Doorgaan naar hoofdcontent
Over deze websiteOp De Slushpile publiceren schrijvers hun boeken, verhalen en gedichten. De redactie selecteert de beste ingezonden werken. Lezers geven met hartjes en reacties hun mening.Meer informatie

Boek van de week



Nieuw en populair

InfoBeoordeeld door lezers. Aantal hartjes, reacties en de plaatsingsdatum bepalen de volgorde van de lijst. Nieuwe verhalen krijgen de eerste 8 uur een boost voor zichtbaarheid. 💙=Aanrader van de redactie. Korte verhalen en gedichten worden in principe niet door de redactie geselecteerd, iedereen kan plaatsen wat hij wil.

[Wordt opgehaald]


Laatste reacties:




Recent toegevoegd

De jongen op het dak - H28 Het dagboek van de vertaler


30 oktober

Dagelijks zie ik nog zwaarbeladen auto’s over de snelweg rijden, weg van hier. Ik heb vanuit mijn appartement een goed zicht op de belangrijkste verkeersader gekregen, de kortste weg naar Clémente. Dat was nooit zo, maar door het wegvallen van enkele woonblokken om mij heen is mijn uitzicht danig veranderd. Ook de fabriek waarop ik de jongen eieren zag zoeken is ingestort. (Hoe zou het met hem zijn?) Elke ochtend als ik mijn ogen open doe, ben ik benieuwd wat ik vandaag kan zien. Nu kan ik dus vanachter mijn bureau naar die weg kijken, bijna een kilometer verderop. De brug over de Rivier kan ik net niet zien, maar al dat verkeer zal eerst daar langs gekomen zijn, stukje bij beetje, dat kan niet anders. En daarna rijden ze dan het kunstig aangelegde verkeersplein op waar allerlei hoofdwegen samenkomen die elkaar op die plek ongelijkvloers kruisen, verschillende lagen boven elkaar, om mensen de gelegenheid te bieden om in alle richtingen van de wereld te gaan. De officiële naam is Stadhouder López Plein maar iedereen hier noemt het kortweg Plein. Heel veel jaren geleden was ik bij de openingsplechtigheid. Met een paar honderd andere beperkten mocht ik vooraan zitten. Nadat de naamgever een kanonskogel had afgevuurd reed hij in een prachtige auto als eerste over de hoogste winding, ik zal het nooit vergeten.

Ik heb mijn oude verrekijker tevoorschijn gehaald waarmee ik ooit de broedende meeuwen bestudeerde. Bij mijn weten (ik heb zelf nooit een ander voertuig gehad dan mijn invalidekar) waren er vroeger posten van de Gele Petten bij het verkeersplein om te controleren wat mensen de Stad invoerden of uitvoerden maar nu zie ik daar niets meer van, ook niet met de verrekijker. Die beambten hebben blijkbaar wel wat anders te doen. Alles rijdt en rijdt, langzaam weliswaar, maar niet vertraagd door autoriteiten zo te zien, wat een verandering.

Wat er langs komt, heeft alle hoedanigheden. Ik zie gewone personenauto’s, diep in de assen, maar ook bussen en vrachtwagens. Daartussen gaan ook karren met een paard of een ezel ervoor of gewoon een aantal sleurende kerels. Op die karren zie ik tussen het huisraad mensen zitten die kennelijk slecht ter been zijn, kinderen, ouden van dagen, misschien ook wel beperkten zoals ik. Ik moet denken aan Jorge die zei dat hij nog een goed woord voor me had gedaan, om mij mee te kunnen nemen. Nu is mijn situatie uitzichtloos (hoe wijds mijn uitzicht dan ook mag zijn geworden). Van Manuel heb ik al in geen weken meer iets gehoord. Ik heb verschillende pogingen gedaan hem te bellen maar hij nam niet meer op. En de laatste keer dat ik het probeerde, bleef de lijn dood. Op de televisie had ik ook al zoiets gehoord, dat er telefooncentrales beschadigd waren geraakt en dat de Regering de kwaliteit van het telefoonverkeer niet meer kon garanderen als gevolg van de Situatie. Het zal wel.

Ik ben gestopt met vertalen. De laatste opdracht van Manuel heb ik nog keurig afgemaakt zoals ik dat altijd gedaan heb, netjes op de overeengekomen deadline. Een thriller was het van een bekende auteur, ik heb er meerdere boeken van vertaald, zijn werk schijnt behoorlijk populair te zijn. Een seriemoordenaar pleegt zijn misdrijven in de gangen van de metro maar uiteraard slaagt een rechercheur er ten langen leste in zijn patronen te doorzien en zijn plannen te verijdelen. In het voorlaatste hoofdstuk wordt de misdadiger zelf door een aanstormende metro uiteengereten. In het laatste hoofdstuk tenslotte bevrijdt de hoofdpersoon de jonge vrouw die meer dan honderd bladzijden gevangen was gehouden in een treinwagon op een afgelegen rangeerterrein. Eind goed al goed. Maar wie zou dat spannende boek in onze huidige toestand nog willen lezen? Het leven dat wij hier momenteel leiden is spannender dan tien van zulke thrillers bij elkaar.

