Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
"Goedemorgen, heren wegwerkers," zei de man achter het stuur opgewekt door het geopende portierraampje. De twee toegesproken, geüniformeerde mannen keken geërgerd op.
"Pardon, pardon, eh… we zijn helemaal geen wegwerkers! Hoe komt u daarbij? Dat ziet u toch zeker zelf ook wel, wij zijn van de politie!"
"Met alle respect voor wegwerkers, hoor, begrijp me goed, maar waar kan ik in 's hemelsnaam aan zien dat u geen wegwerker bent, maar politieagent?"
"U lijkt me niet moeders slimste, en dan druk ik me nog zacht uit. Een agent herken je natuurlijk aan zijn uniform," antwoordde een van de dienders.
"Dat is nogal logisch, nietwaar?" voegde de ander er ietwat bars en sarcastisch aan toe. De automobilist stapte nu uit zijn auto.
"Moet ik u kunnen herkennen aan uw uniform?! Noemt u de kleren die u draagt een uniform de politie waardig? Zal ik u eens wat zeggen...? De windjackjes die jullie tegenwoordig dragen zijn veel te krap bemeten. Ze zitten dan ook als een korset om het lijf, waardoor de agenten zich amper fatsoenlijk kunnen bewegen. Ik moet toegeven dat jonge agenten met een afgetraind lichaam zoals u, er nog wel mee weg komen. Het heeft iets stoers..., maar ik heb pas een wat oudere, dikbuikige collega van u gezien, die er bepaald potsierlijk uitzag.
Hij deed me denken aan Mr Pickwick. U weet wel, die komische creatie van Charles Dickens in zijn boek Pickwick Papers, of die clowneske Falstaff, die voorkomt in enkele stukken van Shakespeare. En dan dat geel in uw jak, dat is veel te hard. Ik zag trouwens pas op TV het Woerdense shantykoor en hun outfit leek als twee druppels water op dat van u... Dat is op zichzelf niet echt erg hoor, maar toch... het geeft te denken. Ik kan die gele strepen op uw jakje op zich nog wel waarderen. Daarmee valt u goed op, maar de glitterschitter die ervan afstraalt doet pijn aan de ogen. Het is alsof je getroffen wordt door niet één enkele laserstraal, maar een hele bundel..."
"Ja, maar...," probeerde een der agenten.
"En wat is er gebeurd met de witte strepen op de bovenkant van de mouw waaraan je vroeger in één oogopslag de rang van de diender kon aflezen? Wat was daar nou fout aan? Het lijkt wel of alles van vroeger niet deugt en zo nodig vervangen moet worden door iets nieuws. En waar dienen eigenlijk die blokjes op de schouders voor? Op sommige jakjes zie je drie van die blokjes, op andere vier of zelfs vijf. Het komt mij voor dat de uniformiteit van het uniform in het geding is. Niemand schijnt het hoe en waarom van die blokjes te kunnen uitleggen..."
"Die geven de maat van het jasje aan, en dat is heel handig."
"Dat kan u niet menen! Kom op, zeg! Ik geloof daar niets van. En handig?! Wat is daar handig aan? Het leidt alleen maar af. Hoe krijgt een mens 't bedacht! Ik zou weleens een gesprek onder vier ogen willen hebben met degene die dit allemaal heeft verzonnen. En neem me niet kwalijk, maar het model broek dat u beiden draagt doet me denken aan de lange jaeger onderbroeken uit een ver verleden. Ik herinner mij nog dat mijn vader die 's winters droeg, als het koud was. Die lange witte onderbroeken hadden namelijk ook van die taps toelopende uiteinden en het model was er een van het soort dat ik 'lik-me-vestje' noem.
Dat deed er natuurlijk ook niet toe, want het waren per slot van rekening maar onderbroeken. En ze hadden net als die van u geen vouw, maar wél, eh... knieën, als u begrijpt wat ik bedoel. Vroeger droegen agenten een pantalon, en ik zeg expres niet broek, maar ik herhaal een pantalon. Die had messcherpe vouwen. En het kwalijke van dit alles is dat een agent in zo'n vormeloze broek geen enkele behoefte voelt om zich kwiek en monter te gedragen. Ik zeg altijd: aan de broek herken je de man. Ik vind trouwens dat hetzelfde geldt voor artsen en leraren, dat wil ik ook wel gezegd hebben. Die lopen tegenwoordig in sjofele, sleetse spijkerbroekjes en slonzige polo's en denken zo de bink uit te hangen. Ik vind dit één doffe ellende. Ik noem het popidom."
"Maar…," probeerde een der agenten.
"Nee, laat me uitspreken, want het zit me hoog," zei de automobilist, die er keurig verzorgd uitzag."
"Ja, maar…"
"Nee, nee, ik ben nog niet klaar met u. Ik ben op u beiden niet boos hoor, maar ik ben 'verdroefd', zoals mijn opa altijd zei met groot gevoel voor pathos. Vroeger droeg een diender een smetteloos wit overhemd met daarop een chique stropdas. Dat zag er buitengewoon correct en verzorgd uit. En... en, neem nou ook dat petje dat u op uw hoofd heeft. Ik zou het nog niet met carnaval willen opzetten. Het staat zo onnozel. Misschien past het een of andere rapper, die het dan uiteraard achterstevoren opzet. Dat staat immers stoer, nou ja, zogenaamd dan. Ja, waar praten wij eigenlijk over?! Wat was er fout aan die prachtige platte pet van vroeger?!"
"Meneer, u…"
"Kijk, u hoeft er niet per se uit te zien als een agent in Frankrijk of Italië, waar zelfs een aspirant een uniform draagt dat een generaal in het leger niet zou misstaan. Ook hoeft u voor mij niet het antieke hoofddeksel te dragen zoals een Londense bobby dat al honderden jaren doet. Maar… het straalt wel gezag uit. En een agent vertegenwoordigt het gezag. Maar ik wil me genuanceerd uitdrukken. Laat ik het zo samenvatten: respect verdien je niet automatisch door het dragen van een modelpak, maar een nette, verzorgde outfit staat respect zeker niet in de weg, het omgekeerde wel."
"Meneer, nu moet u toch…"
"Wacht even, ik ben er nog steeds niet klaar mee. Straks kunt u reageren. Ik heb trouwens begrepen dat er van alles schort aan uw nieuwe uniform. Die gele strepen laten los, de poloshirts ademen niet, dus hoopt het transpiratievocht zich op met alle gevolgen van dien. Ik moet er niet aan denken. De gummiknuppel die u draagt, zit in de weg en het is bekend dat agenten hierdoor al zijn gestruikeld. Ik neem u niets kwalijk. Daarover geen misverstand. U kunt het tenslotte ook niet helpen dat de overheid u zo uitrust, maar ik heb er een heel onprettig gevoel bij. Het betekent overigens wel dat er aan uw tenue het nodige hersteld zal moeten worden. Dit gaat de belastingbetaler weer een smak geld kosten... Zo, ik heb gezegd."
"Ik kan niet anders concluderen dan dat u de politie een kwaad hart toedraagt," zei de ene agent.
"U bent vast heel vaak met de politie in aanraking geweest. Er zit bij u 'n heleboel oud zeer, zo te horen. Als ik vragen mag, wat doet u voor de kost?"
"Wel, niet veel meer, ik ben gepensioneerd…"
"Aha, dat dacht ik al..."
"En daarvoor dan?"
"Hoofdcommissaris…"
Reacties
Een reactie posten