Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Willem Kazenmaker zit in de tram. Hij is op weg naar zijn broer. In de zak van zijn peperdure jas heeft hij een pond Belgische bonbons voor bij de thee. Omdat Willem zijn snoeplust niet kan bedwingen heeft hij het mooie zakje opengepeuterd. Bij elke halte stopt hij bonbon in zijn mond.
Kazenmaker heeft goed geboerd. Met zijn 52 jaar heeft hij een bankrekening met vele nullen. Hij is rijk geworden in de milieuafval branche. Hij glimlacht tevreden als hij terug denkt aan de gouden tijden toen hij de boel met succes belazerde, door gif afval illegaal door te sluizen naar derde wereldlanden.
Als de tram weer eens voor een stoplicht stilstaat wordt Willem chagrijnig. Hij heeft de pest aan openbaar vervoer. Maar ja hij moet wel. Een maand geleden was zijn rijbewijs ingenomen. Zes glazen bier had hij maar gedronken. Toen hij zich bij zijn aanhouding verbaal verdedigde, vonden ze dat hij een te grote bek had. Willem werd in de boeien geslagen en moest een hele nacht op het politiebureau blijven.
Als Willem opstaat bij de halte waar hij er uit moet ziet hij door het raam een prachtige meid staan. Helemaal zijn type. Die wilde rode krullen en die zweem van hoerigheid. Beduusd loopt hij naar de uitgang. In de tramdeuropening blijft hij staan. Zijn ogen priemen in de hare. Zij lacht naar hem. Het is of de hemel op hem neerdaalt. Als Willem uitstapt maakt zijn voet een verkeerde beweging. Hij valt plat voorover op de stenen van de vluchtheuvel. Even is er schrik dan wordt alles donker.
Lenie zit in het leven. Al achttien jaar oefent zij het oudste beroep uit op de wallen. Met haar veertig jaar is zij nog een pront wijf met een welgevormd lichaam. Lenie die bekend staat om haar hartelijkheid, is voorzitter van de bond van prostituees die actie voert tegen pooiergeweld en andere misstanden in de branche.
Zij heeft in de loop der jaren een vaste klantenkring opgebouwd, die bestaat uit brave huisvaders, topcriminelen en een supertrouwe varkensboer uit Dronten die haar iedere twee weken komt bezoeken.
Lenie staat te wachten bij de tramhalte. Zij is op weg naar haar demente moeder die in een verpleeghuis woont. Eenmaal per week gaat zij er heen. Als Lenie aan haar denkt wordt zij verdrietig. Zij heeft haar moeder een maand bij haar in huis gehad, maar dat was geen doen met haar ongeregelde leven.
Het geluid van de naderende tram verbreekt haar gepeins. Als de passagiers zijn uitgestapt, wil nog iemand naar buiten. Het is een goedgeklede man. Hij blijft in de tramdeuropening staan en kijkt haar aan met een hete blik. Lenie herkent dat en automatisch geeft zij hem een professionele verleidelijke lach. Als de man uitstapt struikelt hij en valt op de grond waar hij doodstil blijft liggen. Geschrokken pakt Lenie haar telefoon en belt 112
De oude vrouw steekt een kaarsje op bij het Mariabeeld achter in de kerk. Op haar knieรซn bedankt zij de heilige maagd, omdat op haar voorspraak haar weggelopen kat na een week weer is teruggekomen. De kerk en haar kat zijn haar grote liefdes.
Als jong meisje wilde zij het klooster in, maar dat mocht niet van pa. Zij moest geld verdienen om het armlastige gezin te ondersteunen. Om aan dat gezwoeg te ontkomen trouwde zij met een bakker. Nu was haar man gepensioneerd en invalide. De zaak was verkocht en zij beheerde het geld. In hun testament had zij alles vermaakt aan de kerk, om zo haar nooit vervulde kloosterwens goed te maken.
De oude vrouw staat moeizaam op en verlaat de kerk om haar man te gaan verzorgen. Zij doet dat niet uit liefde maar vanwege haar christenplicht.
Als de oude vrouw een stilstaande tram passeert, wordt haar aandacht getrokken door een goedgeklede knappe heer die in de tramdeuropening staat. Hij kijkt naar een roodharige vrouw op een manier die zij nooit van een man ontving.
Versteend blijft zij staan als de man uit de tram valt. Een golf van medelijden overvalt haar.
Voordat zij weer verder loopt kijkt zij met afkeurende blikken naar de vrouw met het rode haar. En neemt zij zich voor, om de volgende keer als zij weer naar de kerk gaat, een kaarsje op te steken voor die nette man die uit de tram viel.
Reacties
Een reactie posten