Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Bij de Haagsche begon de rest van de week rustig. Het was midden juli en het aanbod aan nieuwe zaken was verder teruggelopen. De juristen van arbeid hadden braaf de bijsluiter ingevuld. Hoewel niemand het nut ervan inzag, had ook niemand zin gehad om er een punt van te maken. Buiten was het warm, binnen functioneerde de airco in het verouderde gebouw matig en werd de stemming landerig.
Het incomplete en zo plotseling verdwenen dossier 780700 was uit De Graaffs gedachten verdwenen, hij was volledig bij met zijn werk en merkte dat hij moeite kreeg zich niet te vervelen. En toen brak de derde vrijdag van de maand juli aan met een incident, achteraf bezien de eerste loszittende steen die zou leiden tot een niet te stuiten lawine aan gebeurtenissen.
Die eerste steen begon te rollen buiten het zicht van de arbeidsrechtjuristen, en wel op de afdeling sociaal zekerheidsrecht. Een oudere jurist, Jan Mertens, kreeg voor het tweede achtereenvolgende jaar een tussentijdse beoordeling van zijn functioneren die onvoldoende was. Voor het tweede achtereenvolgende jaar hadden zijn directe collega’s het idee dat niet zozeer de kwaliteit van Mertens’ werk, maar eerder zijn soms kritische opstelling jegens de directie de reden was voor die slechte beoordeling. Mertens ging verhaal halen bij zijn direct leidinggevende en daarbij was, zoveel kon in de kantoortuin niet onopgemerkt blijven, met stemverheffing gesproken. Ook was een prullenbak omgevallen en een bloempot gesneuveld.
Tien minuten nadat Mertens met een rood hoofd en onverrichterzake achter zijn bureau was teruggekeerd, kwam Inge Maaskant, met in haar kielzog de twee mannelijke medewerkers van de afdeling P & O, Mertens sommeren om het gebouw per direct te verlaten. Jules de Vet had Mertens op non-actief gezet en hem verdere aanwezigheid op de werkvloer ontzegd. Mertens was niet meteen bereid geweest om te vertrekken en had gewezen op zijn recht om ter zake van de mindere beoordeling een second opinion te vragen bij een andere leidinggevende. Maaskant had er geen boodschap aan. Mertens diende te vertrekken en werd, toen hij bleef weigeren om op te staan, door de beide secondanten van Maaskant zonder veel plichtplegingen uit zijn stoel getrokken en hardhandig op straat gezet.
De tweede loszittende steen was al een stuk groter en droeg zelfs een naam. Siebold Leeser, eveneens werkzaam op de afdeling sociale zekerheid en naaste collega van Mertens. ‘Naaste’ in de zin van samen met Mertens het langst op de afdeling werkzaam en ook ‘naaste’, omdat Leeser en Mertens elke dag kans zagen om, in strijd met de moderne kantoortuinfilosofie, twee tegenover elkaar liggende bureaus te bezetten. Siebold Leeser was midden vijftig, ex-commando en behept met een sterk rechtvaardigheidsgevoel. En daarnaast was Leeser Jehova-getuige.
Leeser wilde het opnemen voor zijn collega en was, oprecht verontwaardigd over het weinig verheffende optreden van de directeur personeel en haar knokploeg, naar de directiegang getogen. Bij terugkeer op de afdeling zagen zijn collega’s een ontdane Siebold Leeser, die zei dat hij Maaskant niet had kunnen vinden, was doorgelopen naar de kamer van De Vet en door de laatste was uitgescholden. Daarbij had De Vet, zoals Leeser het uitdrukte, de naam van De Schepper zéér ijdel gebruikt, zich erop laten voorstaan dat hij in de omgang met personeel geen scrupules kende en indien nodig met plezier Gestapo-methodes hanteerde. Voor de afdeling sociaal zekerheidsrecht eindigde de werkweek in een sfeer van ontzetting en ongeloof.
Siebold Leesers eerste gang de daaropvolgende maandag was die naar de vertrouwenspersoon van de Haagsche. Zijn tweede gang was die naar de afdeling arbeidsrecht. Hij had niet de bedoeling om met één specifieke collega te praten, maar wilde zijn hart luchten en horen in hoeverre de uitlatingen van De Vet arbeidsrechtelijk door de beugel konden. Leeser trof een viertal collega’s in de coffee corner, waaronder Jaap Polak, en deed bij hen zijn verhaal. Hun reactie was voorspelbaar: natuurlijk konden die uitlatingen niet door de beugel, maar was dit werkelijk wat De Vet had gezegd? En hadden ook anderen de woorden van De Vet gehoord? Dat laatste was volgens Leeser niet het geval.
Een kwartier later was de hele afdeling arbeid op de hoogte en na de lunchpauze ook de rest van het kantoor. Jaap Polak had het verhaal verteld aan Roelof Janssen en die aan Herman de Graaff. Hoewel De Graaff inmiddels de derde versie te horen kreeg en vanwege gebrek aan kennis weinig kon vinden van de onvoldoende beoordelingen van Jan Mertens, was hij er niet gerust op.
‘Roelof, met deze directeur gaan we gedonder krijgen.’
Dit is een tangconstructie. Dat vind ik niet zo mooi: Een oudere jurist, Jan Mertens, kreeg voor het tweede achtereenvolgende jaar een tussentijdse beoordeling van zijn functioneren die onvoldoende was.
BeantwoordenVerwijderenIk zou nog eens flink de stofkam door dit hoofdstuk halen, want er zit een aantal lelijke zinnen waarvan een enkele zelfs moeilijk leesbaar. Ook worden er veel te veel personages bij name genoemd. En "onverrichter zake" zou ik er uithalen, want dat is een perspectieffout.
BeantwoordenVerwijderen