Waar zou Jorge zijn? Hij moet met die geprepareerde vrachtauto waarop hij zich had ingeschreven ook langs de weg zijn gekomen die ik nu met mijn kijker in de gaten hou, maar al eerder natuurlijk, op een moment dat ik nog niet kon zien wat daar gebeurde. Zou zijn plan geslaagd zijn? Stonden er toen nog Gele Petten die voor moeilijkheden zorgden? Ik zal het wel nooit te weten komen.

Ik zie dat al het verkeer de Stad uit gaat, logisch. Wie heeft hier nu nog iets te zoeken? Wat van waarde is wordt thans weg gevoerd, wat weerloos is, blijft achter, zie mijzelf. De karavaan trekt verder, meter voor meter, ik zie de stroom gaan, een trage rivier van mensen en voertuigen en wat van de wagen valt, blijft liggen waar het viel. Goederen maar ook mensen. Ik zag door mijn kijker een oude man van een kar kukelen. Een vrouw sprong hem na om te helpen, maar een jonge man pakte haar bij kop en kont en dwong haar terug de kar op. De oude bleef achter bij de vangrail. Al snel bewoog hij niet meer. Een dag later was hij verdwenen, prooi van alles wat hier leeft van mensenvlees of misschien gewoon van het verkeersplein afgevallen, verder naar beneden, dat kan ook.

Als ik weer door de verrekijker probeer te volgen wat er gebeurt, vindt er iets onverwachts plaats. Een volgeladen truck waar zelfs nog mensen bovenop zitten begint ineens voor mijn ogen te dalen. Ik zie de mensen wilde bewegingen maken en dan van de container afglijden. Het volgende moment ben ik de vrachtwagen helemaal kwijt en zie ik alleen blauwe lucht. Ik laat de verrekijker zakken en zie nu zonder dat hulpmiddel hoe het hele verkeersplein instort. De bovenste fly-over daalt als geheel op de winding daaronder, samen dalen ze verder naar de begane grond en nemen in hun gang naar beneden alles mee, honderden meters asfalt en beton liggen in lagen op elkaar als een gigantisch stuk spekkoek. Dan zie ik niets meer, alleen nog maar een reusachtige grijze wolk.

Na een kwartier pas is het zicht enigszins terug. Het verkeersplein, de trots van onze knappe ingenieurs, is weg. Tussen de brokstukken zie ik honderden voertuigen, gebutst, gebroken, geplet. Mensen lopen er met wilde armbewegingen om heen, als mieren zonder doel, heen en weer, blijkbaar niet wetend waar te beginnen. Ik schakel de televisie in en hoor vertellen dat het verkeersplein ook ten prooi is gevallen aan de Situatie en erger nog, ook de brug over de Rivier, die ik van hieraf niet kan zien, is er niet meer. De presentatrice is goed geïnstrueerd hoe ze zulk nieuws moet brengen, kalm en onbewogen alsof er een dieper plan van de Regering achter zit, maar deze keer meen ik toch emotie bij haar te bespeuren. Elk land, elke stad heeft nu eenmaal voorwerpen van gezamenlijke trots. Voor ons Stedelingen is dat die monumentale brug en dat prachtig uitgedachte verkeersplein, symbool van verbindingen tussen mensen, van de samenhang tussen de volkeren in de wereld. We zijn ineens twee steden, bedenk ik, deze zijde en gene zijde, de Rivier houdt ons gescheiden. Ik denk terug aan de dag van de kanonskogel, de opening, het duizendvoudig applaus. Daarvan was ik getuige, nu heb ik de begrafenis gezien. Ik leg de verrekijker weg alsof het ding besmet is geraakt door de afgrijselijke beelden die ik er als laatste door zag, de mensen die van de vrachtwagen afgleden. Met het blote oog zie ik de zon meedogenloos schijnen op dat wat resteert van onze trotse bouwwerken, de Toren natuurlijk, het geruststellende middelpunt van onze skyline, die staat er gelukkig nog. Daarboven een blauwe hemel zover ik kan zien met alleen heel in de verte een paar wolkjes, wolken die net als alle andere dagen de Stad nooit zullen bereiken.


Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤

Reacties