Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Herman de Graaff had zijn opties overwogen. Minder dan een dag had hij nodig gehad om zijn emoties onder controle te krijgen. Nog anderhalf jaar en dan kwam zijn pensioen tot uitbetaling. Die periode, hoewel niet bijzonder lang, zag hij zichzelf niet op de afdeling incasso doorbrengen zonder in diep chagrijn te vervallen. Optie één, om het incasso dan maar uit te zingen, kwam niet in aanmerking.
Evenmin overwoog De Graaff optie twee: een ziekmelding. Je bent ziek omdat je ziek bent, niet omdat je baas ‘boe’ heeft geroepen, had De Graaff zijn cliënten meer dan eens voorgehouden. Voor De Graaff lag dit principieel. Zo’n Heikens, die helemaal van het pad was omdat zijn Kia Picanto niet voor de deur stond, hij had er niets mee. En dat had die sukkel ook nog een klacht ingediend.
De derde mogelijkheid was om voor de rechter de terugkeer naar de afdeling arbeid af te dwingen. Die mogelijkheid had De Graaff al direct verworpen. De Haagsche zou er wel een verhaal van maken over een kwaliteitsinjectie voor incasso, die maar tijdelijk was en zonder financiële gevolgen. Aan die beslissing ging een rechter niet tornen.
En eigenlijk had De Graaff het ook helemaal niet nodig om eerst drie opties te elimineren om op de vierde uit te komen. Zijn keuze was duidelijk en die had hij snel gemaakt, zeker nu De Vet hem op persoonlijke titel de oorlog had verklaard. De Graaf had besloten om te vertrekken bij de Haagsche en wel op korte termijn. Het gat in de portemonnee moest de Haagsche maar voor hem dichten.
Zeker, het afscheid van zijn werk en zijn collega’s zou hem zwaar vallen, daar stond tegenover dat hij fulltime voor Nancy kon zorgen. Haar toestand ging er de laatste tijd niet op vooruit. Misschien konden ze eerder dan gepland in Wales gaan wonen, dichtbij Nancy’s familie.
De e-mails aan en van Linda van vrijdagmiddag en de e-mails aan Linda, Arno en zijn collega’s van maandagochtend pasten in de voorbereiding van zijn plannen. Eerst maar eens duidelijk maken dat het onzinnig was hem over te plaatsen, dat sommigen van zijn collega’s dat ook vonden, dat hij op incasso niet werd gepruimd en dat de onvoldoende beoordeling er met de haren was bijgesleept.
Daarna bedacht De Graaff dat hij op de kamer van Kazimir nog één ding had vergeten. Hij schreef het volgende mailtje aan Kazimir (‘cc’ aan Arno Hoogenberg)
Linda,
Dat vergat ik je zojuist te vragen. Op incasso zitten we met zes mensen (zeven, vanaf morgen) in een kleine ruimte. Minder dan ik op arbeid gewend was hebben mijn nieuwe collega’s behoefte aan stilte om zich op hun werk te concentreren. En nu druk ik me zacht uit. Bovendien staat mijn bureau hier aan het raam, vlak boven de snelweg.
Ik voel dat mijn tinnitus al begint op te spelen. Als dit tot een verergering van mijn klachten leidt, stel ik de Haagsche voor eventuele schade nu reeds aansprakelijk. Zoek het maar eens op in art. 7 : 658 BW, je kunt vast wel ergens een wettekst lenen. Het probleem laat zich overigens vlot oplossen. Ik zie dat twee kamers op de gang naar incasso leeg staan. Mijn verzoek is om op één van die kamers geplaatst te worden.
Herman
P.S.: De bedrijfsarts is met het tinnitus-verhaal bekend. Ik geef je langs deze weg toestemming om hierover contact met haar op te nemen.
Het was Herman niet gelukt om zijn toon zakelijk te houden. De laatdunkende verwijzing naar het gebrek aan arbeidsrechtelijke kennis van zijn bazin, door Roelof Janssen eens omschreven als een juridische laagvlakte, was eigenlijk beneden zijn niveau.
Ook de toespeling op zijn tinnitus zat De Graaff niet helemaal lekker. Als jongen van negentien was De Graaff aangereden door een dronken automobilist. Hij had zijn linker ellenboog gebroken en lange tijd last gehad van oorsuizingen, naast enkele andere, mindere kwetsuren. De piano-opleiding aan het Rotterdams conservatorium had hij moeten beëindigen. Herman de Graaff was rechten gaan studeren, op een advocatenkantoor gaan werken en op zijn vierentwintigste getrouwd. Het ongeluk en de teleurstelling over de in de dop geknakte carrière in de muziek hadden hem verbitterd en cynisch gemaakt, wat in de advocatuur nauwelijks en in een huwelijk al helemaal geen voordeel is. Zijn eerste baan en zijn eerste huwelijk waren al snel op de klippen gelopen.
Het was Nancy Bishop uit Londen die de zachte kern van De Graaff had blootgelegd. Kort na hun huwelijk was hij in dienst getreden van de Haagsche, waar hij volledig was opgebloeid. Zijn ellenboog was restloos genezen, van de tinnitus had hij al veertig jaar geen last. En als hij eerlijk was, dan was de automobilist de directeur van het conservatorium vóór geweest: zijn talent voor het klavier zou hem niet op het concertpodium hebben gebracht.
De oorsuizingen waren De Graaff zelfs nog een keer te stade gekomen toen de vorige directeur Te Grave, zijn enige misser vond iedereen, de rustige één- en tweepersoonskamers had vervangen door de zoemende bijenkorf van een kantoortuin. Met een oude medische verklaring in de hand had De Graaff de bedrijfsarts van de Haagsche zo ver gekregen dat die hem een eigen, af te sluiten kamer voorschreef. Vandaag had De Graaff de tinnitus een tweede maal in de strijd geworpen. Niet helemaal netjes naar zijn maatstaven, maar het was deze keer niet anders. Met een nagenoeg zuiver geweten pakte De Graaff de handleiding incasso. De tijd tot de lunchpauze ging hij wel doorkomen.
Reacties
Een reactie posten