eens moeten weten van al die nachten vol eenzaam verlangen.
Ze schuift zenuwachtig op haar stoel heen en weer en denkt terug aan de eerste huwelijksnacht: het onhandige gestuntel van GertJan, zijn afgewende blik.
‘Vind je me mooi?’ had ze gevraagd. Verleidelijk knoopte ze haar nachthemd open, danste uitdagend om het bed. Haar borsten bewogen ritmisch mee.
‘Ja hoor,’ zei hij alleen maar.
Nog steeds schrijnt de teleurstelling over zijn lauwe reactie waarin elke passie ontbrak. Is dat nu de taal van een pasgetrouwde man die voor het eerst het naakte lichaam van zijn vrouw ziet? Niets over haar borsten, haar zachte huid, de parfum die ze speciaal voor deze nacht gekocht had.
‘Hoor je me wel?’ De stem van haar schoonmoeder snerpt. ‘Ik vroeg je iets.’
Op dat moment gaat de deur open en komt haar schoonvader binnen. Hij schudt haar de hand en gaat zitten op zijn vertrouwde plek aan tafel.
‘Zo meisje, daar ben je dan. Het zal allemaal niet gemakkelijk voor je zijn. Ik weet hoe hard je je best hebt gedaan jullie huwelijk te redden. GertJan heeft gezegd dat het beslist niet aan jou heeft gelegen.’ Zijn stem klinkt ongewoon zacht. Zijn ogen glanzen droevig.
De kou trekt uit haar lijf. Gelukkig is haar schoonvader dezelfde gebleven.
‘Hendrik, zeg het nu maar.’ Wreed verstoort haar schoonmoeder dit mooie moment tussen hen. Haar ellebogen rusten op tafel, met beide handen omklemt ze haar kin waardoor haar gezicht een vreemde grimas krijgt.
‘Johanna, kan het niet even wachten?’ Hij werpt haar een boze blik toe.
‘Als jij het niet zegt, zeg ik het.’
Hendrik zucht, kijkt Eva aan en zegt dan: ‘We hebben besloten GertJan niet meer binnen te laten in dit huis, zolang hij ervoor kiest bij die man in te trekken.’ Met een zakdoek veegt hij over zijn ogen en kijkt de andere kant op.
Eva rilt.
‘Ons huis is geen hoerentent,’ vult Johanna aan. De Heere gruwt van mannen die zich gedragen alsof ze in Sodom en Gomorra wonen. Je kent toch de geschiedenis van Lot die veranderde in een zoutpilaar?’
Eva’s hart bonkt, ze balt haar vuisten en moet zich bedwingen om het niet uit te gillen. Dit gaat niet over haar GertJan, niet over zijn worstelingen, niet over zijn verdriet, dat ze zo van dichtbij heeft meegemaakt. ‘Ik houd van je, Eva, maar ik kan je niet geven waar je zo naar verlangt,’ had hij haar keer op keer verzekerd.
‘U mag niet oordelen,’ zegt ze met een stem die een octaaf hoger lijkt te klinken.
‘De Heere is een rechtvaardige God. Hij laat de zonde niet zomaar passeren,’ zegt Johanna hard. ‘Denk ook aan je eigen zielenheil en vergoelijk de dwaling van GertJan niet.’
‘Johanna, kan het een beetje minder? Je ziet toch hoe moeilijk die arme meid het heeft.’
Eva kijkt haar schoonvader aan. Weer is er die warmte van vroeger in zijn blik; tranen wellen bij haar op.
‘Nog een kopje thee?’ vraagt Johanna, alsof er niets gebeurd is. Zonder het antwoord af te wachten loopt ze naar de keuken.
‘Laat GertJan niet vallen, pa. Hij heeft u harder nodig dan ooit, nu vele leden van de kerk hem met de nek aankijken. Kunt u zich voorstellen hoe het voelt, als je vroegere vrienden je nu niet meer zien staan?’
‘Ik moet rekening houden met Johanna, ze heeft een zwak hoofd. Al die spanningen kan ze niet aan. Ik wil niet dat het weer verkeerd met haar gaat.’ Zijn ogen staan dof. ‘Natuurlijk doet het me verdriet dat mijn zoon uitgestoten is en nog erger, dat wij, zijn ouders, hem niet meer binnenlaten. We kunnen niet anders, het gaat erom dat GertJan zijn eeuwige zielenheil niet verspeelt.’
Eva staat abrupt op. ‘Ik ga weer. Dag pa.’ Ze loopt haastig naar de keuken en botst tegen haar schoonmoeder op die een vol dienblad draagt. De thee klotst over de randen van de kopjes.
‘Kijk uit,’ roept ze verschrikt. ‘Waar ga je naartoe? Ik heb nog een kop thee voor je.’
‘Naar huis,’ zegt Eva.
‘Waar je nu woont, is je huis niet. Jouw plek is bij GertJan, dat weet je maar al te goed.’
Eva’s maag komt in opstand. Ze rent naar buiten. Met diepe teugen ademt ze de frisse lucht in.
Pittige kost Nel. Mooi de emotie beschreven. Voelbaar. Zou het nu nog zo gaan, vroeg ikme af. Kijk alweer uit naar je volgend hoofdstuk.
BeantwoordenVerwijderenFijn dat je weer kwsm lezen, Anneke. Mijn verhaal speelt zich af in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Vorige week kwam er een aangrijpende documentaire op tv “God, ik ben gay” , waaruit bleek dat er helaas in sommige kringen nog maar heel weinig is veranderd.
BeantwoordenVerwijderen