Vond je deze tekst leuk? Deze schrijver wil graag meer lezers. Je kunt hem/haar op de volgende manieren helpen:
- Geef hierboven een hartje. Meer hartjes betekent meer lezers voor deze tekst.
- Laat hier beneden een reactie achter. Ook dit trekt weer nieuwe lezers aan.
- Stuur dit verhaal naar iemand die van lezen houdt.
Namens de schrijver: heel erg bedankt voor je hulp!! ❤
Ik kom laat thuis. Het huis is donker, de gordijnen dichtgetrokken, het slaapkamerraam op een kier. Op het tuinpad sta ik stil, kijk naar boven en zie hoe de vitrage naar buiten wappert. Witte vlag. Welkom. Binnen leg ik mijn sleutels naast jouw sleutels en hang ik mijn jas naast jouw jas. Ik druk mijn neus in je kraag. Snuiven. Thuis.
Ik druk op de lichtknop waarmee jij het licht hebt uitgedaan, een half uur geleden. Je geur hangt nog in de kamer. Een diffuus residu waardoor ik beweeg, door jou beweeg, door jou word omvat. Van deur naar stoel begeleid je me, volg je me. Jij was hier, je ging me voor. Ik ga zitten op de zitting die jou heeft gedragen, voel je lichaam in zijn vorm, weet dat alleen de tijd ons scheidt, niet de ruimte die wij delen.
Op de salontafel ligt het boek waarin je bezig was, opengeslagen. Ik lees wat jij las en vertel mijn verhaal erbij, dat afwijkt, maar niet zoveel als je zou verwachten. Ernaast een koffiekop, halfvol, jouw lippen in het vocht, je huid tegen de rand, je handen om het vat. Twee schoenen, schots onder de tafel, achteloos tweepaar, hakken afgerond door jouw gewicht dat ze heeft voortbewogen en ze hier heeft doen stranden. Je agenda vol met jouw leven, blanco waar je voor mij bent: onze belofte waar overheen afspraken worden gemaakt, de vezels onder je inkt. Je sporen.
Ik traceer je stappen terug, terug naar je aanwezigheid. Hoe je hebt rondgelopen, het bovenste knoopje van je broek los, je blote voeten op het parket. Opruimen. Mijn krant, nog opengeslagen op de eettafel. Mijn ontbijtbordje ernaast, overal kruimels. Je moppert, vouwt de krant, brengt het bordje naar de keuken, veegt de kruimels op. Dan een snelle maaltijd. Fruitsalade, vanwege het knoopje. Boek erbij. Afwassen, afdrogen, koffie. Een paar uur voor jezelf. Alleen. De televisiegids, ballpointcirkels rond de programma's die je hebt bekeken. De zekerheid dat je de afstandsbediening hebt gebruikt, toets aan en toets 1 en toets teletekst: mijn vingers glijden erover en bedekken jouw toets met de mijne, laag over laag. Tasten.
Jij boven en ik beneden, ach, ons huis, ons leven, onze dingen. Gedeelde sleur. Koelkast, rekeningen, foto's met jou en mij. En anderen. Even samen, vastgelegd. Bewijs. Dat we niet alleen vergeten dat we hetzelfde vergeten, maar ook zullen delen wat we nog niet weten.
Jij slaapt en ik ben wakker. Jij ligt in het bed waarin we, waarin we soms, een moment, niet alleen de lucht delen of de dingen, maar onszelf. En we beseffen het niet omdat we juist dan met onszelf bezig zijn ondanks elkaar, ondanks samen. Ondanks het apparaat dat voor ons samen koffie zet, ondanks de tube met onze tandpasta, ondanks onze haren in het afvoerputje en ondanks ons zweet in het laken. Tweepersoons.
Je weet niet dat ik hier zit. Je weet niet eens dat je daar bent, want je slaapt. Het doet er niet toe: ik weet het. Ik weet dat ik hier zit en jij boven slaapt. Dat is genoeg. Dat een van ons het weet. Dat een van ons weet dat ik je bemin. Ik doe het licht uit en de televisie - toets uit - en ga naar boven. Dichter bij jou en ook verder weg dan ik zo-even was. Elke stap vergroot de afstand en ik overbrug de afstand met graagte. Want ik wil bij je zijn, naast je zijn, al zal ik je nooit meer zo zijn als ik was.
Reacties
Een reactie posten